Regeling opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 23-01-2016 t/m 30-09-2018

Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 6 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/283192, houdende vaststelling nadere regels met betrekking tot de opleiding en bevoegdheden van nautische beroepsbeoefenaren (Regeling opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren)

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • aanvraag: aanvraag als bedoeld in artikel 5 van de wet tot het verlenen van erkenning van beroepskwalificaties voor het beroep van registerloods, noordzeeloods of VTS-operator;

  • aanvrager: migrerende beroepsbeoefenaar als bedoeld in artikel 1 van de wet die op grond van deze regeling erkenning van zijn beroepskwalificaties aanvraagt voor het gereglementeerd beroep van registerloods, noordzeeloods of VTS-operator;

  • BOBNB: Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren;

  • bootman: degene die in de uitoefening van zijn beroep een zeeschip vast- of losmaakt;

  • Koninklijke Dirkzwager: Koninklijke Scheepsagentuur Dirkzwager BV, statutair gevestigd te Maassluis;

  • NNVO: Stichting Nationale nautische verkeersdienst opleiding;

  • wet: Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

Hoofdstuk 2. Registerloodsen

Artikel 2. Aangewezen gebieden

Het gebied, bedoeld in artikel 2.7, eerste lid, onder a, van het BOBNB omvat:

  • a. In de regio Rotterdam Rijnmond het gedeelte van de loodsplichtige scheepvaartweg te westen van het punt, gelegen 3,5 zeemijl westelijk van het snijpunt van de loodlijn uit het hart van het zuider havenlicht van Hoek van Holland op de lichtenlijn 112 graden van Hoek van Holland;

  • b. in de regio Amsterdam-IJmond het gedeelte van de loodsplichtige scheepvaartweg ten westen van het punt, gelegen 3 zeemijl westelijk van het snijpunt van de loodlijn uit het hart van de lichtopstand op het Zuiderhoofd van IJmuiden op de lichtenlijn 100,5° van IJmuiden;

  • c. in de regio Scheldemonden:

    • 1°. het gedeelte van de loodsplichtige scheepvaartweg vanaf de rede van Vlissingen zeewaarts via de Wielingen en het Scheur tot aan het regionale loodsstation Wandelaar, en,

    • 2°. het gedeelte van de loodsplichtige scheepvaartweg vanaf de rede van Vlissingen zeewaarts via de Sardijngeul, de Galgeput en het Oostgat tot aan het regionale loodsstation Steenbank.

Hoofdstuk 3. Noodzeeloodsen

Artikel 3. Mandaat aan Koninklijke Dirkzwager

Alle taken en bevoegdheden op grond van artikel 3.1, eerste en derde lid, 3.5, en 3.7, tweede lid, van het BOBNB worden gemandateerd aan de directeur van Koninklijke Dirkzwager.

Artikel 4. Certificaat noordzeeloods

Het certificaat noordzeeloods bevat, naast de naam en geboortedatum van de noordzeeloods, in elk geval het type schepen waarvoor de betreffende noordzeeloods bevoegd is en de expiratiedatum van het certificaat.

Hoofdstuk 4. Bevoegdheid tot het geven van verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen

Artikel 5. Bevoegd gezag

Voor de toepassing van hoofdstuk 5 van het BOBNB worden, in afwijking van het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Scheepvaartverkeerswet, voor de hieronder aangeduide gebieden als bevoegd gezag aangewezen:

  • a. burgemeester en wethouders van Rotterdam: voor het gedeelte van de territoriale zee dat ligt binnen het gebied begrensd door een lijn die loopt van het licht noorderpier naar 52°07.04’N; 004°00.00’ O, vandaar naar 52°07.40’ N; 003°51.36’ O, vandaar naar 52°07.40’ N; 003°45.00’ O, vandaar naar 52°04.84’ N; 003°40.97’ O, vandaar naar 51°57.21’ N; 003°41.98’ O, en vandaar naar 51°58.27’ N; 004°00.62’ O; alsmede de Maasmond, het Beerkanaal, het Calandkanaal, het Yangtzekanaal, het Hartelkanaal, de Nieuwe Waterweg, de Nieuwe Maas voor zover gelegen benedenstrooms kilometerraai 991,7, de Oude Maas voor zover gelegen benedenstrooms kilometerraai 998, en de aan deze scheepvaartwegen gelegen havens en verbindingen, voor zover die in beheer zijn bij het Rijk;

  • b. de directeur Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied: voor het gedeelte van de territoriale zee met een straal van 12 zeemijlen vanuit de koppen van de havenhoofden te IJmuiden, de IJ-Geul, de buitenhaven van IJmuiden, het Noorder- en Zuiderbuitenkanaal, het verbindingskanaal daartussen en de buitentoeleidingskanalen naar de Noordzeesluizen te IJmuiden, alsmede het buitenspuikanaal, de Noordzeesluizen te IJmuiden, de binnentoeleidingskanalen naar de Noordzeesluizen te IJmuiden, de 1e, 2e en 3e rijksbinnenhaven, het binnenspuikanaal en de Staalhaven, alsmede het binnenspuikanaal te IJmuiden, zijkanaal A naar Beverwijk en zijkanaal G naar Zaandam tot aan de Dr. J.M. den Uyl brug, het Noordzeekanaal en het IJ, voor zover gelegen ten westen van kilometerraai 21.250 en de aan de genoemde scheepvaartwegen gelegen havenbekkens, voor zover die in beheer zijn bij het Rijk; en

