Regeling verdeling op afroep

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 29-09-2020 t/m heden

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 15 februari 2013, nr. WJZ/13014657, houdende regels met betrekking tot de verdeling van frequentieruimte als bedoeld in artikel 3.10, eerste lid, onderdeel b, van de Telecommunicatiewet (Regeling verdeling op afroep)

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 14 en 16 van het Frequentiebesluit 2013;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. aanvrager: degene die een aanvraag heeft ingediend;

  • b. vergunning: een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte met de omvang zoals die is vastgesteld op grond van artikel 14, derde lid, van het Frequentiebesluit 2013, of een veelvoud daarvan;

  • c. winnende combinatie: die combinatie van biedingen uit alle biedronden, houdende ten hoogste één bieding per deelnemer en betrekking hebbende op ten hoogste het aantal beschikbare vergunningen, die de hoogste totaalopbrengst oplevert;

  • d. finale winnende combinatie: de combinatie van biedingen die op grond van artikel 21 of 22 de uitslag van de veiling vormt;

  • e. winnende deelnemer: de deelnemer wiens bieding deel uitmaakt van de finale winnende combinatie;

  • f. VOA-procedure: de verdeelprocedure die aanvangt met de eerste aanvraag als bedoeld in artikel 15 van het Frequentiebesluit 2013 en eindigt met de beslissing op de aanvragen ingevolge artikel 7 of 24;

  • g. vertrouwelijke informatie: informatie over een aanvrager met betrekking tot diens strategie, budget, gewenste of verkregen hoeveelheid, soort of combinatie van vergunningen, en verwachte, gewenste of te betalen prijzen in een eventuele veiling;

  • h. deelnemer: aanvrager die toegelaten is tot de veiling;

  • i. groep: een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, waaronder mede wordt verstaan een rechtspersoon of andere juridische entiteit waarin twee of meer aanvragers gelijke aandelen houden of gelijke juridische zeggenschap hebben.

§ 2. De aanvraag

Artikel 2

  • 2 De aanvraag is in de Nederlandse taal gesteld.

  • 3 In de aanvraag worden de namen vermeld van ten minste één en ten hoogste vier natuurlijke personen, die ieder voor zich zelfstandig bevoegd zijn om de aanvraag namens de aanvrager in te dienen alsmede in het geval van een veiling namens de aanvrager handelingen te verrichten gedurende de veiling en die daartoe beschikken over een rechtsgeldige en toereikende volmacht.

  • 4 Met de gegevens en bescheiden, bedoeld in het eerste lid, worden gelijkgesteld zodanige gegevens en bescheiden krachtens het recht van een van de andere lidstaten van de Europese Unie of een van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

  • 5 De gegevens en bescheiden, bedoeld in het vierde lid, mogen in afwijking van het tweede lid, in een van de officiële talen van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte worden gesteld. In dat geval worden die gegevens en bescheiden vergezeld van een Nederlandse vertaling van die gegevens en bescheiden tenzij het gegevens en bescheiden betreft die in de Engelse taal zijn gesteld.

  • 6 Een aanvrager dient per VOA-procedure ten hoogste één aanvraag in.

  • 7 De aanvraag wordt ingediend per post dan wel door persoonlijke overhandiging op een bij publicatie van het aanvraagformulier door de minister bekendgemaakt adres, dan wel, indien beschikbaar, via een door de minister bij publicatie van het aanvraagformulier aan te wijzen elektronisch communicatiekanaal. De persoonlijke overhandiging vindt plaats op werkdagen tussen 8:30 uur en 16:00 uur.

Artikel 3

  • 1 Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan de in artikel 2 gestelde vereisten, deelt de minister dit de aanvrager mee en stelt de minister de aanvrager in de gelegenheid het verzuim te herstellen.

  • 2 De aanvrager heeft gedurende tien werkdagen, te rekenen vanaf de dag nadat de mededeling, bedoeld in het eerste lid, is verstuurd, de gelegenheid het verzuim te herstellen.

  • 4 Indien het verzuim, bedoeld in het eerste lid, binnen de termijn, genoemd in het tweede lid, niet is hersteld of de aanvraag na herstel niet voldoet aan de in artikel 2 gestelde eisen, kan de minister besluiten de aanvraag overeenkomstig artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht niet te behandelen.

Artikel 4

  • 1 De aanvrager is een natuurlijke persoon of een rechtspersoon naar Nederlands recht of het equivalent daarvan naar het recht van een van de overige lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en heeft zijn woonplaats, of indien het geen natuurlijke persoon is, is gevestigd in de Europese Economische Ruimte.

  • 2 De aanvrager voldoet voorts aan de volgende eisen:

    • a. de aanvrager verkeert niet in staat van faillissement of liquidatie; en

    • b. de aanvrager is geen surseance van betaling verleend, noch is door de aanvrager surseance van betaling aangevraagd.

  • 3 Met de eisen van het tweede lid worden gelijkgesteld zodanige eisen volgens het recht van een van de andere lidstaten van de Europese Unie of een van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

Artikel 5

  • 3 De minister wijst aanvragen om het gebruik van frequentieruimte binnen een band waarbinnen geen frequentieruimte beschikbaar is, af.

§ 3. Toewijzing frequentieruimte zonder veiling

Artikel 6

Indien de minister een besluit neemt, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a, van het Frequentiebesluit 2013, verleent de minister aan de aanvrager een vergunning voor het gebruik van de in diens aanvraag vermelde hoeveelheid frequentieruimte.

Artikel 7

  • 2 De frequentieruimte waarop de vergunningen die aan een aanvrager worden verleend, betrekking hebben, is indien mogelijk aaneengesloten.

  • 3 Indien het totaal aan frequentieruimte waarop de te verlenen vergunningen betrekking hebben, kleiner is dan de beschikbare frequentieruimte binnen de band, worden de vergunningen zodanig verleend dat de frequentieruimte binnen de band waarvoor geen vergunning wordt verleend aaneengesloten is.

  • 4 Met inachtneming van het tweede en derde lid worden, indien dit mogelijk is voor alle aanvragers aan wie vergunningen worden verleend en die een voorkeur hebben opgegeven bij de aanvraag, de vergunningen verleend overeenkomstig de voorkeur die bij de aanvraag is opgegeven.

  • 5 Indien binnen een frequentieband aan meerdere aanvragers vergunningen worden verleend, en toepassing van het vierde lid niet voor elk van de aanvragers aan wie vergunningen worden verleend en die een voorkeur hebben opgegeven bij de aanvraag mogelijk is, worden alle aanvragers aan wie vergunningen worden verleend gedurende vier weken vanaf de mededeling bedoeld in het eerste lid in de gelegenheid gesteld om, met inachtneming van het tweede en derde lid, onderling overeen te komen voor welke frequentieruimte vergunningen worden verleend aan welke aanvrager. Indien na afloop van de periode bedoeld in de eerste volzin niet alle aanvragers aan wie vergunningen worden verleend tot overeenstemming zijn gekomen, bepaalt de minister door middel van een loting, met inachtneming van het tweede en derde lid, voor welke frequentieruimte vergunningen worden verleend aan welke aanvrager.

  • 6 Indien toepassing van het vierde lid mogelijk is voor elk van de aanvragers aan wie vergunningen worden verleend die een voorkeur hebben opgegeven bij de aanvraag, is het vijfde lid van overeenkomstige toepassing op de verdeling van de na toepassing van het vierde lid resterende frequentieruimte tussen de aanvragers aan wie vergunningen zullen worden verleend en die bij de aanvraag hebben opgegeven geen voorkeur te hebben.

  • 7 De minister deelt iedere aanvrager mee voor welke frequentieruimte de vergunningen zijn verleend en aan welke aanvrager. De minister maakt de datum van het einde van de VOA-procedure en de nadien nog beschikbare frequentieruimte binnen de band waarop de procedure betrekking had, bekend.

