Regeling Monitoring Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen

[Regeling vervallen per 22-07-2016.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2016 t/m 01-01-2016

Regeling Monitoring Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen

Ingevolge de artikelen 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van informatieverstrekking voor de monitoring van zorguitgaven.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2016, 23462, datum inwerkingtreding 10-05-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.

Artikel 1. Reikwijdte

[Regeling vervallen per 22-07-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze regeling is van toepassing op zorgkantoren/Wlz-uitvoerders als bedoeld in artikel 1.1.1. van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2016, 23462, datum inwerkingtreding 10-05-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.

Artikel 2. Doel van de regeling

[Regeling vervallen per 22-07-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze regeling heeft als doel het stellen van regels over de informatie die zorgkantoren/Wlz-uitvoerders als genoemd in artikel 1 van deze regeling moeten aanleveren ten behoeve van het monitoren van de uitgaven Persoonsgebonden budget (PGB) en de besteding aan individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen.

Deze gegevens worden gebruikt om te bepalen in hoeverre de beschikbare ruimten voor PGB’s toereikend zijn om de toegekende budgetten aan de budgethouders te bekostigen en in hoeverre het mogelijk is om nog budgetten toe te kennen aan aspirant budgethouders. Voor de individueel aangepaste hulpmiddelen worden de gegevens gebruikt om te bepalen of de uitgaven hiervan passen binnen de door VWS gestelde ruimte.

Deze regels hebben betrekking op de inhoud van de informatie zelf, de wijze waarop deze moet worden aangeleverd en de termijnen waarbinnen dat moet.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2016, 23462, datum inwerkingtreding 10-05-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.

Artikel 3. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 22-07-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. PGB: een subsidie waarmee de cliënt onder de bij of krachtens artikel 3.3.3 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht gestelde voorwaarden aan hem te verlenen zorg kan inkopen.

  • b. Individueel aangepaste hulpmiddelen: rolstoelen voor individueel gebruik en persoonsgebonden hulpmiddelen als bedoeld in artikel 3.1.2 van het Besluit langdurige zorg.

  • c. Zorgkantoor: een ingevolge artikel 4.2.4, tweede lid, van de Wlz voor een bepaalde regio aangewezen Wlz-uitvoerder. Het zorgkantoor is voor alle cliënten die wonen in de regio waarvoor hij is aangewezen, belast met de verstrekking van het PGB.

  • d. Werkelijke uitgaven PGB: de werkelijke betalingen aan budgethouders die door de SVB zijn uitgevoerd.

Voor overige begrippen wordt verwezen naar de Beleidsregel Definities Wlz.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2016, 23462, datum inwerkingtreding 10-05-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.

Artikel 4. Te verstrekken informatie PGB

[Regeling vervallen per 22-07-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Zorgkantoren als bedoeld in artikel 3 zijn voor het budgetjaar 2016 verplicht om in dat jaar maandelijks een opgave te verstrekken van het totaalbedrag van aan budgethouders toegekende budgetten (toegekende trekkingsrechten) PGB voor het lopende jaar, de reserveringen PGB tot einde lopende jaar en de reserveringen voor het volgende jaar.

  • 2 Zorgkantoren als bedoeld in artikel 3 zijn voor het budgetjaar 2016 eveneens verplicht om in dat jaar maandelijks een opgave te verstrekken op budgethouderniveau van de indicatiegegevens, toegekende bedragen en de looptijd van de subsidieperiode.

  • 3 Zorgkantoren zijn verplicht de NZa uiterlijk 1 juli 2016 een definitieve (werkelijke) opgave te verstrekken van de werkelijke uitgaven van het PGB over het jaar 2015. De opgave moet voorzien zijn van een controleverklaring verstrekt door een accountant. De NZa stelt hiervoor een controleprotocol beschikbaar.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2016, 23462, datum inwerkingtreding 10-05-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.

Artikel 5. Indieningstermijnen en compleetheid van de te verstrekken informatie PGB

[Regeling vervallen per 22-07-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Voor de opgaven zoals bedoeld in artikel 4 moet gebruik worden gemaakt van de hiertoe bestemde formulieren die de NZa beschikbaar stelt.

