Bestuursreglement College gerechtelijk deskundigen

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 06-01-2010 t/m heden

Bestuursreglement College gerechtelijk deskundigen

Het College gerechtelijk deskundigen,

Gelet op artikel 9, eerste lid, van het Besluit register deskundige in strafzaken;

Heeft besloten het volgende bestuursreglement vast te stellen:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Inrichting

Artikel 3

  • 1 De voorzitter geeft leiding aan de werkzaamheden van de secretaris en van het bureau en bevordert daarbij een goede afstemming.

  • 2 De secretaris is belast met de zorg voor een doelmatige en doeltreffende bedrijfsvoering van het bureau bij zijn taak bedoeld in artikel 11 van het Besluit en neemt daarbij de aanwijzingen van het College en zijn voorzitter in acht.

  • 3 De voorzitter en leden van het College, de secretaris en de medewerkers van het bureau onthouden zich van alles wat een goede taakvervulling van het College kan schaden.

Artikel 4

  • 1 De voorzitter kan voor de behandeling en afdoening van daarbij te omschrijven aangelegenheden mandaat verlenen aan de secretaris.

  • 2 Een besluit tot het verlenen van een mandaat als bedoeld in het eerste lid wordt in de Staatscourant bekend gemaakt.

Hoofdstuk 3. Werkwijze

Artikel 5

  • 1 Het College bespreekt en beslist over aangelegenheden die verband houden met de taakopdracht en de taakuitoefening van het College.

  • 2 De voorzitter beslist in overleg met de secretaris welke onderwerpen aan het College worden voorgelegd en stelt de wijze van behandeling, de datum, het aanvangsuur en de plaats van de vergadering vast.

Hoofdstuk 4. Commissies

Artikel 6

  • 2 Het College benoemt de leden van de in het eerste lid bedoelde commissies, in het bijzonder ten aanzien van de personen die niet tot het College behoren, maar aan wie bijstand wordt gevraagd op grond van artikel 7, vierde lid, van het Besluit.

Artikel 7

  • 1 Het College stelt per deskundigheidsgebied een normstellingsadviescommissie in en benoemt de leden van de commissie.

  • 2 De normstellingsadviescommissie heeft inieder geval tot taak het omschrijven van het desbetreffende deskundigheidsgebied, het voorstellen van specifieke kwaliteitseisen genoemd in artikel 12 van het Besluit en het adviseren van het College hierover ten behoeve van de in artikel 4, onderdeel b, van het Besluit omschreven taak van het College.

  • 3 Het College bepaalt de werkwijze van de normstellingsadviescommissies.

Artikel 8

  • 1 Het College stelt per deskundigheidsgebied een toetsingsadviescommissie in zoals bedoeld in artikel 7 van het Besluit en benoemt de leden van deze commissie.

  • 2 De toetsingsadviescommissie heeft in ieder geval tot taak een aanvraag tot inschrijving in het deskundigheidsregister te toetsen aan de kwaliteitseisen, genoemd in artikel 12 van het Besluit en aan de specifieke kwaliteitseisen zoals die door het College zijn vastgesteld.

  • 3 De toetsingsadviescommissie adviseert het College over de aanvraag tot toelating.

  • 4 Het College bepaalt de werkwijze van de toetsingsadviescommissie.

Hoofdstuk 5. Jaarplan

Artikel 10

  • 1 Het College stelt jaarlijks een jaarplan vast zoals bedoeld in artikel 9 van het Besluit. Dit jaarplan omvat de beoogde activiteiten voor het volgende jaar, waarbij het College uitgaat van de beschikbaar gestelde financiële middelen en de van toepassing zijnde beleidsmatige kaders.

  • 2 Het jaarplan wordt jaarlijks vóór 1 oktober aan de Minister van Justitie voorgelegd, conform de regeling hierover in het Besluit1.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 11

  • 1 Dit reglement alsmede elke wijziging hiervan behoeft de goedkeuring van de Minister van Justitie, zoals bedoeld in artikel 9 van het Besluit.

  • 2 In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van dit reglement beslist de voorzitter van het College.

Artikel 13

Dit reglement treedt met terugwerkende kracht tot de dag waarop het is goedgekeurd, in werking op de dag na zijn bekendmaking.

Utrecht, 11 december 2009

De

voorzitter

van het College gerechtelijk deskundigen,

J.A. Coster van Voorhout

Den Haag, 21 december 2009

De

Minister

van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin

  1. Abusievelijk is in het Besluit de maand april vermeld. ^ [1]
Naar boven