Besluit beperking toegankelijkheid gebieden ex art. 20 Natuurbeschermingswet 1998, [...] binnen het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe‘

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 19-11-2016 t/m heden

Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, van 11 november 2016, kenmerk: 16170128, tot beperking van de toegankelijkheid van gebieden ex artikel 20 Natuurbeschermingswet 1998, gelegen binnen het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 20, eerste en tweede lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna te noemen: Nb-wet 1998);

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Voor het gehele Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’, zowel buitendijks als binnendijks, is de toegang gedurende het gehele jaar verboden voor:

    • a. burgerluchtvaartverkeer, met uitzondering van burgerluchtvaartverkeer vliegend boven 1000 voet (circa 300 meter) conform ‘Gedragscode verantwoord vliegen’1;

    • b. het beoefenen van het kitesurfen, met uitzondering van de speciaal hiertoe aangewezen kitesurfzones, zoals aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart en nader aangeduid met de in bijlage 1 bij dit besluit vermelde coördinaten.

  • 2 Het is verboden op een zodanige wijze modelvliegtuigen/modelluchtvaartuigen (drones (UAS of RPAS) inbegrepen) te besturen dat deze zich bevinden in of boven het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe.

Artikel 2

Voor de binnen het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’ gelegen schorgebieden ‘Zuidgors’, ‘Schor van Waarde’, ‘Schorren bij Bath’, ‘Schor van de Appelzak’, ‘Verdronken Land van Saeftinghe’, ‘Hellegatschor’ en ‘Paulinaschor’ is de toegang gedurende het gehele jaar verboden. Voor het ‘Verdronken Land van Saeftinghe’ geldt dat het zuidwestelijke deel van het gebied, inclusief de geul het ‘Speelmansgat’, uitgezonderd is van dit verbod.

Artikel 3

Voor de binnen het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’ gelegen gebieden ‘Hooge Platen-complex’, ‘Rug van Baarland’, ‘Platen van Valkenisse’ en ‘De Bol’, een hoger gelegen zandig deel van het ‘Hooge Platen-complex’, gelden de volgende toegangsbeperkingen:

  • a. Voor de op de kaart aangegeven delen van het ‘Hooge Platen-complex’ geldt dat de toegang tot deze gebieden het gehele jaar is verboden.

    De zuidelijke grens van het gesloten westelijke deel van het ‘Hooge Platen-complex’, ter hoogte van ‘De Bol’, wordt gevormd door de boeienlijn van boei VH8 tot en met VH14.

  • b. In de waterzone tussen de boeienlijn VH8 tot en met VH14 en de plaatrand van ‘De Bol’ is varen uitgezonderd van het toegangsverbod.

    Ankeren, aanleggen aan de plaatrand, sneller varen dan 20 km per uur en waterskiën vallen echter wel onder het toegangsverbod. Mogelijk toekomstige (vergelijkbare) nieuwe vormen van waterrecreatie die verstorend werken op de natuurwaarden, vallen eveneens onder het toegangsverbod.

  • c. Voor het oostelijke deel van het ‘Hooge Platen-complex’, genaamd de ‘Hooge Springer’, geldt het toegangsverbod vanaf boei VH20 ook voor een waterzone van 100 m grenzend aan de plaatrand bij laag-laag water. Binnen deze zone is varen uitgezonderd van het toegangsverbod.

    Ankeren, aanleggen aan de plaatrand, sneller varen met motorboten dan 20 km per uur, jetskiën en waterskiën vallen echter wel onder het toegangsverbod.

Voor het op de kaart aangegeven deel van de ‘Rug van Baarland’ en de op de kaart aangegeven delen van de ‘Platen van Valkenisse’, inclusief de Geul Zimmerman en het ten noorden van de geul gelegen slik, geldt dat de toegang tot deze gebieden het gehele jaar is verboden.

Artikel 4

Voor het binnen het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’ gelegen gebied ‘Verdronken Zwarte Polder’ is de toegang van het noordwestelijk deel (buitendijks) van 15 april t/m 15 juli verboden.

Artikel 5

Voor het binnen het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’ gelegen gebied ‘Plaat van Baarland’ is de toegang het gehele jaar verboden.

De toegang tot de ‘Plaat van Baarland’ is verboden, met uitzondering van activiteiten, zoals zwemmen, varen, ankeren en/of beroeps- en sportvisserij die in dit gebied plaatsvinden in de periode dat het niet drooggevallen is en er water staat.

Artikel 6

Voor het binnen het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’ gelegen gebied ‘Schor en slik Ossenisse’ is de toegang tussen de Noord- en Zuidnol het gehele jaar verboden voor recreatie.

Van dit verbod is het gebruik van het ‘Puttenstrandje’ voor strandrecreatie (zwemmen en zonnen) in de periode van 15 mei t/m 15 september uitgezonderd. Eveneens zijn activiteiten die in dit gebied plaatsvinden in de periode dat het niet drooggevallen is en er water staat, zoals zwemmen, varen, ankeren beroeps-, en/of sportvisserij, van het verbod uitgezonderd.

Daarnaast zijn de Noordnol en de Kop van de Zuidnol jaarlijks in de periode van 16 september t/m 14 mei afgesloten voor publiek.

Artikel 7

Voor de binnen het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’ gelegen gebied ‘Hoofdplaat Nummer Een’ is de toegang van 15 april t/m 15 juli verboden. Het recreatief gebruik van het buitendijkse fietspad (fietsen, wandelen) en het wandelpad halverwege het gebied richting de zeedijk en de dijkovergang, is uitgezonderd van het toegangsverbod. Honden zijn, voor zover niet aangelijnd, jaarrond niet toegestaan.

Artikel 8

De hiervoor in artikel 1 tot en met 7 omschreven toegangsbeperking geldt op grond van artikel 20, lid 4, van de Nb-wet 1998 niet voor de volgende activiteiten:

Aanwezigheid gedurende het gehele jaar voor de uitvoering van beroepsmatig uitgevoerde activiteiten en overheidstaken (beheer en onderhoud, beroepsvisserij, faunabeheer, markeren, inspectie-, toezicht-, opsporings-, reddings- en defensietaken, calamiteitenbeheer van overheidswege of in opdracht van de overheid, door of in opdracht van een terreinbeherende natuurbeschermingsorganisatie georganiseerde activiteiten, onderzoek en monitoring daaronder begrepen), waarvoor het gesloten gebied moet worden betreden dan wel bevaren, binnen het gebied moet worden drooggevallen en het gebruik van drones, of vliegen beneden 1000 voet (300 meter) kunnen, voor zover deze activiteiten noodzakelijkerwijs binnen of deels binnen deze gebieden moeten worden uitgevoerd, worden toegestaan.

Artikel 9

Georganiseerde excursies en rondleidingen waarvoor het gesloten gebied moet worden betreden dan wel bevaren, kunnen, voor zover deze activiteiten noodzakelijkerwijs binnen of deels binnen deze gebieden moeten worden uitgevoerd, worden toegestaan, echter voor zover hiervoor een vergunning als bedoeld in artikel 19d van de Nb-wet 1998 is verleend, dan wel deze activiteit is geregeld in een beheerplan in de zin van de Nb-wet 1998.

Artikel 10

Naast de in voorkomende gevallen op grond van de toegankelijkheidsregeling noodzakelijke vergunning, dan wel vrijstelling via het beheerplan, volgens de Nb-wet 1998, is voor het zich bevinden op private gronden van particulieren toestemming van de rechthebbende van deze gronden nodig.

Artikel 11

  • 1 De gebieden waarvan de toegankelijkheid middels dit besluit wordt beperkt zijn aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart ‘Toegangbeperking Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe’.

  • 2 In het veld is de begrenzing van de gebieden waarvan de toegankelijkheid wordt beperkt vanaf de landzijde herkenbaar middels aangebrachte bebording. Aan de waterzijde wordt de grens gevormd door de scheepvaartbetonning of, waar deze niet aanwezig is, door de NAP -5 meter dieptelijn.

Artikel 12

  • 1 Dit besluit wordt bekendgemaakt in de Staatscourant. Bij dit besluit gaat een toelichting en een kaart die integraal onderdeel uitmaken van dit besluit.

  • 2 Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt bekendgemaakt.

Dit besluit met de toelichting en de bijbehorende kaart ligt gedurende zes weken na bekendmaking in de Staatscourant, op werkdagen tijdens kantooruren, ter inzage bij het Ministerie van EZ, Bezuidenhoutseweg 73 te Den Haag. Tevens worden de besluiten geplaatst op de website http://vergunningenbank.overheid.nl/natuurbeschermingswet.

Vanaf deze website kunnen kopieën gedownload worden.

