Beleidsregel verlagen subsidie EFMZV

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Beleidsregel van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 29 juni 2016, nr. WJZ / 16093701, houdende regels die zien op het verlagen van subsidie in het kader van Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2014, L 149) (Beleidsregel verlagen subsidie EFMZV)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • verordening 508/2014: Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 2328/2003, (EG) nr. 861/2006, (EG) nr. 1198/2006 en (EG) nr. 791/2007 van de Raad en Verordening (EU) nr. 1255/2011 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2014, L 149).

Artikel 2. Reikwijdte

De minister besluit voor subsidies die verstrekt worden in het kader van verordening 508/2014, tot het verlagen van subsidie in de in deze beleidsregel genoemde gevallen op basis van de bevoegdheden, bedoeld in de afdelingen 4.2.5 en 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3. Toepassing kortingspercentage

  • 1 De in deze beleidsregel opgenomen kortingspercentages worden toegepast op het subsidiebedrag dat resteert na eventuele andere verlagingen van het subsidiebedrag bij vaststelling.

  • 2 Indien er sprake is van een samenwerkingsverband, worden de in deze beleidsregel opgenomen kortingspercentages toegepast op het subsidiebedrag dat de individuele subsidieontvanger die de overtreding heeft begaan, ontvangt, tenzij de overtreding niet aan een individuele subsidieontvanger is toe te rekenen.

Artikel 4. Niet aanleveren van gevraagde informatie

Indien een subsidieontvanger niet heeft voldaan aan een in de Regeling Europese EZ-subsidies of in een beschikking tot subsidieverlening opgenomen verplichting juiste en volledige informatie aan te leveren, wordt het subsidiebedrag met twee procent verlaagd.

Artikel 5. Niet voldoen aan een meldingsplicht

Indien een subsidieontvanger niet voldoet aan een in de Regeling Europese EZ-subsidies of in een beschikking tot subsidieverlening opgenomen meldingsplicht, wordt het subsidiebedrag met twee procent verlaagd.

Artikel 6. Niet voldoen aan administratieverplichtingen

  • 1 Indien een subsidieontvanger zijn administratie niet voert of bewaart overeenkomstig artikel 2.17 van de Regeling Europese EZ-subsidies, of zoals beschreven in een beschikking tot subsidieverlening, wordt het subsidiebedrag met twee procent verlaagd, indien de subsidieontvanger de overtreding niet binnen drie weken heeft hersteld.

  • 2 De termijn, bedoeld in het eerste lid, vangt aan met ingang van de dag na die, waarop de overtreding schriftelijk aan de subsidieontvanger is medegedeeld.

Artikel 7. Niet voldoen aan communicatieverplichtingen

Het subsidiebedrag wordt met drie procent verlaagd, indien de subsidieontvanger niet voldoet aan artikel 3.1.6, zesde of zevende lid, van de Regeling Europese EZ-subsidies, of de in een beschikking tot subsidieverlening opgenomen verplichting om:

  • a. de communicatieactiviteiten te ondernemen die hij overeenkomstig Bijlage V, paragraaf 3.1, tweede lid, onderdeel e, van verordening 508/2014 heeft voorgesteld, of

  • b. er zorg voor te dragen dat bij alle op het publiek gerichte voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen duidelijk wordt gemaakt dat voor de desbetreffende concrete actie steun uit het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij is verleend, overeenkomstig de Uitvoeringsverordening (EU) nr. 763/2014 van de Commissie van 11 juli 2014 houdende uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 508/2014 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij met betrekking tot de technische kenmerken van voorlichtings- en publiciteitsmaatregelen en instructies over de vormgeving van het embleem van de Unie (PbEU 2014, L 209).

Artikel 8. Niet voldoen aan aanbestedingsregels

  • 1 Indien een subsidieontvanger, die een aanbestedende dienst is als bedoeld in artikel 1.1 van de Aanbestedingswet 2012, zich in een project dat is gesubsidieerd in het kader van verordening 508/2014, niet houdt aan de regels inzake aanbesteding, wordt het subsidiebedrag dat betrekking heeft op de opdracht waar de overtreding op ziet verlaagd overeenkomstig de bijlage bij deze regeling.

