Wet van 14 mei 2014 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met
de uitbreiding van de gronden voor voorlopige hechtenis
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voor een voortvarende
vervolging en berechting van geweld in de publieke ruimte en geweld tegen personen
met een publieke taak de gronden voor voorlopige hechtenis aan te vullen en daartoe
het Wetboek van Strafvordering aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: