Beleidsregels tegemoetkoming faunaschade

[Regeling vervallen per 01-01-2017.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 13-07-2016 t/m 31-12-2016

Beleidsregels tegemoetkoming faunaschade

Het bestuur van het Faunafonds,

Gelet op artikel 83 en 84 van de Flora- en faunawet;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • de wet: de Flora- en faunawet;

  • het bestuur: het bestuur van het Faunafonds;

  • landbouw: akkerbouw, weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, tuinbouw – daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen – en elke andere vorm van bodemcultuur hier te lande;

  • aanvrager: de grondgebruiker die een verzoek om een tegemoetkoming indient bij het Faunafonds;

  • meldingsjaar: het kalenderjaar waarin een aanvrager een verzoek om tegemoetkoming indient;

  • taxateur: een taxateur die werkzaam is voor een door het bestuur aangewezen taxatiebureau;

  • vollegrondsgroenteteelt: de teelt in open grond van groentegewassen;

  • kwetsbaar gewas: de onder ‘landbouw’ beschreven teelten, met uitzondering van weide-, hooi- of graszaadpercelen waarvan het grasgewas minimaal zes maanden oud is en granen en graszaad in de periode waarin het gewas afrijpt;

  • kapitaalintensieve teelten: kwetsbare gewassen die meerdere jaren op een plek staan en/of teelten die per hectare hoge financiële opbrengsten opleveren;

  • hoofdproduct: alle gewassen die geen bijproduct zijn van het hoofdproduct;

  • bijproduct: producten die afkomstig zijn van het hoofdproduct.

§ 2. Verzoeken om een tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Het bestuur kan het verzoek om een tegemoetkoming in de door beschermde inheemse diersoorten aangerichte schade aan de landbouw in behandeling nemen met inachtneming van de hierna volgde bepalingen:

  • 1. Een verzoek om een tegemoetkoming wordt door de aanvrager uitsluitend langs elektronische weg bij het Faunafonds ingediend op een daartoe door het bestuur vastgesteld formulier met bijlagen.

  • 2. Het verzoek wordt ingediend uiterlijk binnen 7 werkdagen, nadat de aanvrager de door een beschermde inheemse diersoort veroorzaakte schade heeft geconstateerd.

  • 3. Schade welke niet binnen 7 werkdagen na constatering door de aanvrager op het bij lid 1 vermelde formulier met bijlagen bij het Faunafonds is ingediend, komt niet voor een tegemoetkoming in aanmerking.

  • 4. Voordat het verzoek om een tegemoetkoming in behandeling wordt genomen, brengt het bestuur een behandelbedrag in rekening.

    • a. De hoogte van het behandelbedrag wordt door het ministerie van Economische Zaken bepaald. De hoogte van het behandelbedrag is vastgesteld op € 300,00.

    • b. Het behandelbedrag wordt vooraf geheven.

    • c. Indien het behandelbedrag niet wordt betaald, wordt een verzoek om een tegemoetkoming in de schade niet in behandeling genomen.

    • d. Op verzoek van de provincies kan het betaalde behandelbedrag gerestitueerd worden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Indien het formulier onjuist of onvolledig is ingevuld, dan wel indien de in het formulier genoemde bijlagen ontbreken, wijst het Faunafonds de aanvrager daarop en stelt deze gedurende een periode van tien werkdagen in de gelegenheid het verzoek aan te vullen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Indien een aanvrager, nadat daarom is verzocht, geen compleet verzoekschrift en de daarbij behorende bijlagen, of de nadere informatie die naar het oordeel van het bestuur nodig is om op het verzoekschrift te kunnen beslissen, verstrekt, wordt het verzoek verder niet in behandeling genomen.

§ 3. Taxatie van de schade

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

  • 1 De hoogte van de door één of meer beschermde inheemse diersoorten aangerichte schade wordt, zodra daaromtrent een definitief oordeel kan worden gegeven, door een taxateur getaxeerd.

  • 2 De aanvrager zal het gewas, de teelt of de producten, waarop het verzoek om tegemoetkoming betrekking heeft, niet eerder oogsten of anderszins van zijn bedrijf afvoeren, dan nadat de schade door een taxateur of adviseur faunazaken definitief is getaxeerd.

  • 3 De taxateur stelt, met inachtneming van de door het bestuur vastgestelde taxatierichtlijnen, van zijn bevindingen een rapport samen en ondertekent dat. De eindverantwoordelijke persoon van het bureau waarvoor de taxateur werkzaam is, parafeert het taxatierapport voor interne controle en zendt het taxatierapport aan het secretariaat van het Faunafonds. Na de eindtaxatie verstrekt de taxateur een schriftelijke bevestiging van de taxatie aan de aanvrager.

  • 4 Indien de aanvrager opmerkingen heeft over de bevindingen zoals weergegeven in de schriftelijke bevestiging van de taxatie, kan hij zijn reactie binnen acht werkdagen per mail of per post naar het secretariaat van het Faunafonds zenden.

  • 5 Het Faunafonds kan de taxateur vragen de reactie van de aanvrager van commentaar te voorzien. In dat geval zendt de taxateur dat commentaar zo spoedig mogelijk naar het secretariaat van het Faunafonds. Het Faunafonds zendt een afschrift van dat commentaar aan de aanvrager.

§ 4. Beoordeling van het verzoek om een tegemoetkoming

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

  • 1 Het bestuur kan uitsluitend een tegemoetkoming verlenen voor schade veroorzaakt door diersoorten genoemd in artikel 4, eerste lid, onderdeel a en b van de wet, en wolven, welke door vraat, graven, wroeten en vegen aan bedrijfsmatige landbouw is veroorzaakt.

  • 2 Uitsluitend aanvragers die hun hoofdbestaan of een substantieel gedeelte van hun bestaan vinden of plegen te vinden in de landbouw, kunnen voor een tegemoetkoming in aanmerking komen. Wanneer een aanvrager verplicht is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland een gecombineerde opgave te doen, is dat een aanwijzing dat hij zijn hoofdbestaan of een substantieel gedeelte van zijn bestaan in de landbouw vindt of pleegt te vinden.

  • 3 De percelen waarop schade is aangericht, dient de aanvrager op titel van eigendom, (erf)pacht dan wel een door de grondkamer goedgekeurde of ter registratie ingezonden (teelt)pachtovereenkomst in gebruik te hebben voor de uitoefening van bedrijfsmatige landbouw.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

  • 1 Het bestuur zal een tegemoetkoming slechts verlenen, indien en voor zover naar zijn oordeel de aanvrager de schade niet had kunnen voorkomen en beperken door het treffen van maatregelen of inspanningen waartoe hij naar eisen van redelijkheid en billijkheid was gehouden.

  • 2 Maatregelen of inspanningen ter voorkoming of beperking van schade, waarvan het bestuur meent dat deze naar eisen van redelijkheid en billijkheid door de aanvrager kunnen worden genomen, zijn:

    • a. voor kwetsbare gewassen de inzet van zowel visuele als akoestische middelen in voldoende aantallen;

    • b. voor kapitaalintensieve teelten de inzet van een deugdelijk raster als de schade wordt aangericht door diersoorten die staan vermeld onder artikel 4, eerste lid, onder a, van de wet;

    • c. voor overige gewassen verjaging door menselijke aanwezigheid;

    • d. alternatieve middelen waarvan het gebruik vooraf schriftelijk aan het bestuur is voorgelegd en het bestuur daarmee heeft ingestemd.

    Ter ondersteuning van de voorgaande maatregelen dient een ontheffing als bedoeld in het derde lid van dit artikel te worden aangevraagd.

  • 3 Een tegemoetkoming veroorzaakt door diersoorten genoemd in artikel 4, eerste lid onderdeel a en b van de wet en waarvoor ingevolge artikel 68 van de wet een ontheffing kan worden verleend, wordt slechts toegekend indien:

    • a. de ontheffing tijdig op deugdelijke wijze is aangevraagd en op inhoudelijke gronden door de betreffende provincie is geweigerd;

    • b. de ontheffing (of machtiging) tijdig, dat wil zeggen uiterlijk op de dag van schadeconstatering, is aangevraagd en nadat deze is verleend daarvan op adequate wijze gebruik is gemaakt, en desondanks, bedrijfsmatige schade aan gewassen, teelten of overige producten is opgetreden.

