Richtsnoeren Indiening codevoorstel

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 04-10-2014 t/m heden

Richtsnoeren Indiening codevoorstel

Paragraaf 1. – Algemeen

Artikel 1. – Definities

In deze richtsnoeren wordt verstaan onder:

Paragraaf 2. – Het codevoorstel

Artikel 2. – In behandeling nemen codevoorstel

Naar het oordeel van ACM bevat een codevoorstel voldoende informatie om in behandeling genomen te worden indien uit het codevoorstel gemotiveerd en afdoende blijkt:

  • a. op welke wijze het codevoorstel rekening houdt met belangen genoemd in artikel 36, eerste lid, sub b tot en met f, van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 12f, eerste lid, sub b tot en met f, van de Gaswet,

  • b. met welke representatieve organisaties overleg heeft plaatsgevonden over het codevoorstel,

  • c. dat een codevoorstel met betrekking tot de voorwaarden als bedoeld in artikel 54 van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 22 van de Gaswet, door een representatief deel van de ondernemingen die zich bezig houden met het transporteren, leveren of meten van elektriciteit of gas is ingediend,

  • d. welke representatieve organisaties zienswijzen op het codevoorstel naar voren hebben gebracht,

  • e. wat de inhoud is van de onder d bedoelde zienswijzen en op welke onderdelen van de code deze zienswijzen betrekking hebben,

  • f. welke gevolgtrekkingen verbonden zijn aan de zienswijzen die de representatieve organisaties naar voren hebben gebracht en welke overwegingen tot deze gevolgtrekkingen hebben geleid. Indien geen gevolgtrekkingen worden verbonden aan een zienswijze van een representatieve organisatie, wordt dit in het codevoorstel gemotiveerd,

  • g. welke onderdelen van de code met het codevoorstel worden gewijzigd,

  • h. wat de aanleiding is van de indiening van het codevoorstel en wat de redenen zijn die het voorstel noodzakelijk maken. Hieronder valt tevens een volledige beschrijving van de eventuele voorgeschiedenis die heeft geleid tot het voorstel,

  • i. wat de doelstellingen zijn die met het codevoorstel worden nagestreefd en op welke wijze het codevoorstel bijdraagt aan het verwezenlijken van die doelstellingen,

  • j. welke alternatieven mogelijk zijn en welke afweging is gemaakt bij de keuze tussen de alternatieven,

  • k. welke effecten het codevoorstel heeft voor netgebruikers, netbeheerders en andere belanghebbenden,

  • l. of, en zo ja welke samenhang bestaat met andere (voorstellen voor) codes en Europese netcodes.

  • 1. Indien ACM van oordeel is dat het codevoorstel onvoldoende informatie bevat, genoemd in het eerste lid, kan zij op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht besluiten een codevoorstel niet in behandeling te nemen. Het besluit tot het niet behandelen van een codevoorstel gebeurt niet voordat de indiener van het codevoorstel de gelegenheid heeft gehad het codevoorstel binnen een door ACM gestelde termijn aan te vullen.

Paragraaf 3. – Slotbepalingen

Artikel 5. – Overgangsrecht

Dit besluit is van toepassing op codevoorstellen die na de datum van inwerkingtreding van dit besluit bij ACM zijn ingediend.

Artikel 6. – Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 september 2014

De Autoriteit Consument en Markt,

C.A. Fonteijn

bestuursvoorzitter

F.J.H. Don

bestuurslid

J.G. Vegter

bestuurslid

Naar boven