Toetsbesluit PO

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-01-2023 t/m 31-07-2023

Besluit van 3 juni 2014, houdende regels over de centrale eindtoets of andere eindtoetsen in het primair onderwijs, over een leerling- en onderwijsvolgsysteem in het primair onderwijs en over toelating van leerlingen tot het voortgezet onderwijs (Toetsbesluit PO)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 24 maart 2014, nr. WJZ/607263(2762), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 8, zevende lid, en 9b, achtste en negende lid, van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 11, achtste lid, en 18b, achtste en negende lid, van de Wet op de expertisecentra, artikel 27, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en de artikelen 2, eerste lid, en 4, tweede lid, van de Wet overige OCW-subsidies;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 7 mei 2014, nr. W05.14.0078/1);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 mei 2014, nr. WJZ/636713(2762), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 1a. Omhangbepaling

[Treedt in werking op 01-08-2023]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

§ 2. Centrale eindtoets en andere eindtoetsen

Artikel 2. Centrale eindtoets en andere eindtoetsen

  • 1 Het bevoegd gezag neemt bij de leerlingen in het achtste schooljaar een centrale eindtoets of andere eindtoets af.

  • 2 Het bevoegd gezag besluit welke eindtoets aan de school wordt afgenomen.

  • 3 Voor 1 februari van het kalenderjaar waarin de eindtoets wordt afgenomen, meldt het bevoegd gezag aan de betreffende toetsaanbieder het aantal leerlingen dat de eindtoets naar verwachting zal afleggen.

Artikel 3. Inhoud eindtoets

De eindtoets meet welk eindniveau de leerling heeft behaald ten opzichte van de referentieniveaus, bedoeld in artikel 2, tweede lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen. Daarbij worden ten minste de domeinen als bedoeld in Bijlage 1 en Bijlage 2 van het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen, met uitzondering van de domeinen Mondelinge Taalvaardigheid en Schrijven, genoemd in Bijlage 1 van het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen, getoetst.

Artikel 4. Kenmerken eindtoets

Onverminderd artikel 9b van de Wet op het primair onderwijs of artikel 18b van de Wet op de expertisecentra, voldoet een eindtoets aan de volgende kenmerken:

  • a. de eindtoets leidt, op basis van het door een leerling behaalde resultaat, tot een eenduidig advies omtrent het te volgen vervolgonderwijs en hanteert daarbij categorieën van schoolsoorten of leerwegen in het voortgezet onderwijs die gelijkluidend zijn aan de gehanteerde categorieën in andere eindtoetsen,

  • b. de toets is inhoudelijk valide, betrouwbaar en heeft een deugdelijke normering,

  • c. de inhoud is gebaseerd op de bij regeling vastgestelde toetswijzer, bedoeld in artikel 3a, eerste lid, onderdeel e, van de Wet College voor toetsen en examens,

  • d. de eindtoetsen bevatten een gezamenlijke set aan opgaven Nederlandse taal en rekenen en wiskunde, die zodanig van omvang is dat daarmee de onderlinge vergelijkbaarheid van de eindtoetsen is geborgd,

  • e. de opgaven over Nederlandse taal en rekenen en wiskunde worden jaarlijks ververst, behoudens dat deel van de gezamenlijke set aan opgaven, bedoeld in onderdeel d, dat noodzakelijk is om de resultaten van de eindtoetsen over de jaren heen te vergelijken,

  • f. het toetsresultaat maakt het eindniveau van de leerling ten opzichte van de referentieniveaus, bedoeld in artikel 3, inzichtelijk,

  • g. de toets is geschikt voor alle leerlingen met uitzondering van de leerlingen bedoeld in artikel 9b, vierde lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 18b, vierde lid, van de Wet op de expertisecentra,

  • h. de toets biedt de inspectie voldoende basis voor een oordeel over de leerresultaten, bedoeld in artikel 10a van de Wet op het primair onderwijs of artikel 19a van de Wet op de expertisecentra,

  • i. het bij de eindtoets behorende toetsreglement bevat een regeling voor ten minste de in artikel 7 genoemde onderwerpen, en

  • j. de inhoud van de toets wordt verantwoord in een handleiding die een beschrijving van de gemaakte keuzes voor de te toetsen domeinen en de daarbij passende afnamevorm bevat.

artikel 5. Afnamevoorschriften

  • 1 De directeur neemt de eindtoets af onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag en draagt zorg voor voldoende toezicht tijdens de afname van de eindtoets. Hij kan zijn taken aan een of meer toetsleiders overdragen.

  • 2 De eindtoets wordt afgenomen in overeenstemming met de afnameaanwijzingen die zijn opgenomen in het toetsreglement bij de desbetreffende toets.