  • 2 De op grond van de bijlage bij deze regeling opgelegde kortingspercentages worden niet cumulatief toegepast. Indien er sprake is van meerdere overtredingen met verschillende kortingspercentages, wordt alleen het hoogste kortingspercentage toegepast.

  • 3 Bij de toepassing van bevindingen 17.2, 19 en 23.2 uit de bijlage bij deze regeling worden geen wezenlijke wijzigingen aangebracht in een reeds gegunde opdracht. Een wijziging wordt als wezenlijk beschouwd, indien:

    • a. de aanbestedende dienst voorwaarden heeft toegevoegd, waardoor, als ze direct zouden zijn opgenomen, andere inschrijvers zouden zijn toegestaan;

    • b. de opdracht door de wijziging aan een ander wordt gegund;

    • c. de aanbestedende dienst de omvang van de opdracht uitbreidt door daarin werk, diensten of leveringen op te nemen die aanvankelijk niet waren opgenomen, of

    • d. de wijziging de opdracht verandert in het voordeel van de aanbestedende dienst op een wijze die aanvankelijk niet was voorzien.

Artikel 9. Niet voldoen aan instandhoudingsplicht

  • 1 Indien een subsidieontvanger niet voldoet aan artikel 2.19 of artikel 3.1.7 van de Regeling Europese EZ-subsidies of de in een beschikking tot subsidieverlening opgenomen verplichting tot instandhouding van een investering, wordt het subsidiebedrag dat betrekking heeft op de investering die onterecht niet in stand is gehouden verlaagd met een percentage dat wordt bepaald door het aantal dagen dat een investering onterecht niet in stand is gehouden, te delen door het aantal dagen dat de instandhoudingsplicht van toepassing is, vermenigvuldigd met 100.

  • 2 De subsidieontvanger toont aan hoeveel dagen een investering onterecht niet in stand is gehouden.

  • 3 Indien de subsidieontvanger niet kan aantonen hoeveel dagen een investering onterecht niet in stand is gehouden, wordt:

    • a. indien hij de startdatum niet kan aantonen, als startdatum 1 januari van het jaar waarin de overtreding is begonnen aangehouden,

    • b. indien hij de einddatum niet kan aantonen, als einddatum 31 december van het jaar waarin de overtreding is beëindigd aangehouden.

  • 4 Indien de subsidieontvanger niet kan aantonen in welk jaar de overtreding:

    • a. is begonnen, wordt als startdatum de datum aangehouden waarop de instandhoudingsplicht is ingegaan,

    • b. is beëindigd, wordt als einddatum de datum aangehouden van de laatste dag waarop de instandhoudingsplicht van toepassing is.

Artikel 9a. Niet voldoen aan artikel 10, tweede lid, van verordening 508/2014

  • 1 Indien een subsidieontvanger niet voldoet aan de verplichting, bedoeld in artikel 3.1.6, eerste lid, van de Regeling Europese EZ-subsidies of de in een beschikking tot subsidieverlening opgenomen verplichting te voldoen aan artikel 10, tweede lid, van verordening 508/2014, wordt:

    • a. indien de beschikking tot subsidievaststelling nog niet is gegeven, het subsidiebedrag verlaagd met 100%;

    • b. indien de beschikking tot subsidievaststelling is gegeven, het subsidiebedrag verlaagd met een percentage dat wordt bepaald door het aantal dagen dat de overtreding van de verplichting duurt, te delen door het aantal dagen dat de verplichting van toepassing is, gerekend vanaf de dag na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling, vermenigvuldigd met 100.

  • 2 De duur van de overtreding, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt bepaald door als startdatum de datum aan te houden waarop de overtreding is geconstateerd en als einddatum de datum waarop de verplichting, bedoeld in het eerste lid, niet meer van toepassing is.

Artikel 10. Cumulatie

  • 1 In afwijking van de artikelen 4 tot en met 7 wordt het subsidiebedrag met één procent verlaagd, indien er voor een project al een verlaging van het subsidiebedrag heeft plaatsgevonden en nogmaals een overtreding wordt geconstateerd, waarvoor op basis van hetzelfde artikel een kortingspercentage wordt opgelegd. Deze korting van één procent komt bovenop de korting die reeds opgelegd wordt voor de eerste overtreding van de artikelen 4 tot en met 7.

  • 2 De gecumuleerde verlaging van het subsidiebedrag, bedoeld in het eerste lid, bedraagt maximaal tien procent per project.

Artikel 10a

De bijlage bij artikel 8 zoals die luidde onmiddellijk voorafgaand aan 1 januari 2022 blijft van toepassing op subsidies die zijn aangevraagd voor 15 mei 2019.

Artikel 11. Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel verlagen subsidie EFMZV.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Deze beleidsregel zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 29 juni 2016

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

M.H.P. van Dam

Bijlage behorende bij artikel 8

Nr.

Overtreding

Korting

Aankondiging van opdracht en bestek

1.1.

De opdracht is niet gepubliceerd volgens de juiste procedures en ook niet op andere wijze openbaar gemaakt. Dit geldt ook voor rechtstreekse gunning of procedures van gunning door onderhandelingen, zonder voorafgaande aankondiging van de opdracht, als niet aan de criteria voor de toepassing ervan is voldaan.

100% van de opdracht

1.2.

De opdracht is niet gepubliceerd volgens de juiste procedures, maar de opdracht is wel op een dusdanige wijze openbaar gemaakt dat gegadigden tijdig hebben/hadden kunnen reageren (in het geval van een EU-aanbestedingsplichtige opdracht betreft het zowel gegadigden in Nederland als in andere lidstaten).

25% van de opdracht

2

Er is sprake van een kunstmatige splitsing van de opdracht en deze is daardoor niet gepubliceerd volgens de juiste procedures.

Dit geldt voor EU-aanbestedingsplichtige opdrachten en voor opdrachten onder de Europese drempel.

100% van de opdracht indien de opdracht ook niet op andere wijze openbaar is gemaakt;

25% van de opdracht indien de opdracht wel op een dusdanige wijze openbaar is gemaakt dat gegadigden tijdig hebben/hadden kunnen reageren (ingeval van een EU-aanbestedingsplichtige opdracht betreft het zowel gegadigden in Nederland als in andere lidstaten).

3.

De aanbestedende dienst vermeldt niet de belangrijkste redenen voor hun besluit om de opdracht niet in percelen op te splitsen.

5% van de opdracht

4.1.

De termijnen voor de ontvangst van inschrijvingen en/of voor ontvangst van verzoeken tot deelname zijn niet nageleefd. De geboden termijn was korter dan de minimaal toegestane.

100% van de opdracht indien de geboden tijd 0–15% is van de tijd die beschikbaar gesteld had moeten worden bedraagt of indien de geboden tijd 5 dagen of minder bedraagt, 25% indien 16–50% van de tijd geboden wordt; 10% indien 51–70% van de tijd geboden wordt; 5% indien 71–99% van de tijd geboden wordt

4.2.

Het niet verlengen van termijnen voor de ontvangst van inschrijvingen terwijl er wezenlijke wijzigingen worden aangebracht in de aanbestedingsdocumenten.

10% van de opdracht indien de geboden tijd niet verlengd is bij wezenlijke wijzigingen in de aanbestedingsdocumenten;

5% van de opdracht indien de in de richtlijnen vastgestelde termijnen met minder dan 30% zijn verkort

5.1.

Onvoldoende tijd voor potentiële inschrijvers/gegadigden om aanbestedingsstukken te verkrijgen. De geboden tijd was korter dan de minimaal toegestane.

25% van de opdracht indien de geboden tijd 5 dagen of minder bedraagt, 10% van de opdracht indien de geboden tijd 0–50% van de tijd die beschikbaar gesteld had moeten worden bedraagt, en 5% van de opdracht indien 51–80% van de tijd geboden wordt

5.2.

Er zijn beperkingen om aanbestedingsdocumenten te verkrijgen.

25% van de opdracht indien de contracterende partij geen kosteloze vrije, rechtstreekse en volledige elektronische toegang tot bepaalde aanbestedingsstukken heeft aangeboden

6.

