Reglement archief commissie Samson

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 11-12-2015 t/m heden

Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 10 juli 2013, nr. 407207 tot vaststelling van een reglement inzake de organisatie en het beheer van het archief van de commissie Samson (Reglement archief commissie Samson)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Onze Minister: Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

  • b. archief: het archief dat door de commissie Samson is overgedragen aan Onze Minister;

  • c. melder: degene die bij de commissie Samson een melding heeft gedaan van seksueel misbruik en waarvan de melding in het archief is opgenomen;

  • d. melding: de gegevens in het archief die betrekking hebben op hetgeen een melder aan de commissie Samson heeft verklaard;

  • e. feitelijk beheerder van het archief: het Dienstencentrum afdeling Productie binnen het ministerie van Veiligheid en Justitie;

  • f. beoordelaar archiefverzoeken: het hoofd van de portefeuille Juridische en Internationale Zaken van het directoraat-generaal Straffen en Beschermen binnen het ministerie van Veiligheid en Justitie;

  • g. anonimiseren: het verwijderen van gegevens die het, afzonderlijk of in onderlinge samenhang, mogelijk maken om een individuele melder te identificeren.

Artikel 2

  • 1 Het archief bestaat uit een openbaar deel en een niet-openbaar deel.

  • 2 Alle meldingen, alsmede de stukken waarin persoonsgegevens zijn opgenomen die tot een individuele melder zijn te herleiden, behoren tot het niet-openbare deel.

Artikel 4

  • 1 Stukken die behoren tot het niet-openbare deel van het archief, worden met de grootst mogelijke vertrouwelijkheid behandeld.

  • 2 Onze Minister anonimiseert onverwijld alle meldingen met ingang van 1 maart 2017.

  • 3 In afwijking van het tweede lid, besluit Onze Minister tot eerdere anonimisering van een melding na een daartoe strekkend verzoek van de melder, mits dit verzoek, gelet op de in het tweede lid genoemde datum, voor 1 december 2016 is ontvangen.

  • 4 In afwijking van het tweede lid wordt een melding niet geanonimiseerd indien een melder dat schriftelijk aan Onze Minister verzoekt.

  • 5 Het verzoek tot anonimisering wordt gericht aan de beoordelaar archiefverzoeken.

  • 6 Onze Minister besluit tot anonimisering van een melding zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van een daartoe strekkend verzoek als bedoeld in het derde lid.

  • 7 De beoordelaar archiefverzoeken zendt een afschrift van het besluit om de melding te anonimiseren aan de feitelijk beheerder van het archief met het verzoek hieraan uitvoering te geven.

Artikel 5

  • 1 Zolang een melding niet is geanonimiseerd wordt alleen inzage in of een afschrift van deze melding verstrekt aan de melder zelf, of aan degene die daartoe door de melder zelf uitdrukkelijk schriftelijk is gemachtigd.

  • 2 Verzoeken om inzage in of een afschrift van een melding, worden ingediend bij de beoordelaar archiefverzoeken.

  • 3 Onze Minister beslist op een verzoek als bedoeld in het vorige lid zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het verzoekschrift.

  • 4 Indien de beoordelaar archiefverzoeken een verzoek ingevolge het eerste lid geheel of gedeeltelijk inwilligt, dan zendt hij een afschrift van deze beslissing aan de feitelijk beheerder van het archief met het verzoek hieraan uitvoering te geven.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit reglement zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Naar boven