Besluit Erepenning voor Verdiensten jegens Openbare Verzamelingen (Museumpenning)

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 09-02-2019 t/m heden

Besluit van 23 augustus 2016, houdende de instelling van de Erepenning voor Verdiensten jegens Openbare Verzamelingen (Besluit Erepenning voor Verdiensten jegens Openbare Verzamelingen (Museumpenning))

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 7 juli 2016, nr. 20160607, Bureau Bestuursondersteuning;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 1 De Erepenning voor Verdiensten jegens Openbare Verzamelingen wordt als blijk van erkentelijkheid uitgereikt aan hen die zich verdienstelijk hebben gemaakt ten opzichte van openbare Nederlandse verzamelingen van wetenschap en kunst, die voor het publiek toegankelijk zijn, met uitzondering van die welke toebehoren aan natuurlijke personen.

  • 2 De Erepenning wordt op voordracht van Onze Minister bij Koninklijk besluit uitgereikt.

Artikel 2

De Erepenning, bedoeld in artikel 1, is met goud of zilver of brons vervaardigd en cirkelrond met een middellijn van 36 millimeter, voorzien van een ronde knop met ring. Zij vertoont aan de voorzijde de naar links gewende beeldenaar van Onze beeltenis met het omschrift «Willem-Alexander Koning der Nederlanden» en aan de keerzijde als omschrift de woorden «voor verdiensten jegens openbare verzamelingen», in het midden is het Rijkswapen geplaatst, alsmede de woorden: Aan, gevolgd door de voorletters en de naam benevens de plaats van uitreiking alsmede de datum van toekenning, een en ander overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde reproductie.

Artikel 3

De Erepenning, bedoeld in artikel 1, wordt op de linkerborst gedragen aan een oranje-moiré lint, met in het midden twee verticale rode biezen van 2 millimeter breed met 3 millimeter onderlinge tussenruimte.

Artikel 4

  • 1 Het is aan hen, die met de Erepenning, bedoeld in artikel 1, begiftigd zijn, vergund het toegekende ereteken in een verkleinde vorm te dragen.

  • 2 De verkleinde modelonderscheiding (miniatuur) heeft een middellijn van 16 millimeter en wordt gedragen aan een oranje-moiré lint van 16 millimeter breed met in het midden twee dunne rode banen.

  • 3 Het draagteken bestaat uit een dubbele strik van 27 millimeter breed van oranje-moiré lint met in het midden twee smalle rode banen. In de knoop van de strik is een palmtak bevestigd waarvan het edelmetaal gelijk is aan het toegekende ereteken, zoals bedoeld in artikel 2.

  • 4 Het is gedecoreerden die zijn gerechtigd tot het dragen van een uniform vergund om de Erepenning te dragen in de vorm van baton van 27 bij 11 millimeter. Hierop is een palmtak bevestigd waarvan het edelmetaal gelijk is aan het toegekende ereteken, zoals bedoel in artikel 2.

  • 5 De modelonderscheiding, zoals bedoeld in artikel 2, alsmede de verkleinde vormen zoals in de vorige leden beschreven mogen niet gelijktijdig worden gedragen.

Artikel 5

  • 1 De Erepenning, bedoeld in artikel 1, kan tijdelijk of blijvend worden ontnomen indien de drager zich naar Onze beoordeling dit ereteken niet langer waardig toont.

  • 2 De tijdelijke of blijvende ontneming geschiedt bij Koninklijk besluit.

  • 3 De voordracht tot tijdelijk of blijvende ontneming wordt gedaan door Onze Minister.

Artikel 6

Het Koninklijk besluit van 26 juli 1952, nr.113, betreffende de toekenning van een draagpenning als blijk van erkentelijkheid en goedkeuring aan hen, die door het aanbieden van belangrijke geschenken of enige andere wijze zich verdienstelijk hebben gemaakt ten opzichte van Rijks- of Gemeentelijk wetenschappelijk of kunstverzamelingen, wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Erepenning voor Verdiensten jegens Openbare Verzamelingen (Museumpenning).

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan een afschrift zal worden gezonden aan de Kanselier der Nederlandse Orden.

Wassenaar, 23 augustus 2016

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. Bussemaker

Uitgegeven de eerste september 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Naar boven