  • 2 De opgave zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 4 moet maandelijks ingediend worden bij de NZa, met als peildatum de laatste dag van de maand. De opgave moet ingediend worden voor de 15e van de opvolgende maand. De opgave is compleet indien deze het volledig ingevulde digitale formulier bevat met de volgende gegevens:

    • aantal budgethouders PGB;

    • toegekende budgetten (afgegeven trekkingsrechten) voor PGB- houders voor het jaar 2016;

    • gereserveerd bedrag PGB vanaf het moment van opgave tot einde jaar 2016;

    • gereserveerd bedrag PGB voor het jaar 2017;

    • aantal cliënten op wachtlijst voor toekenning van een PGB;

    • onderbouwing van afwijkingen ten opzichte van de cijfers van voorgaande periodes.

  • 3 De opgave zoals bedoeld in het tweede lid van artikel 4 moet maandelijks ingediend worden bij de NZa, met als peildatum de laatste dag van de maand. De opgave moet ingediend worden voor de 15e van de opvolgende maand. De totaalbedragen van de opgaven bedoeld in het eerste en tweede lid van artikel 4 moeten bij elkaar aansluiten. De opgave is compleet indien deze het volledig ingevulde formulier bevat met de volgende gegevens:

    • het ZZP waarvoor de budgethouder is geïndiceerd;

    • het bedrag van een eventuele meerzorgtoeslag;

    • het totaal toegekende bedrag Wlz-PGB;

    • ingangsdatum van de subsidieperiode Wlz-PGB;

    • einddatum van de subsidieperiode Wlz-PGB.

  • 4 De opgave bedoeld in het derde lid van artikel 4 is compleet indien deze de volgende onderdelen bevat:

    • totaal aantal budgethouders PGB over 2015, met een peildatum op 15 april 2016;

    • toegekende budgetten (afgegeven trekkingsrechten) over het jaar 2015. De afwijking ten opzichte van de maandopgave moet worden toegelicht;

    • totaal werkelijk uitgaven PGB over 2015, peildatum 15 april jaar 2016.’

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2016, 23462, datum inwerkingtreding 10-05-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.

Artikel 6. Te verstrekken informatie individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen

[Regeling vervallen per 22-07-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Zorgkantoren, als bedoeld in artikel 3, zijn voor het budgetjaar 2016 verplicht om in dat jaar maandelijks een opgave te verstrekken van de uitgaven Wlz-hulpmiddelen van de voorgaande kalendermaand. Onderdeel van deze uitvraag is tevens een opgave van de uitgaven aan hulpmiddelen voor de groep cliënten waarvan de geriatrische revalidatiezorg reeds in 2014 is begonnen en het gebruik van de individueel aangepaste hulpmiddelen doorloopt in 2016. De opgave moet ingediend worden bij de NZa voor de 15e van de opvolgende maand en heeft als peildatum de laatste dag van de maand.

  • 2 Zorgkantoren zijn verplicht de NZa uiterlijk 15 maart 2016 een definitieve (werkelijke) opgave te verstrekken van de uitgaven hulpmiddelen in het jaar t-1.

  • 3 Voor de opgaven bedoeld in het eerste en tweede lid van dit artikel moet gebruik worden gemaakt van het hiertoe bestemde formulier dat de NZa beschikbaar stelt.

  • 4 De opgave bedoeld in het eerste lid van dit artikel is compleet, indien deze het volgende onderdeel bevat:

    • Het volledig ingevulde digitale formulier met het totaalbedrag uitgaven aan individueel aangepaste hulpmiddelen met als peildatum de laatste dag van een maand.

  • 5 De opgave bedoeld in het tweede lid van dit artikel is compleet indien deze ten minste de volgende onderdelen bevat:

    • het totaal bedrag uitgaven individueel aangepaste hulpmiddelen jaar 2015, peildatum 31 december jaar 2015. Deze opgave moet aansluiten bij de gegevens uit de maandopgaven.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2016, 23462, datum inwerkingtreding 10-05-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.

Artikel 7. Wijze van verstrekking

[Regeling vervallen per 22-07-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De genoemde formulieren zijn beschikbaar gesteld op de website van de NZa (www.nza.nl). Zorgkantoren/Wlz-uitvoerders dienen de in artikel 4, 5 en artikel 6 bedoelde informatie in te dienen per e-mail aan info@nza.nl.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2016, 23462, datum inwerkingtreding 10-05-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.

Artikel 8. Gebrekkige aanlevering

[Regeling vervallen per 22-07-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Van een gebrekkige aanlevering is sprake indien de in artikel 4, 5 en 6 bedoelde informatie onjuist, onvolledig, niet, of niet tijdig wordt aangeleverd.

  • 2 Van een onjuiste of onvolledige aanlevering is sprake, indien de in de artikelen 4, 5 en 6 bedoelde informatie weliswaar binnen de geldende indieningstermijnen is verstrekt, maar niet heeft plaatsgevonden overeenkomstig de eisen die hieraan in deze regeling zijn gesteld. Bij een onjuiste of onvolledige aanlevering stelt de NZa het zorgkantoor/de Wlz-uitvoerder ten minste eenmaal in de gelegenheid – kosteloos en zonder verdere gevolgen – alsnog binnen een nader te stellen termijn over te gaan tot aanlevering van de juiste en volledige informatie.

    Indien de in artikel 4, 5 en 6 bedoelde informatie na herhaaldelijk verzoek onjuist of onvolledig is aangeleverd, kan de NZa gebruik maken van de haar toekomende handhavende bevoegdheden zoals genoemd in hoofdstuk 6 van de Wmg. Voor deze gevallen wordt dan een separaat en nader in te vullen handhavingstraject vastgesteld. Daarbij wordt ook bepaald in welk geval welk handhavingsinstrument (zoals aanwijzing, boete, last onder dwangsom) wordt ingezet.

  • 3 Van een niet tijdige aanlevering is sprake wanneer na het verstrijken van de geldende indieningstermijnen alsnog een aanlevering van de in de artikelen 4, 5 en 6 genoemde informatie is ontvangen. Bij de beoordeling of sprake is van een niet tijdige aanlevering, is niet relevant of de informatie onjuist, onvolledig of compleet is.

    Indien de in artikel 4, 5 en 6 bedoelde informatie niet of niet tijdig is ontvangen, kan de NZa gebruik maken van de haar toekomende handhavende bevoegdheden zoals genoemd in hoofdstuk 6 van de Wmg.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2016, 23462, datum inwerkingtreding 10-05-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.

Artikel 9. Overschrijding PGB-kader

[Regeling vervallen per 22-07-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Indien een zorgkantoor verwacht het regionale PGB-kader te overschrijden, moet dit tijdig kenbaar worden gemaakt bij de NZa. Hierbij moet niet worden gewacht tot de maandelijkse informatieverstrekking zoals beschreven in deze regeling. Een zorgkantoor mag het beschikbaar gestelde PGB subsidieplafond niet overschrijden. Om een overschrijding van een regionaal plafond te voorkomen kan een zorgkantoor:

  • middelen overhevelen vanuit de contracteerruimte voor zorg in natura uit de eigen regio;

  • andere zorgkantoren verzoeken om middelen over te hevelen vanuit het PGB-kader of contracteerruimte voor zorg in natura;

  • een PGB stop afkondigen en zorg in natura aanbieden;

  • indien bovenstaande niet mogelijk is, een knelpuntenprocedure starten.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2016, 23462, datum inwerkingtreding 10-05-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.

Artikel 10. Intrekking oude regeling

[Regeling vervallen per 22-07-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze regeling wordt de Regeling monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen met kenmerk (CA-NR-1653a) met terugwerkende kracht per 1 januari 2016, ingetrokken.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2016, 23462, datum inwerkingtreding 10-05-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.

Artikel 11. Overgangsbepaling

[Regeling vervallen per 22-07-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De Regeling monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen, met kenmerk CA-NR-1653, blijft van toepassing op gedragingen (handelen en nalaten) van zorgkantoren die onder de werkingssfeer van die regeling vielen en die zijn aangevangen – en al dan niet beëindigd – in de periode dat die regeling gold.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2016, 23462, datum inwerkingtreding 10-05-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeerregel

[Regeling vervallen per 22-07-2016]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016, tenzij de Staatscourant waarin de regeling ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg, wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2015, in welk geval de regeling in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst, en terugwerkt tot en met 1 januari 2016.

Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Regeling Monitoring Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen.’

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2016, 23462, datum inwerkingtreding 10-05-2016, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2016.

de Raad van bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit,

M.J. Kaljouw

voorzitter Raad van Bestuur

Naar boven