Beleidsregels veiligheidsnormen ATC

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 25-07-2015 t/m heden

Beleidsregels van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, betreffende het beoordelingskader voor wijzigingen in functionele systemen van de Luchtverkeersleiding Nederland en het daarbij te borgen veiligheidsniveau (Beleidsregels veiligheidsnormen ATC)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 9, eerste lid, en 10, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1034/2011 van de Commissie van 17 oktober 2011 betreffende het veiligheidstoezicht op het gebied van luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 691/2010 (PbEU L 271), onderdeel 3.1 van Bijlage I, de onderdelen 3.1.1, onder d, 3.1.2, onder c, 3.2.1, onder c, en 3.2.4 van Bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 van de Commissie van 17 oktober 2011 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 482/2008 en (EU) nr. 691/2010 (PbEU L 271) en artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

Voor de toepassing van de artikelen 9, eerste lid, en 10 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1034/2011 van de Commissie van 17 oktober 2011 betreffende het veiligheidstoezicht op het gebied van luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 691/2010 (PbEU L 271) en onderdeel 3.1 van Bijlage I en de onderdelen 3.1.1, onder d, 3.1.2, onder c, 3.2.1, onder c, en 3.2.4 van Bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 van de Commissie van 17 oktober 2011 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 482/2008 en (EU) nr. 691/2010 (PbEU L 271), gelden de beleidsregels opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Infrastructuur en Milieu,
namens deze:

de Secretaris-Generaal

L.C.M. Ongering

Bijlage

1. Inleiding en doelstelling

Deze beleidsregels hebben betrekking op de veiligheid van de luchtverkeersdienstverlening op en rond de luchthaven Schiphol. De beleidsregels geven een kader voor de wijze waarop de veiligheid van wijzigingen in de feitelijke uitvoering van de werkzaamheden door Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), het zogenaamde functionele systeem door de minister zullen worden beoordeeld. Tevens wordt hierbij aangegeven hoe het vereiste minimum veiligheidsniveau door de minister wordt ingevuld en zal worden beoordeeld.

2. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a)

    • botsing tussen twee of meer luchtvaartuigen,

    • botsing tussen een luchtvaartuig en één of meer actief deelnemende grondvoertuigen, of

    • ongeval door zogturbulentie van een ander luchtvaartuig,

    luchtverkeersleiding (ATC) gerelateerd ongeval: waarbij ten minste één van de betrokkenen verkeersleiding verkrijgt;

  • b) LVNL: organisatie voor het verlenen van luchtverkeersdiensten, bedoeld in artikel 5.22 van de Wet luchtvaart;

  • c) ongeval: hetgeen in artikel 2 van Verordening (EU) nr. 996/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart en houdende intrekking van Richtlijn 94/56/EG is bepaald;

  • d) toezichthoudende autoriteit: nationale toezichthoudende instantie als bedoeld in artikel 2, onderdeel 5, van Verordening 1035/2011;

  • e) verordening 1034/2011: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1034/2011 van de Commissie van 17 oktober 2011 betreffende het veiligheidstoezicht op het gebied van luchtverkeersbeheer en luchtvaartnavigatiediensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 691/2010 (PbEU L 271);

  • f) verordening 1035/2011: Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 van de Commissie van 17 oktober 2011 tot vaststelling van de gemeenschappelijke eisen voor de verlening van luchtvaartnavigatiediensten en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 482/2008 en (EU) nr. 691/2010 (PbEU L 271).

3. De veiligheidsdoelstelling

De veiligheidsdoelstelling als bedoeld in Bijlage II bij verordening 1035/2011 betreft de doelstelling om aan de luchtverkeersleiding gerelateerde veiligheidsrisico’s te minimaliseren, voor zover redelijkerwijs mogelijk en in overeenstemming met deze beleidsregels en de daarin opgenomen veiligheidscriteria.

4. Veiligheidscriteria

  • a) De minister ziet er op toe dat bij de beoordeling van de veiligheid van het functionele systeem en wijzigingen daarvan de LVNL gebruik maakt van veiligheidscriteria welke specifiek en verifieerbaar zijn. Ieder criterium is een maat voor veiligheidsrisico of een andere maat die gerelateerd is aan veiligheid.

  • b) De veiligheidscriteria zijn:

    • (1) kwantitatieve veiligheidsrisiconiveaus, waarbij de kans op een luchtverkeersleiding (ATC) gerelateerd ongeval, niet groter is dan 3x10-7 ongevallen per vlucht;

    • (2) erkende standaarden of praktijkcodes; of

    • (3) gerelateerd aan de veiligheidsprestatie van het bestaande systeem of een vergelijkbaar systeem, waarbij het systeem waaraan de veiligheidsprestatie wordt gerelateerd op een valide wijze als voldoende veilig wordt gekwalificeerd.

  • c) Voor de toepassing van onderdelen a en b kan de LVNL gebruik maken van een safety criteria raamwerk.

5. Eisen aan de keuze van de veiligheidscriteria

De minister beoordeelt of de LVNL een valide onderbouwde keuze van de veiligheidscriteria die op een wijziging worden toegepast maakt. De veiligheidscriteria zijn:

  • (1) toepasbaar op de desbetreffende wijziging;

  • (2) geheel of gedeeltelijk kwantitatief, mits relevante modellen en data beschikbaar zijn; en

  • (3) proportioneel, gelet op de aard en omvang van de inschatting van de veiligheidsrisico’s, de effecten op capaciteit, efficiency, milieu en kosten.

6. Verankering in het Veiligheidsmanagementsysteem

  • a) De minister beoordeelt of in de procedures van de LVNL betreffende wijzigingen van functionele systemen tevens is bepaald hoe de validiteit van de toegepaste veiligheidscriteria wordt onderbouwd en de argumentatie wordt vormgegeven. Beoordeeld wordt tevens of de LVNL voor de toepassing van bovenstaande veiligheidscriteria zo nodig een onderverdeling maakt van de operatie in deelprocessen en daarvoor normwaarden vaststelt, waarbij de risico’s verbonden aan deze deelprocessen tezamen de veiligheidsnorm van 3x10-7 ongevallen per vlucht niet overschrijden.

  • b) In overeenstemming met de geldende versie van verordening 1034/2011 kunnen de procedures die conform deze beleidsregels door LVNL zijn opgesteld pas worden gebruikt nadat deze door de minister zijn geaccepteerd.

7. Overgangstermijn

Gedurende de periode dat de processen en procedures nog niet in overeenstemming zijn met deze beleidsregels zal de minister met de LVNL afspraken maken over de aanpassing daarvan teneinde deze in lijn te brengen met de beleidsregels. Het is voorzien dat uiterlijk per 1 januari 2016 de minister en de LVNL hun interne procesgang op deze beleidsregels hebben aangepast.

8. Evaluatie

Naast de evaluatie als bedoeld in artikel 2 van deze beleidsregel, vindt een evaluatie plaats van de veiligheid van het functionele systeem. De minister ziet er op toe dat de LVNL eens in de vijf jaar deze evaluatie uitvoert, en indien de LVNL deze evaluatie niet opportuun acht, de LVNL daartoe een argumentatie opstelt, welke voor de minister acceptabel is.

Naar boven