Regeling categorieën niet-automatisch voortrollende vergunningen

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-07-2017 t/m 10-05-2019

Artikel 1

De volgende vergunningen worden, op grond van artikel 3.17, tweede lid, onder b, van de Telecommunicatiewet, vanwege hun gebruik aangewezen als vergunningen die niet van rechtswege verlengd worden:

  • a. vergunningen, gekoppeld aan een vergunning bestemd voor analoge commerciële radio-omroep, die bestemd zijn voor het gebruik van frequentieruimte ten behoeve van digitale commerciële radio-omroep;

  • b. vergunningen die bestemd zijn voor het gebruik van frequentieruimte voor een bedrijfsondersteunende dienst met een zendbereik dat beperkt is tot de locatie waarop het bedrijf zijn activiteiten uitoefent;

  • c. vergunningen die bestemd zijn voor laagvermogen middengolfomroep;

  • d. vergunningen als bedoeld in artikel 3.12 van de Telecommunicatiewet;

  • e. vergunningen die bestemd zijn voor onbemand frequentiegebruik door radiozendamateurs;

  • f. vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte door radiozendamateurs die tijdelijk zijn verleend aan niet-ingezetenen en

  • g. vergunningen voor VHF en UHF-radiotelefonen voor vast opgestelde hijs- en torenkranen die ten behoeve van de communicatie op een bouwplaats zijn verleend.

Artikel 2

[Red: Wijzigt de Dienstenregeling centraal loket en interne markt informatiesysteem.]

Artikel 8

[Red: Wijzigt de Regeling universele dienstverlening en eindgebruikersbelangen.]

Artikel 9

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017 met uitzondering van artikel 8, onderdeel B, dat in werking treedt met ingang van 1 juli 2017.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling categorieën niet-automatisch voortrollende vergunningen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 oktober 2016

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp

Naar boven