De verlenging van termijnen voor inschrijving en/of voor ontvangst van verzoeken tot deelname is niet (correct) gepubliceerd.

Hieronder valt ook de situatie dat gevraagde nadere informatie niet (tijdig) aan alle inschrijvers is verstrekt

10% van de opdracht indien de verlenging van de termijn niet is gepubliceerd volgens de juiste procedures én ook niet op andere wijze openbaar gemaakt, of indien de termijn niet is verlengd terwijl aanvullende informatie niet uiterlijk zes dagen vóór de vastgestelde termijn wordt verstrekt, 5% van de opdracht indien de verlenging van de termijn niet is gepubliceerd volgens de juiste procedures, maar de opdracht is wel op een dusdanige wijze openbaar gemaakt dat gegadigden in andere lidstaten tijdig hebben/hadden kunnen reageren

7.

Gevallen waarbij het gebruik van een mededingingsprocedure met onderhandeling of een concurrentiegerichte dialoog niet gerechtvaardigd is

25% van de opdracht indien de aanbestedende dienst een overheidsopdracht gunt door middel van een mededingingsprocedure met onderhandeling of een concurrentiegerichte dialoog in situaties waarin richtlijn 2014/24/EU niet voorziet, 10% van de opdracht indien de aanbestedende dienst voor volledige transparantie zorgde inclusief een rechtvaardiging van het gebruik van deze procedures in de aanbestedingsstukken, in de aanbestedingsdocumenten geen limiet voor het aantal geschikte kandidaten om een initiële inschrijving in te dienen is opgenomen en gelijke behandeling van alle inschrijvers tijdens de aanbestedingsonderhandelingen was gewaarborgd

8.

Niet-naleving van de vastgestelde procedure voor elektronische en geaggregeerde aanbestedingen

25% van de opdracht indien de niet-naleving heeft geleid tot de gunning van een opdracht aan een andere partij dan aan de partij aan wie het had moeten worden gegund, 10% van de opdracht indien de niet-naleving een afschrikwekkende werking zou kunnen hebben gehad voor potentiële inschrijvers

9.1.

In de aankondiging stonden niet alle selectiecriteria en/of in de aankondiging of het bestek stonden niet alle gunningscriteria (inclusief de weging)

25% van de opdracht

9.2.

In de aankondiging stonden niet de voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd en/of technische specificaties

10% van de opdracht

9.3.

In de aankondiging of het bestek stonden de gunningscriteria en hun weging onvoldoende gedetailleerd gepubliceerd met als gevolg dat de concurrentie onterecht wordt beperkt (het ontbreken van details zou een afschrikkende werking kunnen hebben gehad op potentiële inschrijvers)

10% van de opdracht

9.4.

De aanbestedende dienst heeft verduidelijkingen of aanvullende informatie (met betrekking tot selectie- en gunningcriteria) niet aan alle inschrijvers meegedeeld of gepubliceerd

10% van de opdracht

10.

Gebruik van

– criteria voor uitsluiting, selectie, gunning of

– voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd of

– technische specificaties

die discriminerend zijn op basis van ongerechtvaardigde nationale, regionale of lokale voorkeuren (zoals de verplichting om reeds een vestiging of vertegenwoordiging in het land of de regio te hebben en de eis om ervaring in het land of de regio te hebben).

25% van de opdracht indien ondernemers afgeschrikt hadden kunnen worden om in te schrijven, en 10% van de opdracht indien er nog een minimumniveau van concurrentie was gewaarborgd (er waren inschrijvingen die werden aanvaard en aan de selectiecriteria voldeden)

11.

Gebruik van

– criteria voor uitsluiting, selectie, gunning of

– voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd of

– technische specificaties

die niet discriminerend zijn op basis van nationale, regionale of lokale voorkeuren maar de toegang voor marktdeelnemers alsnog beperken.

* 25% van de opdracht indien minimumeisen inzake bekwaamheid voor een opdracht duidelijk niet relevant zijn voor de opdracht; of indien de uitsluitings-, selectie- en / of gunningscriteria of voorwaarden voor de uitvoering van contracten hebben geleid tot een situatie waarin slechts één marktdeelnemer een offerte kon indienen en dit resultaat niet kan worden gerechtvaardigd door de technische specificiteit van de opdracht

* 10% van de opdracht indien onder meer minimumeisen inzake bekwaamheid wel relevant zijn maar niet in verhouding staan tot de opdracht; of indien tijdens de beoordeling van kandidaten de selectiecriteria als gunningscriteria werden gebruikt; of indien specifieke handelsmerken, merken of normen vereist zijn, behalve wanneer dergelijke vereisten betrekking hebben op een aanvullend deel van de opdracht en het potentiële effect op de EU-begroting slechts formeel is,

* 5% van de opdracht indien er nog een minimumniveau van concurrentie was gewaarborgd (er waren inschrijvingen die werden aanvaard en aan de selectiecriteria voldeden)

12.

De omschrijving in de aankondiging en/of het bestek was dermate onduidelijk of onvoldoende dat de potentiële inschrijvers het voorwerp van de opdracht niet konden vaststellen wat een afschrikkende werking veroorzaakt waardoor de concurrentie mogelijk wordt beperkt.

10% van de opdracht

13.

De aanbestedingsdocumentatie legt beperkingen op aan het gebruik van onderaannemers voor een deel van de opdracht dat in abstracte termen als een bepaald percentage van dat contract is vastgesteld, en ongeacht de mogelijkheid om de capaciteiten van potentiële onderaannemers te verifiëren en zonder enige vermelding van het wezenlijke karakter van de taken die het betreft.

5% van de opdracht

Selectie van inschrijvers en beoordeling van inschrijvingen

14.1.

Selectiecriteria (of technische specificaties) zijn na de opening c.q. start van de aanbesteding aangepast waardoor ten onterechte inschrijvers zijn geaccepteerd.

De selectiecriteria zijn tijdens de selectieprocedure aangepast waardoor inschrijvers zijn geaccepteerd die niet zouden zijn geaccepteerd als de gepubliceerde selectiecriteria zouden zijn gevolgd.

25% van de opdracht

14.2.

Selectiecriteria (of technische specificaties) zijn na de opening c.q. start van de aanbesteding aangepast waardoor ten onterechte inschrijvers zijn afgewezen.

De selectiecriteria zijn tijdens de selectieprocedure aangepast waardoor inschrijvers zijn afgewezen die niet zouden zijn afgewezen als de gepubliceerde selectiecriteria zouden zijn gevolgd.

25% van de opdracht

15.

Bij de beoordeling zijn gunningscriteria gebruikt die verschillen van die vermeld zijn in de aankondiging van de opdracht of het bestek; of aanvullende gunningscriteria zijn gebruikt die niet zijn gepubliceerd

* 25% van de opdracht indien dit een discriminerend effect had (op basis van ongerechtvaardigde nationale, regionale of lokale voorkeuren), en

* 10% van de opdracht in andere gevallen

16.

Er is onvoldoende audit trail voor de gunning van de opdracht.

* 100% van de opdracht voor het weigeren van toegang tot de relevante informatie, en

* 25% van de opdracht indien de relevante documentatie onvoldoende is om de gunning van de opdracht te rechtvaardigen

17.1.

De aanbestedende dienst heeft tijdens de beoordeling toegestaan dat een inschrijver/gegadigde zijn offerte mocht aanpassen en de wijziging leidt tot de gunning van de opdracht aan die inschrijver/gegadigde

25% van de opdracht

17.2.

Er vonden tijdens de gunning onderhandelingen met de indiener(s) van een offerte plaats met als gevolg dat de oorspronkelijke voorwaarden zoals vastgelegd in het bestek of de aankondiging wezenlijk zijn veranderd

25% van de opdracht

17.3.

Bij concessies staat de aanbestedende dienst een inschrijver/gegadigde toe het onderwerp, gunningscriteria en de minimumvereisten tijdens onderhandelingen te wijzigen, waarbij als gevolg van de wijziging de opdracht aan die inschrijver/gegadigde wordt gegund.

25% van de opdracht

18.

Onregelmatige voorafgaande betrokkenheid van inschrijvers / gegadigden bij de aanbestedende dienst. Wanneer voorafgaand advies van een inschrijver leidt tot een verstoring van de mededinging of leidt tot een schending van de beginselen van non-discriminatie, gelijke behandeling en transparantie, in de voorwaarden die worden genoemd in de artikelen 40 en 41 van Richtlijn 2014/24/EU.

25% van de opdracht

19.

In het kader van een mededingingsprocedure met onderhandeling zijn de oorspronkelijke voorwaarden van de opdracht wezenlijk gewijzigd in de aankondiging van de opdracht of het bestek, waardoor een nieuwe opdracht gepubliceerd had moeten worden

25% van de opdracht

20.

Onterechte afwijzing van, gezien de opdracht, abnormaal lage inschrijver(s) zonder dat de aanbestedende dienst schriftelijk om uitleg heeft gevraagd over de door hem noodzakelijk geachte verduidelijkingen over de samenstelling van de desbetreffende offerte(s); of wanneer dergelijke vragen wel zijn gesteld maar de aanbestedende dienst niet kan aantonen dat het de antwoorden van de inschrijvers heeft beoordeeld

25% van de opdracht

21.

Belangenconflict met gevolgen voor de uitkomst van de aanbestedingsprocedure

100% van de opdracht indien een belangenconflict wordt vastgesteld dat niet bekendgemaakt is of onvoldoende is verminderd en de opdracht aan de betrokken inschrijver is gegund.

22.

Offertevervalsing (wanneer groepen bedrijven samenspannen om prijzen te verhogen of de kwaliteit van goederen, werken of diensten die in openbare aanbestedingen worden aangeboden te verlagen), vastgesteld door een mededingingsautoriteit, rechtbank of andere bevoegde instantie

* 100% van de opdracht indien een persoon binnen het beheers- en controlesysteem of de aanbestedende dienst heeft deelgenomen aan de offertevervalsing door de betrokken inschrijvers te helpen, en de opdracht is gegund aan een bedrijf dat zich aan offertevervalsing schuldig heeft gemaakt. (frauduleus handelen/belangenconflict)

* 25% van de opdracht indien alleen samenspannende bedrijven aan de aanbestedingsprocedure hebben deelgenomen

* 10% van de opdracht indien de inschrijvers die zich aan offertevervalsing schuldig maken, werkten zonder hulp van iemand uit het beheers- en controlesysteem of de aanbestedende dienst en de opdracht aan een van die bedrijven is gegund

Uitvoering van de opdracht

23.1.

Wijzigingen van bestanddelen van de opdracht in de aankondiging of het bestek; elke prijsverhoging van meer dan 50% van de waarde van de oorspronkelijke opdracht

25% van de opdracht plus de nieuwe werken/leveringen/diensten (indien aanwezig) als gevolg van de wijzigingen

23.2.

Er is sprake van een wezenlijke wijziging van de bestanddelen van de opdracht, zoals vastgelegd in de aankondiging of het bestek (zoals prijs, de aard van de werkzaamheden, de uitvoeringstermijn, de betalingsvoorwaarden en de gebruikte materialen). Een wijziging is wezenlijk indien de opdracht door de wijziging materieel verschilt van de oorspronkelijke opdracht. Dit is in elk geval zo wanneer aan de voorwaarden van artikel 72, vierde lid, richtlijn 2014/24/EU is voldaan.

25% van de waarde van de opdracht plus de nieuwe werken / leveringen / diensten (indien aanwezig) als gevolg van de wijzigingen

23.3

Wijzigingen van bestanddelen van de opdracht, zoals vastgesteld in de aankondiging of het bestek, die niet in overeenstemming zijn met artikel 72, eerste lid, richtlijn 2014/24/EU.

25% van de waarde van de opdracht plus de nieuwe werken / leveringen / diensten (indien aanwezig) als gevolg van de wijzigingen

Overig

   

24

De onregelmatigheid is slechts van formele aard, zonder enige daadwerkelijke of mogelijke financiële gevolgen.

0% van de opdracht

Naar boven