§ 4. Veiling

Artikel 9

  • 1 De veiling vindt plaats door middel van internet, met behulp van een elektronisch veilingsysteem.

  • 2 Biedingen worden uitsluitend uitgebracht door middel van het elektronisch veilingsysteem.

  • 3 Andere communicatie vindt plaats via het elektronisch veilingsysteem dan wel telefonisch of via een door de minister bekendgemaakt elektronisch communicatiekanaal, waarbij de deelnemer bereikbaar is op het door hem in zijn aanvraag opgegeven telefoonnummer en een door de minister aan te wijzen elektronisch communicatiekanaal en de minister bereikbaar is op het telefoonnummer en elektronisch communicatiekanaal bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel e.

  • 4 De veiling wordt uitsluitend op werkdagen gehouden.

  • 5 De minister leidt de veiling en draagt zorg voor een goed verloop van de veiling.

Artikel 10

  • 1 De minister deelt iedere aanvrager schriftelijk mee of hij als deelnemer wordt toegelaten tot de veiling. Degene die een aanvraag heeft ingediend die voldoet aan de eisen van de artikelen 2 en 4 wordt toegelaten tot de veiling.

  • 2 De minister deelt een deelnemer uiterlijk twee weken voor de aanvang van de veiling schriftelijk mee:

    • a. de datum, de aanvangstijd en de duur van de eerste biedronde;

    • b. de omvang van een vergunning en de beschikbare hoeveelheid vergunningen in de veiling;

    • c. het aantal deelnemers aan de veiling;

    • d. de voor de veiling benodigde programmatuur;

    • e. het telefoonnummer en het elektronisch communicatiekanaal waarop de minister bereikbaar is;

    • f. de combinatie van zijn inlogcode en zijn wachtwoord;

    • g. het internetadres waarop de deelnemer inlogt teneinde aan de veiling deel te nemen, en

    • h. het bankrekeningnummer, de daarbij behorende naam en de overige bij de overmaking te vermelden gegevens, bedoeld in artikel 25.

Artikel 11

  • 1 Een aanvrager, inbegrepen diegene die een aanvrager ten behoeve van de veiling bijstaat of een lid van de groep van een aanvrager, verspreidt geen vertrouwelijke informatie en doet geen vertrouwelijke informatie verspreiden aan een andere aanvrager of een derde, en maakt geen vertrouwelijke informatie openbaar tot de mededeling bedoeld in artikel 24, zevende lid. De vorige volzin is na de mededeling bedoeld in artikel 24, derde lid, niet van toepassing op communicatie over de hoeveelheid, soort of combinatie van vergunningen tussen winnende deelnemers ten behoeve van het bereiken van de overeenstemming, bedoeld in artikel 24, vijfde en zesde lid.

  • 2 Een aanvrager, inbegrepen diegene die een aanvrager ten behoeve van de veiling bijstaat of een lid van de groep van een aanvrager, onthoudt zich voorafgaand aan en gedurende de veilingprocedure van afspraken of gedragingen die afbreuk doen of kunnen doen aan een goed verloop van de veiling, de mededinging in de veilingprocedure daaronder begrepen.

  • 3 Indien naar het oordeel van de minister sprake is van gedragingen in strijd met het eerste of tweede lid, kan de minister de veiling opschorten voor een termijn van ten hoogste één jaar.

  • 4 De minister kan een aanvrager die naar het oordeel van de minister handelt in strijd met het eerste of tweede lid van deelname of van verdere deelname aan de veiling uitsluiten.

  • 5 Indien een deelnemer in strijd heeft gehandeld met het eerste of tweede lid, kan de minister:

    • a. de uitkomst van een of meer biedingen of biedronden ongeldig verklaren, of

    • b. besluiten dat een of meer biedronden opnieuw moeten worden gehouden.

Artikel 12

  • 1 De minister kan de veiling opschorten voor een termijn van ten hoogste één jaar indien zich naar zijn oordeel bijzondere omstandigheden voordoen buiten de beïnvloedingssfeer van de minister of de deelnemers of indien technische problemen optreden waardoor de veiling tijdelijk geen doorgang kan vinden. Een bijzondere omstandigheid of technisch probleem wordt door een deelnemer onverwijld maar uiterlijk binnen 10 minuten na afloop van een biedronde of verlengde biedronde per telefoon gemeld aan de minister.

  • 2 De minister kan indien dit om andere dan de in artikel 11, derde en vijfde lid, genoemde redenen nodig is voor een eerlijk of efficiënt verloop van de veiling:

    • a. de veiling opschorten voor een termijn van ten hoogste één jaar

    • b. een of meer biedingen of de uitkomst van een of meer biedronden ongeldig verklaren, of

    • c. besluiten dat een of meer biedronden opnieuw moeten worden gehouden.

  • 3 De minister kan een aanvrager die niet langer voldoet aan de eisen die in artikel 4 zijn gesteld aan een aanvrager, uitsluiten van deelname of van verdere deelname aan de veiling.

  • 4 Indien de technische problemen optreden bij een deelnemer, kan de minister verlangen dat zijn biedingen worden uitgebracht door middel van een computer die de minister ter beschikking stelt op een door hem te bepalen locatie.

Artikel 13

  • 1 De minister bepaalt wanneer de biedronden van de veiling plaatsvinden en de duur van die biedronden.

  • 2 Een deelnemer is onvoorwaardelijk en onherroepelijk aan zijn bieding gebonden.

Artikel 14

  • 1 Een ongeldige bieding wordt niet in aanmerking genomen bij:

    • a. het bepalen van de laatste biedronde op basis van artikel 20 en 21, en

    • b. het vaststellen van de combinatie van winnende biedingen.

  • 2 Een bieding is ongeldig wanneer niet is voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a. de bieding is uitgebracht en bevestigd door middel van het elektronisch veilingsysteem via internet;

    • b. de bieding voldoet aan het bepaalde in artikel 16;

    • c. in een biedronde is de bieding de eerste bieding van een deelnemer in die ronde;

    • d. de bieding is in de Nederlandse taal gesteld, en

    • e. de bieding is tijdig ingediend.

  • 3 Indien een deelnemer niet heeft voldaan aan de in het tweede lid, onder a tot en met e, gestelde voorwaarden, deelt de minister dit de deelnemer mee en stelt hij de deelnemer in de gelegenheid het verzuim door middel van het elektronisch veilingsysteem te herstellen binnen de duur van de betrokken biedronde, dan wel de verlengde biedronde, bedoeld in artikel 17, eerste lid.

Artikel 16

  • 1 Een deelnemer brengt per biedronde maximaal één bieding uit.

  • 2 Een bieding bestaat uit het aantal vergunningen dat een deelnemer wil verkrijgen gelet op de in die biedronde geldende rondeprijs per vergunning, bedoeld in artikel 19.

  • 3 In de eerste biedronde biedt een deelnemer op ten minste zoveel vergunningen als nodig voor de in de aanvraag vermelde omvang van de gewenste frequentieruimte en ten hoogste het aantal beschikbare vergunningen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel b. Het aantal vergunningen waarop een deelnemer in een volgende biedronde biedt is kleiner dan of gelijk aan het aantal vergunningen waarop de deelnemer in de voorgaande biedronde heeft geboden.

  • 4 Indien een deelnemer in een biedronde geen bieding uitbrengt of een ongeldige bieding uitbrengt, is het aantal vergunningen waarop de betreffende deelnemer in de volgende biedronde biedt nul.

Artikel 17

  • 1 Indien een deelnemer een biedronde laat verstrijken zonder dat hij een bieding uitbrengt wordt die biedronde voor die deelnemer eenmalig van rechtswege verlengd met een termijn van 30 minuten, met dien verstande dat in ten hoogste twee biedronden voor een deelnemer verlenging plaats vindt.

  • 2 Een verlenging als bedoeld in het eerste lid wordt niet meegerekend voor het daar bedoelde maximum, indien deze plaatsvond in een biedronde waarvoor de minister op grond van artikel 11, vijfde lid, of artikel 12, tweede lid, heeft besloten dat deze opnieuw moet worden gehouden.

  • 3 Wanneer een deelnemer wegens technische problemen gebruik heeft moeten maken van een verlenging, maar toch in staat is geweest een bod uit te brengen, kan de minister besluiten dat die verlenging niet wordt meegerekend voor het in het eerste lid bedoelde maximum.

  • 4 Een op grond van het eerste lid verlengde biedronde is afgelopen zodra:

    • a. alle deelnemers wiens biedronde is verlengd, een bieding hebben uitgebracht, of

    • b. de biedronde dan wel de verlengde biedronde voor een deelnemer is verstreken.

  • 5 De minister deelt in het geval, bedoeld in het eerste lid, zo spoedig mogelijk aan alle deelnemers mee dat de biedronde ten behoeve van een of meer deelnemers is verlengd.

Artikel 18

  • 1 De minister deelt elke deelnemer zo spoedig mogelijk na het einde van een biedronde mee:

    • a. het maximale aantal vergunningen waarop hij in de volgende biedronde kan bieden, gelet op artikel 16, derde en vierde lid;

    • b. zijn verlengingsmogelijkheden in de volgende biedronde;

    • c. zijn bieding in de vorige biedronde;

    • d. het bedrag van zijn hoogste bieding in de veiling tot dan toe;

    • e. de aanvangstijd en de duur van de volgende biedronde;

    • f. de rondeprijs die in de volgende biedronde geldt;

    • g. de totale vraag in de vorige biedronde; en

    • h. de bieding van de overige deelnemers in de vorige biedronde, waarbij de identiteit van de overige deelnemers geheim blijft.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, onder a, e en f, wordt geen informatie over een volgende biedronde gegeven indien de biedronden op grond van artikel 21 of 22 definitief eindigen.

  • 3 In afwijking van het eerste lid, onder g en h, wordt geen informatie over de vorige biedronde gegeven indien daarop op grond van artikel 21, vierde lid, een herstelbiedfase volgt.

Artikel 19

  • 1 De prijs per vergunning is in de eerste biedronde € 0,–.

  • 2 De minister bepaalt de rondeprijs in de tweede biedronde.

  • 3 In de derde en volgende biedronden verhoogt de minister de rondeprijs zodanig dat de verhoging van de rondeprijs in een biedronde ten hoogste 100% is ten opzichte van de rondeprijs in de daaraan voorafgaande ronde.

  • 4 Indien dit naar het oordeel van de minister nodig is voor een evenwichtige vraagontwikkeling of een efficiënt verloop van de veiling kan hij afwijken van het derde lid.

Artikel 20

De laatste biedronde is de eerste biedronde waarin het aantal vergunningen waarop in de biedronde geboden is, gelijk is aan of kleiner is dan het aantal beschikbare vergunningen.

Artikel 21

  • 1 Indien in de laatste biedronde het aantal vergunningen waarop geboden is, gelijk is aan het aantal beschikbare vergunningen, wint elke bieder het aantal vergunningen waarop hij in de laatste ronde een bieding heeft uitgebracht tegen de prijs van de laatste biedronde.

  • 2 Indien in de laatste biedronde het aantal vergunningen waarop geboden is, kleiner is dan het aantal beschikbare vergunningen wordt de uitslag gevormd door de winnende combinatie die een bieding bevat van iedere deelnemer die in de laatste biedronde hoger dan nul heeft geboden.

  • 3 Indien in de laatste biedronde er meer dan één winnende combinatie als bedoeld in het tweede lid is, wordt de uitslag gevormd door die winnende combinatie als bedoeld in het tweede lid, die bestaat uit biedingen van het grootste aantal deelnemers. Indien er meer dan één winnende combinatie als bedoeld in de eerste volzin is, wordt de uitslag gevormd door de winnende combinatie als bedoeld in de eerste volzin, betreffende het grootste aantal vergunningen. Indien er meer dan één winnende combinatie als bedoeld in de tweede volzin is, wordt tussen deze combinaties geloot.

  • 4 Indien in de laatste biedronde het aantal vergunningen waarop geboden is:

    • a. kleiner is dan het aantal beschikbare vergunningen, en er geen winnende combinatie als bedoeld in het tweede lid is, of

    • b. nul is,

    volgt eenmalig een herstelbiedfase. Een herstelbiedfase houdt in dat de laatste biedronde komt te vervallen en opnieuw wordt gehouden, waarbij de minister de rondeprijs in deze biedronde vaststelt op een bedrag hoger dan de rondeprijs in de ronde voorafgaand aan de laatste biedronde, maar lager dan de rondeprijs in de laatste biedronde. De deelnemers die in de ronde voorafgaand aan de laatste biedronde hoger dan nul hebben geboden zijn toegelaten tot deze biedronde. Op biedrondes in de herstelbiedfase zijn artikel 16, derde lid, tweede volzin, en 19, derde en vierde lid, van overeenkomstige toepassing en is, in afwijking van artikel 20 en 21, artikel 22 van toepassing.

Artikel 22

  • 1 De laatste biedronde in de herstelbiedfase is de eerste biedronde in die fase waarin het aantal vergunningen waarop in de biedronde geboden is:

    • a. gelijk is aan het aantal beschikbare vergunningen, of

    • b. kleiner is dan het aantal beschikbare vergunningen en er een winnende combinatie is die een bieding bevat van iedere deelnemer die in de laatste biedronde in de herstelbiedfase hoger dan nul heeft geboden, of

    • c. nul is.

  • 2 Indien in de laatste biedronde het aantal vergunningen waarop geboden is, gelijk is aan het aantal beschikbare vergunningen, wint elke bieder het aantal vergunningen waarop hij in de laatste ronde een bieding heeft uitgebracht tegen de prijs van de laatste biedronde.

  • 3 Indien in de laatste biedronde het aantal vergunningen waarop geboden is, kleiner is dan het aantal beschikbare vergunningen, wordt de uitslag gevormd door de winnende combinatie die een bieding bevat van iedere deelnemer die in de laatste biedronde hoger dan nul heeft geboden.

  • 4 Indien in de laatste biedronde het aantal vergunningen waarop geboden is, kleiner is dan het aantal beschikbare vergunningen, en er meer dan één winnende combinatie als bedoeld in het derde lid is, wordt de uitslag gevormd door die winnende combinatie als bedoeld in het derde lid, die bestaat uit biedingen van het grootste aantal deelnemers. Indien er meer dan één winnende combinatie als bedoeld in de eerste volzin is, wordt de uitslag gevormd door de winnende combinatie als bedoeld in de eerste volzin, betreffende het grootste aantal vergunningen. Indien er meer dan één winnende combinatie als bedoeld in de tweede volzin is, wordt tussen deze combinaties geloot.

  • 5 Indien in de laatste biedronde in totaal op nul vergunningen is geboden, wordt de uitslag gevormd door de winnende combinatie. Indien er meer dan één winnende combinatie is, wordt de uitslag gevormd door de winnende combinatie die bestaat uit biedingen van het grootste aantal deelnemers. Indien er meer dan één winnende combinatie als bedoeld in de tweede volzin is, wordt de uitslag gevormd door de winnende combinatie bedoeld in de tweede volzin, betreffende het grootste aantal vergunningen. Indien er meer dan één winnende combinatie als bedoeld in de derde volzin is, wordt tussen deze combinaties geloot.

§ 5. Toewijzing frequentieruimte na veiling

Artikel 23

  • 1 De frequentieruimte waarop de vergunningen die aan een aanvrager worden verleend, betrekking hebben, is indien mogelijk aaneengesloten.

  • 2 Indien het totaal aan frequentieruimte waarop de te verlenen vergunningen betrekking hebben, kleiner is dan de beschikbare frequentieruimte binnen de band, worden de vergunningen zodanig verleend dat de frequentieruimte binnen de band waarvoor geen vergunning wordt verleend aaneengesloten is.

Artikel 24

  • 1 Aan een winnende deelnemer wordt een vergunning verleend voor het aantal vergunningen waarop hij in de finale winnende combinatie heeft geboden. De prijs voor die vergunning is gelijk aan het aantal vergunningen waarop de winnende deelnemer in deze combinatie heeft geboden, vermenigvuldigd met de hoogste rondeprijs waartegen de deelnemer deze bieding heeft uitgebracht.

  • 2 De minister wijst de aanvragen van de overige deelnemers af.

  • 3 De minister deelt de deelnemers zo spoedig mogelijk na afloop van de veiling mee:

    • a. dat de veiling is afgelopen; en

    • b. de identiteit van de winnende deelnemers en de door hen gewonnen vergunningen, alsmede de daarvoor verschuldigde totaalprijs.

  • 4 Met inachtneming van artikel 23 worden, indien dit mogelijk is voor alle winnende deelnemers die een voorkeur hebben opgegeven bij de aanvraag, de vergunningen verleend overeenkomstig de voorkeur die bij de aanvraag is opgegeven.

  • 5 Indien meerdere winnende deelnemers vergunningen hebben gewonnen, en toepassing van het vierde lid niet voor elk van de winnende deelnemers die een voorkeur hebben opgegeven bij de aanvraag mogelijk is, worden alle winnende deelnemers gedurende vier weken vanaf de mededeling bedoeld in het derde lid in de gelegenheid gesteld om, met inachtneming van artikel 23, onderling overeen te komen voor welke frequentieruimte vergunningen worden verleend aan welke deelnemer. Indien na afloop van de periode bedoeld in de eerste volzin niet alle winnende deelnemers tot overeenstemming zijn gekomen, bepaalt de minister door middel van een loting, met inachtneming van artikel 23, voor welke frequentieruimte vergunningen worden verleend aan welke winnende deelnemer.

  • 6 Indien toepassing van het vierde lid mogelijk is voor elk van de winnende deelnemers die bij de aanvraag een voorkeur hebben opgegeven, is het vijfde lid van overeenkomstige toepassing op de verdeling van de na toepassing van het vierde lid resterende frequentieruimte tussen de winnende deelnemers die bij de aanvraag hebben opgegeven geen voorkeur te hebben.

  • 7 De minister deelt na verlening van de vergunningen iedere deelnemer mee voor welke frequentieruimte de vergunningen zijn verleend en aan welke winnende deelnemer. De minister maakt de datum van het einde van de VOA-procedure en de nadien nog beschikbare frequentieruimte binnen de band waarop de procedure betrekking had, bekend.

Artikel 25

Uiterlijk twee weken nadat de mededeling, bedoeld in artikel 24, derde lid, is gedaan, betaalt de deelnemer wiens bieding onderdeel uitmaakt van de finale winnende combinatie de door hem verschuldigde totaalprijs, door overmaking van dat bedrag op het krachtens artikel 10, tweede lid, onderdeel i, meegedeelde bankrekeningnummer, ten name van de daarbij meegedeelde naam en onder vermelding van de daarbij meegedeelde gegevens.

§ 6. Slotbepalingen

Artikel 26

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het bij koninklijke boodschap van 9 april 2008 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de Nota frequentiebeleid 2005 (Kamerstukken 31412) in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 15 februari 2013

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp

Naar boven