Besluit van 26 februari 2013 tot wijziging van twee besluiten ter uitvoering van de
artikelen 110 en 1157 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de uitvoering
van Verordening (EU) Nr. 181/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari
2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging
van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (Pb EU L 55)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 15 januari 2013,
directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 340999, gedaan mede namens Onze Minister
van Infrastructuur en Milieu;
Gelet op de artikelen 110 en 1157 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 30 januari 2013,
nr. W03.13.0006/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 18 februari
2013, directie Wetgeving en Juridische Zaken, nr. 352933, uitgebracht mede namens
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;
Hebben goedgevonden en verstaan: