Besluit verlening mandaat en machtiging aan Chief Executive Officer ProRail B.V. ter [...] spoorgoederenvervoer voor bijzondere omleidingskosten

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2021.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 20-05-2016 t/m heden

Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 17 mei 2016, nr. IENM/BSK-2016/77864, houdende verlening van mandaat en machtiging aan de Chief Executive Officer van ProRail B.V. voor de uitvoering van de Tijdelijke subsidieregeling spoorgoederenvervoer voor bijzondere omleidingskosten

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:6, eerste lid, 10:9, eerste lid, en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de instemming van de Chief Executive Officer van ProRail B.V. d.d. 25 april 2016;

Besluit:

Artikel 1

Aan de Chief Executive Officer van ProRail B.V. wordt mandaat verleend tot:

Artikel 2

Aan de Chief Executive Officer van ProRail B.V. wordt machtiging verleend tot:

  • a. het verrichten van alle benodigde werkzaamheden ter voorbereiding van de in artikel 1 bedoelde besluiten;

  • b. het voeren van procedures bij de rechter over de in artikel 1 bedoelde besluiten.

Artikel 3

De Chief Executive Officer van ProRail B.V. kan met betrekking tot de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 1 en 2, ondermandaat en machtiging verlenen aan één of meer onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 4

Bij de uitoefening van het mandaat en de machtiging neemt de Chief Executive Officer van ProRail B.V. of degene die ondermandaat of machtiging als bedoeld in artikel 3 is verleend, de in de bijlage bij dit besluit opgenomen instructie in acht.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de Tijdelijke subsidieregeling spoorgoederenvervoer voor bijzondere omleidingskosten wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2016.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Infrastructuur en Milieu,

S.A.M. Dijksma

Bijlage Instructie uitoefening mandaat en machtiging Tijdelijke subsidieregeling spoorgoederenvervoer voor bijzondere omleidingskosten als bedoeld in artikel 4

  • 1. De Chief Executive Officer van ProRail B.V. voert bij de uitoefening van het mandaat een ordentelijke en transparante administratie, die desgevraagd met de Minister wordt gedeeld.

  • 2. De Chief Executive Officer van ProRail B.V. zendt jaarlijks een overzicht naar de Minister, waarin uiteen is gezet hoeveel keer bezwaar is gemaakt en beroep is ingesteld tegen de op grond van de Tijdelijke subsidieregeling spoorgoederenvervoer voor bijzondere omleidingskosten genomen besluiten. In het overzicht wordt eveneens vermeld waartoe het gemaakte bezwaar of het ingestelde beroep heeft geleid.

  • 3. De Chief Executive Officer van ProRail B.V. verstrekt desgevraagd alle inlichtingen omtrent de behandeling van de verzoeken, de behandeling van de bezwaar- en de beroepschriften en de redenen om tegen een uitspraak van de rechtbank hoger beroep in te stellen.

  • 4. De Chief Executive Officer van ProRail B.V. informeert de Minister over zaken van:

    • principieel juridische aard;

    • beleidsmatig principiële aard, of

    • politiek- of bestuurlijk-gevoelige aard.

  • 5. De Chief Executive Officer van ProRail B.V. zendt de Minister ieder kwartaal een uiteenzetting van de kosten die in het kader van de Tijdelijke subsidieregeling spoorgoederenvervoer voor bijzondere omleidingskosten zijn gemaakt. Deze uiteenzetting bevat zowel de kosten die zijn gemaakt in het kader van de uitvoering als de kosten die zijn gemaakt ten behoeve van voorschotten en verstrekte subsidies aan spoorwegondernemingen.

  • 6. Van de verlening van ondermandaat en van het doorgeven van de machtiging doet de Chief Executive Officer van ProRail B.V. schriftelijk mededeling aan de Minister.

  • 7. Een document waarin een besluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, of handeling als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt vastgelegd of bevestigd, bevat in ieder geval een verwijzing naar de Tijdelijke subsidieregeling spoorgoederenvervoer voor bijzondere omleidingskosten.

  • 8. Een document waarin een besluit als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, of handeling als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt vastgelegd of bevestigd, vermeldt aan het slot:

‘DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

namens deze,’

gevolgd door de functieaanduiding, naam en handtekening van de gemandateerde of gemachtigde functionaris.

Naar boven