Regeling vervoer huishoudelijk gevaarlijk afval 2015

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 25 juni 2015, nr. IENM/BSK-2015/124646, houdende regels met betrekking tot het vervoer van huishoudelijk gevaarlijk afval (Regeling vervoer huishoudelijk gevaarlijk afval 2015)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 4, derde lid, van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen;

Besluit:

Begripsomschrijving

Artikel 1. Definities

  • begeleider: degene die bij het voertuig aanwezig is om het huishoudelijk gevaarlijk afval in ontvangst te nemen;

  • chemokar: voertuig dat is ingericht voor het, door of in opdracht van de voor het inzamelen van huishoudelijk afval verantwoordelijke gemeente, inzamelen van huishoudelijk gevaarlijk afval en het vervoer hiervan naar het depot;

  • depot: locatie waar het ingezamelde huishoudelijk gevaarlijk afval wordt verzameld, opgeslagen en gereed gemaakt voor vervolgtransport naar de afvalverwerker;

  • element: buitenverpakking waarin de ingezamelde stoffen ten behoeve van het vervoer met de chemokar worden verzameld;

  • etiket: etiket als bedoeld in paragraaf 5.2.2.2.2 van bijlage 1 bij de VLG;

  • huishoudelijk gevaarlijk afval: KCA en de volgende niet tot KCA behorende gevaarlijke stoffen die als afvalstoffen vrijkomen uit huishoudens of in kleine hoeveelheden vrijkomen uit bedrijven:

    • a. restanten van vuurwerk dat op grond van artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit is aangewezen als vuurwerk dat ter beschikking mag worden gesteld voor particulier gebruik,

    • b. spuitbussen vallende onder klasse 2, UN nr. 1950,

    • c. brandblusapparaten vallende onder klasse 2, UN nr. 1044,

    • d. stoffen of voorwerpen vallende onder de klassen 3, 6.1 of 8,

    • e. afgeknipte capillairen, bloedbuizen en soortgelijke scherpe voorwerpen, onder klasse 6.2,

    • f. batterijen onder klasse 9;

  • gevaarlijke stoffen: gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 1 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

  • inzamelen: het verzamelen van afvalstoffen die zijn afgegeven door verschillende personen, inclusief de voorlopige sortering en de voorlopige opslag van afvalstoffen, om deze daarna te vervoeren naar een depot.

  • klasse: de klasse gevaarlijke stoffen volgens paragraaf 2.1.1 van bijlage 1 bij de VLG;

  • KCA: Klein Chemisch Afval, huishoudelijk afval waar chemische stoffen in zitten die schadelijk zijn voor de gezondheid en voor het milieu en die volgens de afvalstoffenverordening, bedoeld in artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer of het omgevingsplan, bedoeld in de Omgevingswet, gescheiden van het huisvuil ingeleverd dienen te worden;

  • route-inzameling: het inzamelen van huishoudelijk gevaarlijk afval volgens een vooraf bepaalde route, die eindigt bij het depot, waarbij afvalstoffen tijdens het vervoer worden samengevoegd met gelijksoortige afvalstoffen die zijn afgegeven door verschillende, voorafgaand aan de inzameling niet bekende personen;

  • VLG: Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen.

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1 Deze regeling is van toepassing op route-inzameling door een chemokar van:

    • a. huishoudelijk gevaarlijk afval;

    • b. huishoudelijk gevaarlijk afval afkomstig van bedrijven dat wordt aangeboden in een geschikte verpakking met een inhoud van maximaal 60 liter.

  • 2 Deze regeling is niet van toepassing op het vervoer tussen het depot en de afnemer van het afval.

Artikel 3. Beperking toepasselijkheid VLG

  • 1 De VLG is niet van toepassing op het vervoer van ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen gedurende de in artikel 2, eerste lid, bedoelde route-inzameling, indien wordt voldaan aan de in artikel 4 gestelde voorwaarden.

  • 2 In afwijking van het eerste lid blijven de bepalingen uit de volgende onderdelen van bijlage 1 bij de VLG wel van toepassing:

    • a. hoofdstuk 1.3 en hoofdstuk 8.2 betreffende de opleidingseisen van personen die betrokken zijn bij het vervoer van gevaarlijke goederen;

    • b. paragraaf 5.3.2.1.1 en 5.3.2.2.1 betreffende te voeren oranje borden, en

    • c. paragraaf 8.1.4 betreffende brandbestrijdingsuitrusting

Artikel 4. Voorwaarden

  • 1 Aangeboden gevaarlijke stoffen die niet behoren tot de stoffen bedoeld in artikel 2 en stoffen waarvan niet bekend is of niet vastgesteld kan worden wat de aard en klasse van de stof is, worden niet ingenomen.

  • 2 Het ingezamelde afval wordt opgeslagen en vervoerd in voor de ingezamelde stof geschikte elementen die overeenkomen met of gelijkwaardig zijn aan de voor de betreffende klasse van gevaarlijke stoffen in bijlage 1 bij de VLG voorgeschreven elementen en onder omstandigheden die geschikt zijn voor het veilig vervoeren van die ingezamelde stof.

  • 3 Er zijn geschikte maatregelen genomen om onder normale vervoersomstandigheden breuk of lekkage van de stoffen uit de verpakking of elementen te voorkomen en ingeval van lekkage de gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken.

  • 4 In één element mogen geen gevaarlijke stoffen gezamenlijk worden verzameld met andere stoffen, als deze met elkaar kunnen reageren en daarbij aanleiding geven tot:

    • a. verbranding of aanmerkelijke warmteontwikkeling;

    • b. ontwikkeling van brandbare, verstikkende, oxiderende of giftige gassen;

    • c. vorming van bijtende stoffen, of;

    • d. de vorming van instabiele stoffen.

  • 5 De verschillende elementen zijn voorzien van een bij de klasse van de inhoud passend etiket en een vermelding van de verzamelnaam van de stoffen in het element.

  • 6 De elementen zijn op een zodanige wijze gestuwd dat verschuiving tijdens het vervoer niet mogelijk is.

  • 7 De laadruimte is voorzien van een goed werkende ventilatie met voldoende capaciteit om ophoping van eventueel vrijkomende gevaarlijke dampen in de laadruimte te voorkomen.

  • 8 In de chemokar bevindt zich een veiligheidsinstructie.

  • 9 De begeleider beschikt aanvullend op een geldig certificaat als bedoeld in paragraaf 8.2.2.8 van bijlage 1 bij de VLG over een gerichte opleiding en instructie voor het op een veilige manier inzamelen, indelen in klassen en vervoeren van huishoudelijk gevaarlijk afval. De opleiding moet tevens tot doel hebben de begeleider bewust te maken van de veilige handelings- en noodprocedures.

  • 10 Het voertuig wordt slechts onbeheerd achtergelaten als het deugdelijk is afgesloten.

Artikel 5. Vervoerdocumenten

Tijdens de route-inzameling zijn in de chemokar aanwezig:

  • a. Een document waaruit blijkt dat het route-inzameling per chemokar betreft, vallend onder deze regeling, met hierop aangegeven het beginpunt, eindpunt en de route van de route-inzameling

  • b. De contactgegevens van de persoon bij de onderneming waartoe de chemokar behoort waarmee in geval van calamiteiten contact kan worden opgenomen.

  • c. Het vakbekwaamheidscertificaat van de begeleiders, bedoeld in paragraaf 8.2.2.8 van bijlage 1 bij de VLG.

Artikel 6. Rookverbod

Het is verboden te roken binnen of in de nabijheid van het voertuig.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vervoer huishoudelijk gevaarlijk afval 2015.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Infrastructuur en Milieu,

W.J. Mansveld

Naar boven