Besluit vermindering verhuurderheffing 2014

[Regeling vervallen per 01-01-2023.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2022

Besluit van 18 december 2013, houdende nadere regels over het toepassingsbereik van de vermindering van de verhuurderheffing op grond van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II en een aanpassing van de inkomensgrenzen (Besluit vermindering verhuurderheffing 2014)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 14 november 2013, nr. 2013-0000690213, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Gelet op artikel 1.11, vijfde lid, van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II en artikel 89, eerste lid, van de Grondwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 december 2013, nr. W04.13.0408/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 13 december 2013, nr. 2013-0000759687, Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk 1. Definitie

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 1a. Vrijstelling van verhuurderheffing

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 1a

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 De aanvraag, bedoeld in artikel 1.6, zevende lid, van de wet wordt uiterlijk op 1 juli van het jaar volgend op het jaar van verwerving in eigendom respectievelijk realisatie van de huurwoning ingediend, om de betreffende woning voor vrijstelling in dat heffingsjaar in aanmerking te laten komen.

Hoofdstuk 1b. Bewijsstukken heffingsvermindering

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 1b

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de bewijsstukken die de belastingplichtige, bedoeld in artikel 1.4 van de wet, moet overleggen om in aanmerking te komen voor de heffingsvermindering.

Hoofdstuk 2. Grootschalige en kleinschalige verbouw

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Onder grootschalige verbouw van huurwoningen als bedoeld in artikel 1.11, eerste lid, onderdeel e, van de wet worden de volgende werkzaamheden of combinaties van werkzaamheden verstaan voor zover de investeringskosten voor die werkzaamheden of die combinaties per huurwoning meer bedragen dan € 62.500:

    • a. het herstel van funderingen;

    • b. het herstel of de vervanging van wanden, gevels, buitenkozijnen, buitenramen en buitendeuren;

    • c. een wijziging van de woningplattegrond binnen een bestaand casco;

    • d. het herstel of de vervanging van vloerconstructies, trappen, balkons en galerijen;

    • e. het aanbrengen van liftconstructies;

    • f. een combinatie van de werkzaamheden, genoemd in de onderdelen a tot en met e, al dan niet in combinatie met de werkzaamheden, genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdelen a tot en met o, of

    • g. werkzaamheden die noodzakelijkerwijs voortvloeien uit of samenhangen met de werkzaamheden of de combinatie van werkzaamheden, genoemd in de onderdelen a tot en met f.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 1 Onder kleinschalige verbouw van huurwoningen als bedoeld in artikel 1.11, eerste lid, onderdeel h, van de wet worden de volgende werkzaamheden of combinaties van werkzaamheden verstaan voor zover de investeringskosten voor die werkzaamheden of die combinaties per huurwoning meer bedragen dan € 25.000, doch minder bedragen dan of gelijk zijn aan € 62.500:

    • a. het opheffen van optrekkend of doorslaand vocht en van overmatig condensvocht inclusief zwambestrijding;

    • b. het herstel of de vervanging van dakconstructies, dakbedekkingen, goten en hemelwaterafvoer;

    • c. het herstel of de vervanging van rook- of ventilatiekanalen binnen- en buitendaks;

    • d. het herstel of de vervanging van de binnenhuisriolering tot de aansluiting op het gemeenteriool;

    • e. het herstel of de vervanging van sanitair en keukenblokken, inclusief de aansluiting hiervan op de riolering;

    • f. het herstel of de vervanging van gas- en waterleidingen, waaronder mede begrepen het vervangen van loden drinkwaterleidingen, inclusief de vervanging van kranen;

    • g. het herstel of de vervanging van de elektrische installaties in de bestaande omgeving;

    • h. het herstel of de vervanging van gaskachels en CV-ketels;

    • i. het herstel of de vervanging van entrees van portieken, het dichtzetten van portieken, het aanbrengen van elektrische deuren en deuropeners, het aanbrengen of verplaatsen van briefkasten, het aanbrengen van videofoons, het vervangen van hang- en sluitwerk;

