Loodsenregisterverordening

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Loodsenregisterverordening

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. aanvrager: degene die in het register ingeschreven wil worden;

  • b. loodsreis: de functie-uitoefening, als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Loodsenwet, door een registerloods;

  • c. peilreis: het varen van een registerloods op een schip, anders dan voor een loodsreis, met het doel de specifiek benodigde kennis voor een registerloods van een scheepvaartweg bij deze op peil te brengen of te houden;

Hoofdstuk II. De inschrijving in het register

Artikel 2

  • 3 Bij de inschrijving vermeldt de algemene raad de geschiktheid, dan wel de tijdelijke of voorlopige ongeschiktheid voor de zeevaart, welke blijkt uit de geneeskundige verklaring van betrokkene. Daarbij wordt de datum van afgifte van de verklaring vermeld.

Hoofdstuk III. Frequentie-eisen en doorhaling

Artikel 3

  • 1 Op het samenstel van de loodsplichtige scheepvaartwegen waarvoor een registerloods bevoegd is, moet hij in een periode van vierentwintig aaneengesloten maanden ten minste zeventig loods- of peilreizen maken.

  • 2 Op andere dan de in artikel 10, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet bedoelde scheepvaartwegen, de Westerschelde, haar mondingen of het Kanaal van Gent naar Terneuzen, waarvoor een registerloods bevoegd is, moet hij in een periode van vierentwintig aaneengesloten maanden ten minste vier loods- of peilreizen maken.

  • 3 Als bewijs van een loods- of peilreis geldt:

    • a. Een op naam van de betreffende registerloods geregistreerde en verrichte loods- of peilreis in een door de algemene raad aangewezen geautomatiseerd inzet- en planningssysteem; of

    • b. een schriftelijke verklaring van het bestuur van de regionale loodsencorporatie, waaruit blijkt dat de registerloods een loods- of peilreis heeft gemaakt, onder vermelding van de betreffende scheepvaartweg en de datum van die loods- of peilreis.

Artikel 4

  • 1 Indien de registerloods niet kan voldoen aan de in artikel 3, eerste of tweede lid, gestelde eisen, kunnen de registerloods en het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie bij de algemene raad een verzoek tot opschorting van de doorhaling van de inschrijving in het register indienen.

  • 2 Een verzoek, als bedoeld in het eerste lid wordt door de algemene raad gehonoreerd, indien de algemene raad dit in het belang van de doelmatige dienstverlening acht.

  • 3 Aan een besluit als bedoeld in het tweede lid kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • 4 Een besluit als bedoeld in het tweede lid kan door de algemene raad op verzoek van de betreffende registerloods en het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie worden verlengd voor een daarbij aan te geven termijn.

  • 5 De algemene raad zendt een afschrift van haar besluit als bedoeld in het tweede lid aan de betreffende registerloods en aan het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie.

Artikel 5

  • 2 Het eerste lid, onderdeel c, blijft buiten toepassing ten aanzien van de registerloods, waarvan het verzoek, bedoeld in artikel 4 door de algemene raad is gehonoreerd.

Hoofdstuk IV. Administratieve bepalingen

Artikel 6

  • 1 De registerloods meldt een wijziging van zijn naam, voornamen of adres onverwijld aan de algemene raad.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde melding is voorzien van een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie of uit een gelijkwaardig buitenlands register.

Artikel 7

De algemene raad brengt ambtshalve een wijziging aan in het register, voor zover het de gegevens van de loodsplichtige scheepvaartwegen of de categorieën van schepen betreft, waarvoor de registerloods bevoegd is:

Artikel 8

  • 1 De algemene raad tekent in het register na ontvangst de inhoud aan van:

    • a. de verklaringen, bedoeld in artikel 2.4 van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepen;

    • b. een verklaring van het bestuur van de regionale loodsencorporatie, waartoe de registerloods behoort, waaruit een wijziging van de bevoegdheid van de registerloods blijkt, die voortvloeit uit de verordening op grond van artikel 4, eerste lid, van de Loodsenwet, anders dan bedoeld in artikel 7, onderdeel a;

    • c. een verklaring van de registerloods van wijziging van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 6;

    • d. een verklaring van de besturen van de betreffende regionale loodsencorporaties, waaruit blijkt dat de registerloods tot een andere regionale loodsencorporatie is gaan behoren;

    • e. een beperking van de bevoegdheid, bedoeld in de artikelen 28, eerste lid, onderdelen c of d of 48 van de Loodsenwet, die voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden;

    • f. de verklaring van de regionale loodsencorporatie, waartoe de registerloods behoort, en het daarbij gevoegde overzicht uit het geautomatiseerde inzet- en planningssysteem, als bedoeld in artikel 3, derde lid onder a, waaruit blijkt dat de betreffende registerloods niet aan de in artikel 3, tweede lid, gestelde eis heeft voldaan. Alsdan verliest de betrokken registerloods zijn bevoegdheid voor de in dat lid bedoelde scheepvaartwegen.

  • 2 Het eerste lid, onderdeel f, blijft ten aanzien van de registerloods, voor wie het verzoek bedoeld in artikel 4 is gehonoreerd, gedurende de daarvoor geldende termijn, buiten toepassing.

Artikel 9

Hoofdstuk IV. Bekendmakingen

Artikel 10

  • 1 De algemene raad verstrekt een inschrijvingsverklaring, als bedoeld in artikel 22, derde lid van de Loodsenwet onverwijld na de inschrijving aan de betrokken registerloods en doet een bevestiging van de inschrijving toekomen aan het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie.

  • 2 De algemene raad stelt de betrokken registerloods en het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie in kennis van een wijziging van de inschrijving van de registerloods.

  • 3 De voormalige registerloods is verplicht, nadat zijn inschrijving is doorgehaald, de in het eerste lid bedoelde verklaring onverwijld bij de algemene raad in te leveren.

Artikel 11

  • 2 De vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, zijn verschuldigd aan de algemene raad.

, 17 december 2013 te Rotterdam

Naar boven