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

M.H.P. van Dam

Toelichting

Natura 2000-gebied

Het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’ herbergt bijzondere natuurwaarden en is daarom aangewezen als Natura 2000-gebied in het kader van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Nederland is verplicht om voor bepaalde soorten en habitats binnen het Natura 2000-gebied een ‘gunstige staat van instandhouding’ te bereiken en te behouden. De bescherming van soorten is wettelijk geregeld in de Flora- en faunawet, de bescherming van gebieden is wettelijk geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet 1998). Ter bescherming van vegetaties en om de noodzakelijke rust voor kwetsbare vogelsoorten en zeehonden te waarborgen is het van belang om de beperking van de toegang van (delen van) het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe te regelen. Artikel 20 van de Nb-wet 1998 biedt daartoe de mogelijkheid.

Beperking toegankelijkheid

Het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’ is belangrijk als foerageer- en slaapgebied voor diverse vogelsoorten. Ook als broedgebied is het gebied voor diverse vogelsoorten van grote betekenis. Zowel binnendijks als op de schorren en De Bol, het hooggelegen zandige deel van het Hooge Platen-complex, broeden tal van vogels, waarbij met name de kustbroedvogels genoemd moeten worden. Daarnaast fungeren de schorren, de binnendijkse gebieden, zoals de inlagen, en de hoogst gelegen gedeelten van het intergetijdengebied, waaronder De Bol, als hoogwatervluchtplaats. Voor het in stand houden en ontwikkelen van de vogelfuncties op slikken, platen en schorren is het voorkomen van verstoring van groot belang. De diversiteit en omvang van de schorren zijn kenmerkend voor het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’. Vooral dankzij het Verdronken Land van Saeftinghe is het schorareaal hier verreweg het grootste in het Deltagebied. De gradiënt in saliniteit en getijdeninvloed in het estuarium komt tot uiting in verschillen in de schorbegroeiingen: in het oostelijk deel worden de meer brakke schorplanten aangetroffen als Heen en Echt lepelblad en in het westelijk deel de meer zilte schorplanten als Gesteelde zoutmelde en Zeealsem.

In het belang van de instandhouding en ontwikkeling van de natuurwaarden van de schorren is het gewenst betreding te reguleren.

Enkele (delen van) platen in het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’, zoals het Hooge Platen-complex, de Rug van Baarland en de Platen van Valkenisse, fungeren tevens als belangrijk rust-, werp-, en zooggebied voor de gewone zeehond. Rust in deze gebieden is van cruciaal belang, in het bijzonder in de zoogperiode (juni-augustus).

De toegankelijkheid van het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe als geheel of van een aantal deelgebieden wordt met dit besluit beperkt voor zover dit noodzakelijk is voor de bescherming van de natuurwaarden.

Toelichting op de verbodsbepalingen

In artikel 1 is een toegangsbeperking voor burgerluchtvaartverkeer opgenomen. Laagvliegen kan door silhouetwerking en geluid tot substantiële verstoring van de in het gebied aanwezige vogels of zeehonden leiden. Het Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe is dan ook gesloten voor burgerluchtvaart, tenzij gevlogen wordt boven 1000 voet (300 meter), conform de ‘gedragscode verantwoord vliegen’.

Daarnaast is vliegen met een modelvliegtuig/modelluchtvaartuig, waaronder ook een drone (Unmanned aircraft systems (UAS) of Remotely piloted aircraft systems (RPAS)) wordt gerekend, volgens artikel 1 zowel buitendijks als binnendijks boven het Natura 2000-gebied niet toegestaan. Het gebruik van modelvliegtuigen/modelluchtvaartuigen, kan door de silhouetwerking, die vergelijkbaar is met die van roofvogels, tot verstoring leiden van broedende, rustende en/of foeragerende vogels.

Tenslotte is in artikel 1 het kitesurfen in het gebied gereguleerd. Kitesurfers kunnen verstorend werken als ze in de nabijheid van broed-, rust- en/of foerageergebied, dan wel hoogwatervluchtplaats voor vogels komen of als ze rust-, werp- en/of zooggebieden voor de gewone zeehond te dicht naderen. Om ruimte te bieden voor kitesurfen zijn enkele kitesurfzones aangewezen. Deze zijn gelegen buiten de voor verstoring gevoelige gebieden. Om duidelijkheid te bieden voor de gebruikers over de ligging en omvang van deze zones zijn ze op de bij dit besluit behorende kaart aangegeven en zijn de exacte coördinaten in bijlage 1 van dit besluit vermeld.