  • c. de Souschef Faciliteren van de Koninklijke Marine te Den Helder: voor de scheepvaartwegen Schulpengat, Molengat, Rede van Den Helder, de Rijkszeehaven Willemsoord en de Veerhaven van Den Helder, aan de westzijde begrensd door een lijn door de punten:

    • 1°. 52°52'.9 NB, 04°42'.9 OL (lichtopstand ‘Grote Kaap’),

    • 2°. 52°52'.9 NB, 04°38'.0 OL,

    • 3°. 52°54'.7 NB, 04°34'.8 OL,

    • 4°. 52°56'.8 NB, 04°33'.9 OL,

    • 5°. 53°00'.3 NB, 04°35'.4 OL,

    • 6°. 53°03'.6 NB, 04°39'.3 OL,

    • 7°. 53°03'.8 NB, 04°43'.4 OL (paal 15, Texel), en aan de oostzijde begrensd door een lijn door de punten:

    • 8°. 53°01'.4 NB, 04°48'.7 OL,

    • 9°. 53°00'.7 NB, 04°50'.8 OL,

    • 10°. 52°59'.7 NB, 04°52'.3 OL,

    • 11°. 52°59'.3 NB, 04°52'.6 OL,

    • 12°. 52°58'.2 NB, 04°50'.0 OL,

    • 13°. 52°57'.9 NB, 04°48'.1 OL;

Hoofdstuk 5. Erkenning EU-beroepskwalificaties registerloods, noordzeeloods en VTS-operator

Artikel 6. Delegatie en mandaat van bevoegdheden

  • 1 Alle taken en bevoegdheden tot het nemen van besluiten met betrekking tot het afgeven van een erkenning van EU-beroepskwalificaties als bedoeld in de wet en de daarop berustende bepalingen, worden voor de uitoefening van het beroep van:

    • a. registerloods in Nederland, gedelegeerd aan de algemene raad van de Nederlandse loodsencorporatie;

    • b. noordzeeloods in Nederland, gemandateerd aan de directeur van Koninklijke Dirkzwager; en

    • c. VTS-operator in Nederland, gemandateerd aan de directeur van de NNVO.

  • 2 Ten behoeve van de uitvoering van artikel 31b van de wet, informeert een in het eerste lid genoemde organisatie de Minister van Infrastructuur en Milieu onmiddellijk nadat een migrerende beroepsbeoefenaar door een rechterlijke instantie of een andere bij of krachtens de wet bevoegde instantie in Nederland schuldig is bevonden aan het gebruik van valse beroepskwalificaties in verband met een procedure als bedoeld in de hoofdstukken 2, 3 en 3a van de wet of de daarop gebaseerde bepalingen van deze regeling.

  • 3 Onverminderd het tweede lid, verstrekt een in het eerste lid genoemde organisatie de Minister van Infrastructuur en Milieu op diens verzoek alle informatie die hij nodig heeft ten behoeve van de uitvoering van de wet.

Artikel 7. Aanvraag

  • 1 Een aanvraag wordt ingediend bij de voor de betreffende erkenning van beroepskwalificaties in artikel 6 genoemde organisatie.

  • 4 Indien de aanvraag betrekking heeft op de erkenning van beroepskwalificaties voor het beroep van registerloods of VTS-operator, geeft de aanvrager daarbij tevens aan voor welke regio de aanvraag wordt ingediend.

Artikel 8. Aanpassingsstage of proeve van bekwaamheid

  • 1 Indien bij de toepassing van artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de wet is gebleken dat de kennis en ervaring van de aanvrager wezenlijk verschilt van de inhoudsgebieden of onderdelen van inhoudsgebieden die deel uitmaken van de opleiding tot registerloods, noordzeeloods of VTS-operator, bedoeld in respectievelijk hoofdstuk 2, 3 of 5 van het BOBNB en dat het daardoor noodzakelijk is dat een aanpassingsstage wordt doorlopen of proeve van bekwaamheid wordt afgelegd, maakt de aanvrager zijn keuze tussen de aanpassingsstage of de proeve van bekwaamheid kenbaar, tenzij artikel 11, vijfde lid, van de wet van toepassing is.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, kan, in geval artikel 11, zesde lid, van de wet van toepassing is, worden bepaald dat zowel een aanpassingsstage wordt doorlopen als een proeve van bekwaamheid wordt afgelegd.

Artikel 9. De aanpassingsstage

Indien de aanvrager voor een aanpassingsstage in aanmerking wenst te komen, stelt de betreffende in artikel 6 genoemde organisatie vast:

  • a. de inhoudsgebieden of onderdelen van inhoudsgebieden waarop de aanpassingsstage betrekking heeft,

  • b. de duur van de aanpassingsstage,

  • c. in voorkomend geval de aanvullende opleiding die deel uitmaakt van de aanpassingsstage, en

  • d. de wijze waarop de aanpassingsstage wordt beoordeeld.

