Instellingsbesluit Monitoring Commissie Corporate Governance Code

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 11-12-2013 t/m heden

Besluit van de Minister van Economische Zaken van 29 november 2013, nr. WJZ / 13183060, houdende instelling van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code

De Minister van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Financiën;

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Overwegende dat het wenselijk is de instelling van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code, die tot taak heeft de actualiteit en bruikbaarheid van de Nederlandse corporate governance code te bevorderen, te herzien;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de minister: de Minister van Economische Zaken;

  • b. commissie: de Monitoring Commissie Corporate Governance Code.

Artikel 2

  • 1 Er is een Monitoring Commissie Corporate Governance Code.

  • 3 De commissie voert haar taak onder meer uit door:

    • a. het ten minste jaarlijks inventariseren op welke wijze en in welke mate de voorschriften van de gedragscode worden nageleefd;

    • b. zich op de hoogte te stellen van internationale ontwikkelingen en gebruiken op het terrein van corporate governance met het oog op convergentie van nationale codes;

    • c. het signaleren van leemtes of onduidelijkheden in de code.

Artikel 3

De commissie doet ten minste eenmaal per jaar verslag aan de minister en de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Financiën van haar bevindingen, vergezeld van commentaar op het gebruik van de gedragscode door vennootschappen en op de toereikendheid van de code aan de maatschappelijke en internationale corporate governance standaarden en praktijken. Het commentaar kan tevens, als richtlijn voor naleving, de visie van de commissie omvatten op de naleving van een of meer voorschriften van de gedragscode.

Artikel 4

  • 1 De commissie bestaat uit een voorzitter en ten hoogste zeven andere leden.

  • 2 De voorzitter en de andere leden worden door de minister, in overeenstemming met de Ministers van Veiligheid en Justitie en van Financiën benoemd voor een termijn van vier jaar. De leden zijn herbenoembaar. De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 3 De voorzitter en de leden worden benoemd op basis van hun deskundigheid en ervaring op het gebied van corporate governance en zijn afkomstig uit het bedrijfsleven, kringen van aandeelhouders, werknemersorganisaties en accountants en de wetenschap.

  • 4 Indien een lid gedurende de termijn van vier jaar terugtreedt of wordt ontslagen, treedt het lid dat wordt benoemd ter vervulling van de opengevallen plaats af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, had moeten aftreden.

  • 5 De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.

Artikel 5

  • 1 De commissie stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 2 De commissie wordt ondersteund door een secretariaat.

  • 3 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 4 De commissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de invulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 7

Ter gelegenheid van de instelling van de commissie worden voor een periode van vier jaar tot lid van de commissie benoemd:

  • a. prof. dr. J.A. van Manen, te Amsterdam, tevens voorzitter;

  • b. prof. dr. B.E. Baarsma, te Amsterdam;

  • c. drs. E.F. Bos, te Amersfoort;

  • d. H.C.J. van den Burg, te Amsterdam;

  • e. mr. S. Hepkema, te Wassenaar;

  • f. RJ. van de Kraats RA, te Amsterdam;

  • g. prof. mr. H.M. Vletter-van Dort, te New York.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Monitoring Commissie Corporate Governance Code.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

‘s- Gravenhage, 29 november 2013

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp

Naar boven