De toegankelijkheid van in artikel 2 genoemde schorren is beperkt vanwege de kwetsbaarheid van de schorvegetaties en het voorkomen van vogels. De schorren liggen boven gemiddeld hoog water en stromen bij vloed incidenteel onder. De toegangsbeperking geldt ook voor de in de schorren gelegen geulen en prielen. Een uitzondering op het verbod geldt voor het zuidwestelijk deel van het Verdronken Land van Saeftinghe. Dit deel, inclusief de geul het Speelmansgat, blijft toegankelijk. Het schor is hier vrij te betreden. In het Speelmansgat mag worden gevaren, geankerd en worden drooggevallen.

De toegangsbeperkingen voor de schorren op basis van dit besluit komen, met uitzondering van het Hellegatschor, overeen met de reeds geldende toegangsregels, welke door de terreinbeheerders worden gehanteerd.

In de in artikel 3 genoemde gebieden is het vanwege de kwetsbaarheid van zeehonden voor verstoring niet toegestaan zich daar te bevinden. Deze gebieden zijn van groot belang als rust-, werp-, en zooggebied voor de gewone zeehond. De aan de Platen van Valkenisse grenzende Geul Zimmerman is van belang als voedselgebied. Door beperking van de toegankelijkheid van deze gebieden wordt gewaarborgd dat een wezenlijke bijdrage wordt geleverd aan de gunstige staat van instandhouding van deze beschermde soort.

Uitgezonderd van het verbod is het langsvaren in een aan de plaat grenzende waterzone bij de twee deelgebieden van het Hooge Platen-complex. Ankeren, aanleggen aan de plaatrand, snelvaren en waterskiën is echter in deze zones niet toegestaan. Van deze activiteiten gaat een grotere verstoring uit. Ook mogelijk toekomstige vergelijkbare vormen van waterrecreatie waar verstoring van uit gaat, zijn in deze zones niet toegestaan. Bij twijfel over de verstorende effecten van een nieuwe vorm van waterrecreatie kan contact opgenomen worden met het bevoegd gezag voor vergunningverlening, zijnde het College van gedeputeerde staten van Zeeland.

De gewone zeehond komt niet alleen voor in de met dit besluit genoemde niet toegankelijke gebieden. Ook op andere platen binnen het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’, die wel toegankelijk zijn, worden zeehonden gesignaleerd. Met dit besluit wordt een zonering van het gebruik tot stand gebracht. Door gerichte monitoring wordt informatie verkregen over de omvang en verspreiding van de zeehondenpopulatie in dit dynamische gebied, maar ook in de andere Deltawateren. Deze informatie, tezamen met gegevens over veranderingen in de morfologie, kan aanleiding zijn dit besluit aan te passen.

De niet toegankelijke delen van de Platen van Valkenisse vormen, tezamen met de ten noorden van de Geul Zimmerman gelegen slikken en het aangrenzende Schor van Waarde, één aangrenzend rust- en foerageergebied voor vogels.

Binnen het Hooge Platen-complex ligt ook De Bol, een hoger gelegen zandige plaat, die bij hoog water niet tot nauwelijks wordt overspoeld. De zuidelijke rand van De Bol grenst aan diep water en is zeer geschikt als zeehondenrustgebied. De overige delen fungeren als broedgebied voor kustbroedvogels als dwergstern, visdief, grote stern en strandplevier, en als hoogwatervluchtplaats. De Bol vormt één van de belangrijkste broedplaatsen in het Deltagebied van kustbroedvogels en is van cruciaal belang voor de instandhouding van genoemde soorten.

Het noordwestelijke deel van de Verdronken Zwarte Polder, genoemd in artikel 4, wordt door kustbroedvogels als strandplevier en dwergstern gebruikt als broedplaats. In de broedtijd van 15 april tot en met 15 juli wordt dit deel van het gebied afgeschermd voor recreatie en is het niet toegankelijk. Het bieden van rust in de broedtijd is essentieel voor het realiseren van de instandhoudingsdoelstelling voor deze kustbroedvogels.

De in artikel 5 genoemde Plaat van Baarland vormt gedurende vrijwel het gehele jaar een zeer belangrijk foerageergebied voor tal van vogelsoorten. De hogere delen en de tegen de dijk gelegen schorren fungeren tijdens hoog water als hoogwatervluchtplaats. Aan de oostzijde van de Plaat van Baarland is sprake van dagrecreatie. Hier bevindt zich een strandje, een dijkpaviljoen en een kitesurflocatie.

In de door de gedeputeerde staten van Zeeland in 2006 verleende vergunning ex artikel van de 19d Nb-wet 1998 voor het periodiek opspuiten van het strandje is als voorwaarde opgenomen dat er ter bescherming van de natuurwaarden een zonering in het gebruik tot stand wordt gebracht en dat de Plaat van Baarland krachtens een besluit op grond van artikel 20 van de Nb-wet 1998 niet toegankelijk wordt. Met onderhavig besluit wordt invulling gegeven aan deze voorwaarde. Activiteiten die plaats vinden in het water, zoals zwemmen, varen en/of ankeren tijdens de hoogwaterperiode, kunnen in dit gebied gewoon doorgang vinden.

Het in artikel 6 genoemd Schor en Slik Ossenisse is van belang als foerageergebied voor tal van vogels. Op de hogere delen van het schor is sprake van schorontwikkeling. Deze hogere delen vervullen bij opkomend water een functie als hoogwatervluchtplaats voor vogels. Ter bescherming van de vogelfuncties en de schorontwikkeling is het van belang dat het gebied gedurende het gehele jaar niet toegankelijk is.

Uitgezonderd van dit verbod is het gebruik van het zandige Puttenstrandje dat in het zomerhalfjaar (15 mei tot en met 15 september) gebruikt wordt om te zonnen en te zwemmen. Het strandje is te bereiken via de Noordnol. Uitzwermen van recreanten vanaf het Puttenstrandje over drooggevallen slik en de slikrand zorgt voor verstoring van foeragerende vogels en is niet toegestaan. Activiteiten die plaats vinden in het water, zoals zwemmen, varen en/of ankeren tijdens de hoogwaterperiode, kunnen in dit gebied gewoon doorgang vinden.

De strekdammen aan weerszijden van het Slik en Schor Ossenisse, de Noordnol en de Zuidnol, vormen met name in het winterhalfjaar bij hoog water een belangrijke functie als hoogwatervluchtplaats voor vogels. Grote groepen vogels, die bij laag water op de nabijgelegen slikken en platen foerageren, overtijen hier. Betreding van de strekdammen leidt tot grote verstoring van de rustende vogels. Het afsluiten van de Noordnol en de Zuidnol in de periode 16 september tot en met 14 mei zorgt voor de voor de vogels noodzakelijke rust en draagt bij aan de instandhouding van de verschillende vogelsoorten.

In de door de gedeputeerde staten van Zeeland in 2009 verleende vergunning ex artikel van de 19d Nb-wet 1998 voor de versterking van de zeedijk ter plaatse, in samenhang met de verleende vergunning ex artikel 19d van de Nb-wet 1998 voor een verblijfsrecreatieve ontwikkeling binnendijks, is als voorwaarde opgenomen dat er ter bescherming van de natuurwaarden een zonering in het gebruik van het buitendijks gelegen slik en schor en de Noordnol en de Zuidnol tot stand werd gebracht. Met onderhavig besluit wordt invulling gegeven aan deze zonering.

Het in artikel 7 genoemde gebied Hoofdplaat Nummer Een is een buitendijks gebied dat is ontstaan bij een in het verleden uitgevoerde dijkversterking. Het gebied vervult een belangrijke functie als broedgebied voor kustbroedvogels zoals strandplevier en dwergstern. Rust is tijdens de periode van 15 april tot en met 15 juli van groot belang voor het broedsucces. In deze periode is het niet toegestaan het gebied te betreden. Wandelen en fietsen op en over het buitendijks gelegen fietspad en het wandelen op en over het pad vanaf het fietspad naar de dijkovergang halverwege het gebied, blijft het gehele jaar toegestaan. Met name loslopende honden van wandelaars die gebruik maken van het fiets- en wandelpad, kunnen jaarrond zorgen voor zeer grote verstoring van (broed)vogels. Het aanlijnen voorkomt dat honden uitzwermen over de rest van het gebied.

In het kader van het opstellen van het beheerplan voor de Deltawateren vindt een brede, integrale afweging plaats van de verschillende belangen in het gebied van het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’. De in dit besluit opgenomen beperking van de toegankelijkheid van gebieden is in lijn met de in het beheerplanproces voorgenomen maatregelen ter realisering van de instandhoudingsdoelstellingen.

Vergunningplicht

Er is een aanzienlijk menselijk medegebruik van het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’. Een aantal kenmerkende natuuraspecten (ontwikkeling bodemleven, voldoende rust voor vogels, voldoende rust voor zeehonden) staat onder druk en zal zonder maatregelen in de toekomst mogelijk verder onder druk komen. Het is dan ook van belang dat de toegang tot deze gebieden, vooral de gebieden waar de zeehonden en vogels verblijven, wordt verboden, dan wel beperkt.

Conform artikel 20, lid 3, van de Nb-wet 1998 is het verboden in strijd met de beperkingen die voortvloeien uit de aanwijzing tot gesloten gebied zich te bevinden in een dergelijk gebied. Slechts daar waar noodzakelijk, bijvoorbeeld voor beheer en onderhoud, faunabeheer of onderzoek en monitoring, wordt betreden en/of bevaren, het vliegen beneden 1000 voet (circa 300 meter), het laten vliegen van drones boven gesloten gebied door of namens de overheid en/of de terreinbeherende organisatie, is dit toegestaan conform artikel 20, lid 4, van de Nb-wet 1998.

Overige zaken zijn gereguleerd middels een vergunning ex artikel 19d van de Nb-wet 1998, dan wel middels het beheerplan. Het zich bevinden in, het betreden, het bevaren van of droogvallen binnen een op grond van artikel 20 van de Nb-wet 1998 aangewezen gebied binnen de in dit besluit bepaalde gesloten periodes wordt gezien als een handeling die per definitie leidt tot een kans op een verslechtering dan wel significante verstoring van de habitats respectievelijk soorten waarvoor de beperking van toegankelijkheid van het gebied heeft plaatsgevonden. Dergelijke handelingen zijn dientengevolge steeds vergunningplichtig ex artikel 19d van de Nb-wet 1998. Indien de effecten van de activiteit op de te beschermen waarden binnen het gesloten gebied niet voldoende kunnen worden ondervangen door het stellen van voorschriften in de vergunning, dan kan de vergunning worden geweigerd. Dit vloeit voort uit het feit dat met het aanbrengen van een toegangsbeperking op het gebied wordt beoogd een extra mate van bescherming voor de waarden binnen dit gebied te bewerkstelligen naast de basisbescherming die voortvloeit uit de betreffende aanwijzing tot Natura 2000-gebied. De noodzaak tot betreden en/of bevaren van het beperkt toegankelijke gebied dient door de aanvrager in de aanvraag voor een vergunning, conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998, voldoende te worden gemotiveerd.

Ingevolge artikel 20, lid 4, van de Nb-wet 1998 gelden de toegangsbeperkingen niet voor de eigenaar of gebruiker van het betreffende gebied ten aanzien van het verbod zich binnen het gebied te bevinden indien bedoeld gebruiksrecht zich daarover uitstrekt. Indien en voor zover de eigenaar of gebruiker binnen het gebied activiteiten ontplooit, die verder gaan dan louter het zich bevinden binnen het gebied, geldt onverkort het bepaalde van deze regeling en artikel 19d Nb-wet 1998. De begrippen ‘eigenaar’ en ‘gebruiker’ zijn gedefinieerd in artikel 1 van de Nb-wet 1998; kortheidshalve wordt hier naar deze definities verwezen.

Kaart

De gebieden waarvoor de toegankelijkheidsbepalingen gelden, zijn aangegeven op de kaart ‘Toegangbeperking Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe’. Deze kaart is in meer detail te vinden als bijlage bij de vergunning op de website: www.overheid.nl/vergunningenbank.

De begrenzing van de betrokken gebieden zal ook verschijnen op de hydrografische kaarten van de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine.

Vanaf de waterzijde wordt de grens gevormd door de scheepvaartbetonning of, waar deze ontbreekt, door de NAP -5 meter dieptelijn. De begrenzing vanaf het water is variabel. Door de dynamiek van het morfologische systeem, of in het belang van de scheepvaart, kan het namelijk noodzakelijk zijn de betonning te verleggen. De begrenzing volgt dan de betonning.

Aanpassing besluit

Het Natura 2000-gebied ‘Westerschelde & Saeftinghe’ is een dynamisch ecosysteem. Onder invloed van de getijbeweging kunnen morfologische veranderingen in het gebied leiden tot wijziging van de begrenzing van deelgebieden. Periodiek wordt bezien of deze wijzigingen, of wijzigingen in het voorkomen en de verspreiding van kwalificerende Natura 2000-waarden, dienen te leiden tot aanpassing van onderhavig toegangbeperkingsbesluit.

Bijlage 257874.png
  1. ‘Verantwoord Vliegen’ Gedragscode voor de recreatieve Kleine Luchtvaart. Publicatie van Koninklijke Nederlandse Vereniging voor de Luchtvaart (KNVvL) en Aircrafts owners & Pilots Association (AOPA). 2007 ^ [1]
Naar boven