Aanwijzing ex artikel 7 Wet marktordening gezondheidszorg (bekostiging verpleging en verzorging)

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-09-2014 t/m heden

Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 juli 2014, kenmerk 378012-121397-MC, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg inzake bekostiging van verpleging en verzorging

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 19 mei 2014 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Kamerstukken II 2013/14,30 597, nr. 440);

Besluit:

Artikel 1. definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

Artikel 2. tariefsoorten

De zorgautoriteit stelt met ingang van 1 januari 2015:

  • a. Maximumtarieven vast voor individueel toewijsbare verpleging en verzorging.

  • b. Een vrij tarief vast voor niet individueel toewijsbare verpleging en verzorging.

  • c. Een vrij tarief vast voor complexe wondzorg.

Artikel 3. declaratievoorwaarde

De zorgautoriteit legt in een regel vast dat een zorgaanbieder die niet individueel toewijsbare verpleging en verzorging levert, deze alleen mag declareren onder de voorwaarde dat hij tevens individueel toewijsbare verpleging en verzorging levert en declareert.

Artikel 4. macrogrens

De zorgautoriteit stelt voor verpleging en verzorging voor alle zorgaanbieders gezamenlijk jaarlijks, op basis van een door de minister bij brief te verstrekken bedrag, ambtshalve een macrogrens vast, zijnde een bovengrens als bedoeld in artikel 50, tweede lid, aanhef en onder c, van de wet.

Artikel 5. individuele grenzen

  • 2 De individuele grens is, indien de macrogrens niet is overschreden, gelijk aan de door die zorgaanbieder in het betreffende jaar gerealiseerde omzet.

  • 3 De individuele grens is, indien de macrogrens is overschreden, gelijk aan het procentuele aandeel van de gerealiseerde omzet van die zorgaanbieder in de totale omzet van dat jaar van alle zorgaanbieders gezamenlijk, vermenigvuldigd met de macrogrens.

Artikel 6. individuele aanwijzing tot afdracht

  • 2 De zorgautoriteit stelt de afdracht bedoeld in het eerste lid, vast op basis van het door de minister te verstrekken bedrag dat de zorgautoriteit als basis dient te nemen voor handhaving van de macrogrens.

  • 3 Indien de kosten van de afdracht en inning van dit bedrag niet in verhouding staan met baten, kan de zorgautoriteit inning achterwege laten.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers

Naar boven