  • 3 De directeur draagt zorg voor de geheimhouding van de toetsopgaven nadat deze hem door de toetsaanbieder ter beschikking zijn gesteld.

artikel 6. Onregelmatigheden en onvoorziene omstandigheden

  • 1 Indien bij de afname van de eindtoets een onregelmatigheid wordt geconstateerd, dan kan de directeur maatregelen treffen. De directeur meldt de onregelmatigheid en de getroffen maatregelen aan de inspectie.

  • 2 Indien de eindtoets naar het oordeel van de inspectie, al dan niet nadat de directeur maatregelen heeft getroffen, niet op regelmatige wijze is afgenomen, kan de inspectie besluiten dat de toets geheel of gedeeltelijk voor een of meer leerlingen opnieuw wordt afgenomen. De eindtoets is in ieder geval niet op regelmatige wijze afgenomen indien is gehandeld in strijd met het betreffende toetsreglement.

  • 3 Indien door onvoorziene omstandigheden de eindtoets aan één of meer scholen niet, of niet op de voorgeschreven wijze, kan worden afgenomen, beslist het bevoegd gezag na overleg met de betreffende toetsaanbieder hoe alsdan moet worden gehandeld.

artikel 7. Toetsreglement

  • 1 Bij elke eindtoets wordt door de betreffende toetsaanbieder een toetsreglement vastgesteld, waarin de wijze van afnemen wordt geregeld. Daarbij worden ten minste geregeld:

    • a. de wijze waarop de directeur de leerlingen aanmeldt voor de eindtoets,

    • b. welke hulpmiddelen de leerlingen kunnen gebruiken,

    • c. de wijze waarop de eindtoets kan worden afgelegd door leerlingen voor wie een afwijkende wijze van toetsing noodzakelijk is,

    • d. de wijze waarop de toetsopgaven aan de directeur ter beschikking worden gesteld,

    • e. de wijze waarop de geheimhouding van de toetsopgaven wordt geregeld en de wijze en het moment waarop de toetsopgaven openbaar worden gemaakt, en

    • f. de wijze waarop door de directeur toezicht wordt gehouden op leerlingen die de eindtoets afleggen.

  • 2 Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op de toetsen van het leerling- en onderwijsvolgsysteem.

Artikel 8. Leerlingrapport

  • 1 De toetsaanbieder stelt voor iedere leerling die de eindtoets aflegt een leerlingrapport op, waarin ten minste het resultaat van de eindtoets, een advies omtrent het vervolgonderwijs en een indicatie van de beheersing van de referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen als bedoeld in artikel 3 worden opgenomen.

§ 3. Erkenning doorstroomtoetsen

Artikel 9. Aanvraag erkenning en jaarlijkse vaststelling doorstroomtoets

  • 2 Een aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, die eerder dan 31 mei wordt ingediend bij het College voor toetsen en examens wordt beschouwd als een aanvraag ingediend op 31 mei.

Artikel 10. Subsidie erkende doorstroomtoetsen

  • 1 Onze Minister verstrekt jaarlijks subsidie aan de toetsaanbieder van een door het College voor toetsen en examens erkende doorstroomtoets. De subsidie bestaat uit een basisbedrag vermeerderd met een bedrag per leerling die de toets heeft afgelegd.

  • 2 Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de hoogte van het subsidiebedrag.

§ 4. Toetsen leerling- en onderwijsvolgsysteem

Artikel 11. Kenmerken toetsen leerling- en onderwijsvolgsysteem

  • 2 Een toets die wordt afgenomen bij leerlingen in het eerste of tweede leerjaar, beschrijft uitsluitend de leervorderingen door de leerling te observeren.

Artikel 12. Aanvraag erkenning toets leerling- en onderwijsvolgsysteem

In de aanvraag tot erkenning, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van de Wet College voor toetsen en examen, toont de toetsaanbieder aan dat een toets voldoet aan de kenmerken genoemd in artikel 11 en overlegt de toetsaanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

  • a. een beschrijving van de wijze waarop de beheersing van de referentieniveaus, bedoeld 11, eerste lid, onderdeel c, wordt gemeten;

  • b. de toetsopgaven;

  • c. de normering van de toets; en

  • d. het toetsreglement.

§ 6. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 15. Overgangsbepalingen

  • 3 In afwijking van artikel 2, eerste lid, kan het bevoegd gezag besluiten om in het eerste schooljaar na inwerkingtreding van dit besluit in plaats van een eindtoets als bedoeld in dit besluit een toets als bedoeld in Bijlage A bij de Regeling leerresultaten PO zoals die luidde op de dag voor de inwerkingtreding van dit besluit, met uitzondering van de Eindtoets Basisonderwijs, inclusief de Niveautoets van Cito, en de Entreetoets van Cito, bij de leerlingen af te nemen.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 3 juni 2014

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. Dekker

Uitgegeven de negentiende juni 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Bijlage 1. Overzicht van de referentieniveaus Nederlands als vreemde taal en Engels

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Bijlage 2. Beschrijving van de referentieniveaus Papiaments

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Dit onderdeel is (nog) niet in werking getreden; zie het overzicht van wijzigingen

Naar boven