    • j. het aanbrengen of vervangen van bergingen, het aanbrengen van toegangsdeuren, verlichting en afsluiting;

    • k. het herstel of de verbetering van afsluiting binnenterreinen en achterpaden behorende bij de huurwoning, inclusief de inrichting en de verlichting;

    • l. het herstel of de vervanging van trespa of gelijkwaardig materiaal, gevelbekleding, aluminium- of kunststof kozijnen;

    • m. het herstel van historische gevels;

    • n. een combinatie van de werkzaamheden, genoemd in de onderdelen a tot en met m, of

    • o. werkzaamheden die noodzakelijkerwijs voortvloeien uit of samenhangen met de werkzaamheden of de combinatie van werkzaamheden, genoemd in de onderdelen a tot en met n.

  • 2 Onder kleinschalige verbouw van huurwoningen als bedoeld in artikel 1.11, eerste lid, onderdeel h, van de wet wordt tevens verstaan de werkzaamheden of een combinatie van de werkzaamheden, genoemd in artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met g, al dan niet in combinatie met de werkzaamheden, genoemd in het eerste lid, onderdelen a tot en met o, voor zover de investeringskosten voor die werkzaamheden of die combinaties per huurwoning minder bedragen dan of gelijk zijn aan € 62.500.

Artikel 3b

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Indien toepassing wordt gegeven aan artikel 1.11, vierde lid, van de wet, kunnen bij ministeriële regeling de in de artikelen 2, eerste en tweede lid, en 3, eerste en tweede lid, genoemde bedragen worden gewijzigd.

Hoofdstuk 3. Heffingsvermindering verduurzaming

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

  • 2 Een verduurzaming van categorie 2 als bedoeld in artikel 1.11, eerste lid, onderdeel l, van de wet, is de verduurzaming van de huurwoning:

    • a. met een energielabelklasse G naar een energielabelklasse A+ of beter;

    • b. met een energielabelklasse F naar een energielabelklasse A++ of beter; of

    • c. met een energielabelklasse E of F naar een energielabelklasse beter dan A++.

  • 3 Een verduurzaming van categorie 3 als bedoeld in artikel 1.11, eerste lid, onderdeel m, van de wet, is de verduurzaming van de huurwoning:

    • a. met een energielabelklasse G naar een energielabelklasse B of beter;

    • b. met een energielabelklasse F naar een energielabelklasse A of beter;

    • c. met een energielabelklasse E of F naar een energielabelklasse A+ of beter;

    • d. met een energielabelklasse D of E naar een energielabelklasse A++ of beter; of

    • e. met een energielabelklasse C of D naar een energielabelklasse beter dan A++.

  • 4 Een verduurzaming van categorie 4 als bedoeld in artikel 1.11, eerste lid, onderdeel n, van de wet, is een verduurzaming van de huurwoning:

    • a. met een energielabelklasse E of F naar een energielabelklasse B of beter;

    • b. met een energielabelklasse D of E naar een energielabelklasse A of beter;

    • c. met een energielabelklasse C of D naar een energielabelklasse A+ of beter;

    • d. met een energielabelklasse B of C naar een energielabelklasse A++ of beter; of

    • e. met energielabelklasse A naar een energielabelklasse beter dan A++.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Artikel 4a

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Een verduurzaming als bedoeld in artikel 1.11, eerste lid, onderdelen k, l, m of n, van de wet, waarvoor een voorlopige investeringsverklaring is afgegeven voor 1 januari 2020, wordt beoordeeld overeenkomstig artikel 4 zoals dat luidde op 31 december 2020.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2023]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vermindering verhuurderheffing 2014.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 18 december 2013

Willem-Alexander

DeMinistervoorWonen en Rijksdienst,

S.A. Blok

Uitgegeven de vierentwintigste december 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven