Besluit op de jeugdverblijven

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-07-2016 t/m heden

Besluit van 16 maart 2016, houdende vaststelling van bepalingen omtrent de kwaliteitsvoorschriften met het oog op het bevorderen van de veiligheid, het pedagogisch klimaat en het voorkomen van een ernstige bedreiging voor de ontwikkeling van de minderjarigen in jeugdverblijven (Besluit op de jeugdverblijven)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 november 2015, nr. 2015-0000282214, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 5 van de Wet op de jeugdverblijven;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 december 2015, no. W12.15.0404/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 maart 2016, nr. 2016-0000025155, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • houder: degene die een jeugdverblijf in stand houdt;

  • jeugdverblijf: inrichting, niet door een Nederlandse overheid of krachtens een wettelijk voorschrift bekostigd, waar ten minste vier minderjarigen elk gedurende een half jaar meer dan de helft van de tijd buiten familie- of gezinsverband overnachten of naar verwachting zullen overnachten.

Artikel 2. Missie en visie jeugdverblijf

De kwaliteitsvoorschriften betreffende de missie en visie van het jeugdverblijf bevatten in ieder geval de volgende elementen:

  • a. de doelen van het jeugdverblijf;

  • b. de normen en waarden die in het jeugdverblijf worden gehanteerd en die de houder aan de minderjarigen wil meegeven; en

  • c. een beschrijving van de doelgroep waar het jeugdverblijf zich op richt.

Artikel 3. Positie en betrokkenheid minderjarigen en hun ouders

De kwaliteitsvoorschriften betreffende de positie en betrokkenheid van de minderjarigen en hun ouders bevatten in ieder geval de volgende elementen:

  • a. de mogelijkheden tot inspraak en betrokkenheid van minderjarigen en ouders ten aanzien van het beleid van het jeugdverblijf;

  • b. het ten minste eenmaal per jaar houden van evaluatiegesprekken met de ouders;

  • c. de wijze van ter beschikkingstelling van de kwaliteitsvoorschriften aan de minderjarigen en hun ouders; en

  • d. de wijze van schriftelijke bekendmaking aan de ouders en minderjarigen wie de vertrouwenspersoon is en hoe deze is te bereiken, hoe de vertrouwelijkheid en onafhankelijkheid van deze persoon is gewaarborgd en wat de taken en de bevoegdheden van deze persoon zijn.

Artikel 4. Klachtenbeleid

De kwaliteitsvoorschriften betreffende het klachtenbeleid bevatten een klachtenprocedure voor de ouders en de minderjarigen waarin in ieder geval wordt beschreven:

  • a. bij wie een klacht wordt ingediend;

  • b. dat behandeling van een klacht geschiedt door een persoon die niet bij de gedraging waarop de klacht betrekking heeft, betrokken is geweest;

  • c. binnen welke termijn de klacht wordt behandeld;

  • d. dat er jaarlijks schriftelijk verslag wordt gedaan over de behandeling van de ingediende klachten; en

  • e. de wijze waarop wordt gewaarborgd dat ouders, minderjarigen, werknemers en vrijwilligers op de hoogte zijn van het klachtenbeleid.

Artikel 5. Verslaglegging ten aanzien van beleid en doelstellingen

De kwaliteitsvoorschriften betreffende de verslaglegging ten aanzien van het beleid en de doelstellingen van het jeugdverblijf bevatten een omschrijving van de wijze waarop het beleid jaarlijks wordt geëvalueerd en naar aanleiding daarvan eventueel wordt aangepast.

Artikel 6. Veilige en gezonde werk- en leefomgeving

De kwaliteitsvoorschriften betreffende de veilige en de gezonde werk- en leefomgeving bevatten in ieder geval de volgende elementen:

  • a. de aanwezigheid van te allen tijde ten minste één werknemer of vrijwilliger in het jeugdverblijf, die over een geldig EHBO-diploma beschikt;

  • b. een motivering voor de verhouding tussen het aantal gelijktijdig aanwezige vrijwilligers of werknemers en het aantal minderjarigen;

  • c. op welke wijze zorg wordt gedragen voor een veilige en gezonde leefomgeving voor de in het jeugdverblijf verblijvende minderjarigen;

  • d. op welke wijze omgegaan wordt met:

    • 1°. agressie en discriminatie;

    • 2°. alcohol en drugs;

    • 3°. kindermishandeling; en

    • 4°. pesten; en

  • e. op welke wijze wordt gewaarborgd dat de houder, dan wel diens vervanger, te allen tijde bereikbaar is.

Artikel 7. Personeelsbeleid

De kwaliteitsvoorschriften betreffende het personeelsbeleid bevatten in ieder geval de volgende elementen:

  • a. de taken en functies van de werknemers en vrijwilligers van het jeugdverblijf, inclusief de bijbehorende verantwoordelijkheden en bevoegdheden; en

  • b. het aannamebeleid, met daarin opgenomen wat de gewenste competenties zijn voor nieuwe werknemers en vrijwilligers, waarbij onderscheid kan worden gemaakt tussen werknemers en vrijwilligers.

Artikel 8. Pedagogisch beleid en pedagogisch klimaat

De kwaliteitsvoorschriften betreffende het pedagogisch beleid en het pedagogisch klimaat bevatten een pedagogisch beleidsplan, waarin de voor dat jeugdverblijf kenmerkende visie op de omgang met minderjarigen is beschreven. Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen in ieder geval een beschrijving van:

  • a. de wijze waarop de emotionele veiligheid van de minderjarigen binnen het jeugdverblijf wordt gewaarborgd;

  • b. de mogelijkheden voor minderjarigen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competenties;

  • c. de wijze waarop invulling wordt gegeven aan burgerschapsvorming;

  • d. het gebruik van de maatregelen straffen, schorsen en verwijderen; en

  • e. het gebruik van sociale media.

Artikel 9. Leesbaarheid en begrijpelijkheid kwaliteitsvoorschriften

De kwaliteitsvoorschriften zijn voor de werknemers, vrijwilligers, minderjarigen en hun ouders leesbaar en begrijpelijk en worden aan hen ter beschikking gesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 16 maart 2016

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.J. van Rijn

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

L.F. Asscher

Uitgegeven de vijfentwintigste april 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Naar boven