Besluit mandaat, volmacht en machtiging van de Centrale Commissie Dierproeven CCD 2014

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 03-01-2015 t/m heden

Besluit van de Centrale Commissie Dierproeven van 19 december 2014, ref 2014-04, houdende regels inzake mandaat, volmacht en machtiging van de Centrale Commissie Dierproeven (Besluit mandaat, volmacht en machtiging van de Centrale Commissie Dierproeven CCD 2014)

De Centrale Commissie Dierproeven,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. minister: de Minister van Economische Zaken;

  • b. CCD: de Centrale Commissie Dierproeven als bedoeld in art. 18 van de Wet op de dierproeven;

  • c. Ondersteunend bureau dierproeven en alternatieven: de organisatie van het personeel als bedoeld in artikel 18 zevende lid van de Wet op de dierproeven;

  • d. de voorzitter: de voorzitter van de Centrale Commissie Dierproeven als bedoeld in artikel 18 tweede lid van de Wet op de dierproeven;

  • e. de plaatsvervangend voorzitter: het lid dat door de voorzitter is aangewezen om in geval van afwezigheid van de voorzitter als zijn plaatsvervanger te fungeren;

  • f. het lid: het lid van de Centrale Commissie Dierproeven als bedoeld in artikel 18 tweede lid van de Wet op de dierproeven;

  • g. de algemeen secretaris: de algemeen secretaris is belast met het geven van leiding aan het Ondersteunend bureau dierproeven en alternatieven;

  • h. de plaatsvervangend algemeen secretaris: de senior medewerker die door de algemeen secretaris is aangewezen om in geval van afwezigheid van de algemeen secretaris als zijn plaatsvervanger te fungeren;

  • i. de jurist: de jurist belast met het behandelen van een bezwaarschrift en/of een (hoger) beroep en werkzaam voor het Ondersteunend bureau dierproeven en alternatieven;

Hoofdstuk 2. Taakverdeling

Artikel 2

Aan de voorzitter wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein, met dien verstande dat in ieder geval het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen tot zijn werkterrein behoort.

Artikel 3

Aan de algemeen secretaris wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat in ieder geval tot zijn werkterrein wordt gerekend het beslissen op een vergunningaanvraag, het verlenen van een erkenning, het afwijzen van een Wob-verzoek en het indienen van een verweerschrift in geval van een aanhangig (hoger) beroep, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het aangaan van financiële verplichtingen tot een bedrag van € 50.000 per verplichting.

Artikel 4

  • 1 Aan de juristen wordt, ieder voor zich, voor zover het betreft aangelegenheden op hun werkterrein, machtiging verleend voor het behandelen van een bezwaarschrift of (hoger) beroep.

  • 2 Aan de juristen, wordt, ieder voor zich, voor zover het betreft aangelegenheden op hun werkterrein, machtiging verleend tot vertegenwoordiging bij geschillen. Tevens zijn zij bevoegd om voor de behandeling van een geschil één of meer personen als medegemachtigde te introduceren.

Hoofdstuk 3. Vervanging

Artikel 5

  • 1 De uit dit besluit voor de voorzitter voortvloeiende bevoegdheden gaan in het geval van afwezigheid over op zijn plaatsvervanger.

  • 2 De uit dit besluit voor de algemeen secretaris voortvloeiende bevoegdheden gaan in het geval van afwezigheid over op zijn plaatsvervanger.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 18 december 2014.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging van de Centrale Commissie Dierproeven CCD 2014.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 december 2014

De Centrale Commissie Dierproeven,

L.J. Hellebrekers,

voorzitter

B.J. Blaauboer

lid

F.A. Klatter

lid

T. Rijnders

lid

E.N. Stassen

lid

Naar boven