  • 4 Ten aanzien van verzoeken om een tegemoetkoming in schade veroorzaakt door overwinterende ganzen volgt het bestuur de provinciale ganzenbeheerplannen.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

  • 1 De hoogte van de tegemoetkoming wordt door het bestuur vastgesteld na kennisneming van het door de aanvrager ingezonden aanvraagformulier met bijlagen, het door de taxateur opgestelde taxatierapport eventueel voorzien van opmerkingen van de aanvrager en eventueel overige op het verzoek betrekking hebbende stukken.

  • 2 De getaxeerde schade wordt verminderd met 5% van de door de taxateur vastgestelde schade, met een minimum van € 250,00 per bedrijf per meldingsjaar.

  • 3 In bijzondere gevallen kan het bestuur besluiten de tegemoetkoming te bepalen op 100% van de door de taxateur, of de adviseur faunazaken, getaxeerde schade.

  • 4 Voor gewassen, teelten, overige producten, of bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren, welke door de plaats, het moment of de wijze van telen of houden, bijzonder kwetsbaar zijn voor schade veroorzaakt door diersoorten genoemd in artikel 4, eerste lid, onderdeel a en b van de wet, kan het bestuur een verhoogd eigen risico instellen.

  • 5 Tegemoetkomingen lager dan € 50,00 worden niet uitgekeerd.

§ 5. Gevallen waarin geen tegemoetkoming wordt verleend

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

In de volgende gevallen wordt geen tegemoetkoming verleend:

  • a. Indien de schade is aangericht door een beschermde inheemse diersoort welke krachtens artikel 65 van de wet bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen als diersoort welke in het gehele land veelvuldig belangrijke schade aanricht.

  • b. Indien de schade is aangericht door een beschermde inheemse diersoort welke krachtens artikel 65 van de wet bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen als diersoort welke in delen van het land veelvuldig belangrijke schade aanricht en voor het verjagen en doden van die schadeveroorzakende diersoort een vrijstelling geldt, tenzij aan deze vrijstelling voorwaarden, beperkingen of clausules zijn verbonden waardoor de vrijstelling feitelijk gelijk gesteld moet worden aan een ontheffing verleend op basis van artikel 68 van de wet.

  • c. Indien de schade is aangericht door een beschermde inheemse diersoort waarvoor het provinciaal bestuur krachtens artikel 67 van de wet personen of categorieën van personen heeft aangewezen om de stand van deze diersoorten te beperken.

  • d. Indien de schade is aangericht door een beschermde inheemse diersoort genoemd in artikel 16e van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten.

  • e. Voor schade veroorzaakt door diersoorten, vermeld in artikel 32 van de wet, waarop de jacht kan worden geopend, met uitzondering van de wilde eend buiten de periode waarop de jacht op deze diersoort is geopend.

  • f. Met ingang van januari 2017 voor schade veroorzaakt door beschermde inheemse diersoorten waarvoor een ontheffing krachtens artikel 68 van de wet is verleend, waarbij in de verleende ontheffing geen bepalingen zijn opgenomen die de schadebestrijding in de weg staan. De tegemoetkoming voor schade veroorzaakt door beschermde inheemse diersoorten waarvoor een ontheffing krachtens artikel 68 van de wet is verleend, waarbij in de verleende ontheffing geen bepalingen zijn opgenomen die de schadebestrijding in de weg staan wordt voor het jaar 2016 bepaald op 30% van de getaxeerde schade.

  • g.

    • I) Voor schade door vogels aan bessen- en kleinfruitteelt, kersen, druiven/wijnbouw;

    • II) Met ingang van 1 januari 2017 voor schade door vogels aan zacht fruit en pit- en steenvruchten;

    • III) De tegemoetkomingen voor vogelschades bedoeld onder II worden voor het jaar 2016 bepaald op 30% van de getaxeerde schade.

  • h. Voor schade op gronden welke zijn gelegen binnen de bebouwde kom.

  • i. Voor schade op gronden welke zijn gelegen binnen een straal van 500 meter van een vuilstortplaats, tenzij de schade wordt aangericht in de periode van 1 oktober tot en met 31 maart, of in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe in de periode van 1 oktober tot en met 30 april, en deze gronden door het provinciaal bestuur zijn aangewezen als foerageergebied voor kolganzen, grauwe ganzen of smienten.

  • j. Voor schade welke is aangericht aan materialen welke worden aangewend voor het (tijdelijk) afdekken van gewassen.

  • k. Indien het risico van schade door een beschermde inheemse diersoort verzekerbaar is bij ten minste twee in Nederland werkzame verzekeringsmaatschappijen.

  • l. Indien schade is aangericht aan gewassen op gronden:

    • I. waarvoor met een publiekrechtelijke rechtspersoon of een bij koninklijk besluit aangewezen particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisatie een pachtovereenkomst ingevolge artikel 7:388 BW tot verpachting binnen reservaten is afgesloten, of

    • II. waarvoor een erfpachtovereenkomst of pachtovereenkomst is gesloten en aan deze gronden beperkingen in het landbouwkundig gebruik zijn verbonden of beperkingen ten aanzien van het bestrijden van schadeveroorzakende diersoorten, of

    • III. die feitelijk niet voor landbouwkundige doeleinden worden aangewend, of

    • IV. die een functie hebben als waterkering.

  • m. Indien schade is aangericht op gronden waarvoor een vergoeding is verleend voor het opvangen van ganzen of knobbelzwanen en de schade is aangericht door overige ganzen, zwanen, meerkoeten of eendensoorten.

  • n. Indien schade is aangericht op gronden waarvoor een vergoeding is verleend in het kader van (P)SAN, SNL of ANLb voor botanisch beheer of botanisch randenbeheer.

  • o. Indien de schade is aangericht aan blijvend grasland in de maand oktober.

  • p. Indien de schade is aangericht aan blijvend grasland in de periode 1 november tot en met 31 januari daaropvolgend en het grasgewas bestemd is voor beweiding met schapen.

  • q. Indien de schade is aangericht aan knol-, bol- en wortelgewassen die na 1 december van het teeltseizoen worden geoogst, met uitzondering van onderdekkersteelten en van bloembollen.

  • r. Indien de schade is aangericht aan bijproducten van gewassen.

  • s. Indien de schade is aangericht door een beschermde inheemse diersoort aan bedrijfsmatig geteelde gewassen in een kas of bedrijfsmatig gehouden landbouwhuisdieren in een stal.

  • t. Indien schade is aangericht aan gebouwen, installaties, bouwwerken, geoogste gewassen, opgeslagen voedergewassen of verpakte voedergewassen.

  • u. Indien schade is aangericht aan voertuigen, (lucht)vaartuigen of overige vervoermiddelen.

  • v. Indien, door handelingen of het nalaten daarvan door de aanvrager, de taxateur of de adviseur faunazaken de schade niet meer kan taxeren.

  • w. Indien de aanvrager het beschadigde gewas niet meer zal oogsten.

  • x. Indien de aanvrager het betreffende perceel niet meer in gebruik zal nemen.

  • y. Indien de schade wordt veroorzaakt door een ziekte.

  • z. In andere gevallen waarin het bestuur oordeelt dat de schade redelijkerwijs ten laste van de grondgebruiker behoort te blijven.

§ 6. Schade aangericht door de wolf

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

  • 1 Het op grond van artikel 2, vierde lid geheven behandelbedrag wordt gerestitueerd als de schade door de wolf is aangericht.

  • 2 In afwijking van artikel 8, tweede lid wordt geen eigen risico berekend als de schade door de wolf is aangericht.

  • 3 In afwijking van artikel 6, eerste en derde lid komt schade aangericht door de wolf aan hobbymatig gehouden schapen en geiten tevens in aanmerking voor een tegemoetkoming. Artikel 6, tweede lid is niet van toepassing als het gaat om schade aangericht door de wolf mits de aanvrager een particulier is, die geen onderneming drijft.

§ 7. Overig

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

  • 1 Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.

  • 2 Deze beleidsregels zijn niet van toepassing op de afhandeling van verzoekschriften die voorafgaand aan de inwerkingtreding zijn ingediend.

Deze beleidsregels zullen met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Utrecht, 29 juni 2016

Het bestuur van het Faunafonds,

De voorzitter,

C.J. Kalden

Naar boven