Artikel 10. De proeve van bekwaamheid

Indien de aanvrager voor een proeve van bekwaamheid in aanmerking wenst te komen, stelt de betreffende in artikel 6 genoemde organisatie vast:

  • a. met betrekking tot welke inhoudsgebieden of onderdelen van inhoudsgebieden de proeve wordt afgelegd, en

  • b. de wijze waarop en de termijn waarbinnen de diverse onderdelen van de proeve zullen worden afgenomen.

Artikel 10a. Kosten

De kosten die samengaan met de aanvraag, zoals het in behandeling nemen van de aanvraag, de afgifte van het besluit en het organiseren van een proeve van bekwaamheid en van een aanpassingsstage kunnen, met inachtneming van artikel 33, derde lid, van de wet, ten laste van de aanvrager komen.

Artikel 11. Afwijzen aanvraag

De aanvraag wordt afgewezen, indien de aanvrager de aanpassingsstage of de proeve van bekwaamheid niet met goed gevolg heeft volbracht of de daaraan verbonden kosten niet heeft voldaan.

Artikel 12. Intrekken afgegeven erkenning EU-beroepskwalificaties

Indien na afgifte van de erkenning van de EU-beroepskwalificaties is gebleken, dat de bij de aanvraag overgelegde documenten niet geldig, vals of vervalst waren, wordt de erkenning ingetrokken en vervangen door een afwijzing van de aanvraag.

Artikel 13. Tijdelijke en incidentele dienstverrichting

  • 2 Onverminderd het eerste lid, overlegt de dienstverrichter die een functie wil gaan verrichten die gewoonlijk door een registerloods of noordzeeloods wordt uitgeoefend, voorafgaande aan de eerste dienstverrichting in Nederland aan de afnemer van zijn dienst, de gegevens, genoemd in artikel 29 van de wet.

Hoofdstuk 5a. Erkenning EU-beroepskwalificaties bootman

Artikel 13a

  • 1 Alle taken en bevoegdheden met betrekking tot het afgeven van een erkenning van EU-beroepskwalificaties als bedoeld in de wet en de daarop berustende bepalingen, worden voor de uitoefening van het beroep van bootman, gedelegeerd aan:

    • a. burgemeester en wethouders van gemeenten waarin bij of krachtens de Gemeentewet, in verband met de beroepsuitoefening door bootmannen, regels zijn gesteld ter bevordering van een goed havenbeheer; of

    • b. het bestuur van een openbaar lichaam, een bedrijfsvoeringsorganisatie of een gemeenschappelijk orgaan als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen door wie bij of krachtens die wet, in verband met de beroepsuitoefening door bootmannen, regels zijn gesteld ter bevordering van een goed havenbeheer.

  • 2 Ten behoeve van de uitvoering van artikel 31b van de wet, informeert degene die op grond van het eerste lid belast is met besluiten met betrekking tot het afgeven van een erkenning van EU-beroepskwalificaties voor bootman, de Minister van Infrastructuur en Milieu onmiddellijk nadat een migrerende beroepsbeoefenaar door een rechterlijke instantie of een andere bij of krachtens de Nederlandse wetgeving bevoegde instantie in Nederland schuldig is bevonden aan het gebruik van valse beroepskwalificaties in verband met een procedure als bedoeld in de hoofdstukken 2, 3 en 3a van de wet of de in het eerste lid bedoelde bepalingen krachtens de Gemeentewet of de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 3 Onverminderd het tweede lid, verstrekt degene die op grond van het eerste lid belast is met besluiten met betrekking tot het afgeven van een erkenning van de EU-beroepskwalificaties voor bootman, de Minister van Infrastructuur en Milieu op diens verzoek alle informatie die hij nodig heeft ten behoeve van de uitvoering van de wet.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 14. Aanpassing Besluit mandaat en machtiging Kiwa N.V.

[Red: Wijzigt het Besluit mandaat en machtiging Kiwa N.V..]

Artikel 15. Aanpassing Regeling bevoegde en regionale autoriteiten Loodsplichtbesluit 1995

[Red: Wijzigt de Regeling bevoegde en regionale autoriteiten Loodsplichtbesluit 1995.]

Artikel 16. Aanpassing Regeling havenstaatcontrole 2011

[Red: Wijzigt de Regeling havenstaatcontrole 2011.]

Artikel 17. Aanpassing Regeling tarieven scheepvaart 2005

[Red: Wijzigt de Regeling tarieven scheepvaart 2005.]

Artikel 18. Aanpassing Regeling vaststelling lijst gereglementeerde beroepen

[Red: Wijzigt de Regeling vaststelling gereglementeerde beroepen.]

Artikel 20. Overgangsrecht

In afwijking van artikel 19, aanhef en onderdeel b en c, blijven de in de genoemde onderdelen genoemde regelingen zoals deze op 31 december 2013 luidden, van toepassing op aanvragen voor erkenning van EU-beroepskwalificaties die voor die datum bij een van de in artikel 6 genoemde organisaties zijn ingediend.

Artikel 21. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 22. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven