Mandaatbesluit OCW DUS-I

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 15-07-2016 t/m heden

Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 februari 2016, nr. WJZ/879065, houdende de verlening van mandaat en machtiging aan de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) in verband met de instelling van DUS-I en de invoering en toepassing van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (Mandaatbesluit OCW DUS-I)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikelen 10:3 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11 van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008;

Gezien de instemming van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de kwartiermaker van de Dienst Uitvoering Subsidies voor Instellingen van 4 februari 2016;

Besluit:

Artikel 1

Aan de directeur van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (verder DUS-I) wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend om alle noodzakelijke besluiten te nemen en alle noodzakelijke handelingen te verrichten voor zover deze betrekking hebben op het werkterrein van DUS-I.

Artikel 2

Aan de directeur van DUS-I wordt toegestaan om met betrekking tot het mandaat, bedoeld in artikel 1, zelf ondermandaat te verlenen. Het vierde lid van artikel 11 van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3

  • 1 De behandeling van bezwaarschriften, gericht tegen besluiten door of namens de directeur van DUS-I genomen, geschiedt, onder toepassing van de Regeling behandeling bezwaarschriften OCW, bij de Dienst Uitvoering Onderwijs.

  • 2 De Dienst Uitvoering Onderwijs draagt eveneens zorg voor de noodzakelijke procesvertegenwoordiging bij de behandeling van verzoeken om een voorlopige voorziening, beroepschriften en beroepschriften in hoger beroep, gericht tegen besluiten door of namens de directeur van DUS-I genomen.

Artikel 4

Besluiten als bedoeld in artikel 1, genomen door of namens de kwartiermaker van DUS-I in de periode van 1 februari 2016 tot het moment van inwerkingtreding van dit besluit, gelden als besluiten genomen namens de minister.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. Bussemaker

Naar boven