Mandaatregeling rechtspositionele bevoegdheden rechterlijke ambtenaren in opleiding

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 22-02-2013 t/m heden

Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 4 februari 2013, nr. 348683, houdende verlening van mandaat aan de Raad voor de rechtspraak en het College van procureurs-generaal inzake de uitoefening van rechtspositionele bevoegdheden ten aanzien van rechterlijke ambtenaren in opleiding

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 10:3 en 10:9 van de algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2

Aan de Raad en het College gezamenlijk wordt mandaat verleend om namens de Minister besluiten te nemen met betrekking tot de individuele rechtspositie van rechterlijke ambtenaren in opleiding.

Artikel 3

  • 1 Ten aanzien van de in artikel 2 bedoelde bevoegdheden kunnen de Raad en het College gezamenlijk ondermandaat verlenen aan de Raad van eigenaren SSR.

  • 2 De Raad van eigenaren SSR kan het krachtens het eerste lid verleend ondermandaat doorgeven aan de leiding van SSR, met uitzondering van het nemen van beslissingen inzake ontslag, anders dan op eigen verzoek.

  • 3 De leiding van SSR kan krachtens het tweede lid verleend ondermandaat doorgeven aan onder haar ressorterende functionarissen.

  • 4 Verlening of doorgeven van ondermandaat geschiedt schriftelijk en wordt ter kennis gebracht van de minister.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling rechtspositionele bevoegdheden rechterlijke ambtenaren in opleiding.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 4 februari 2013

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven