Verordening bestemmingsheffing voetverzorgingsbedrijf 2013

[Regeling vervallen per 16-10-2019.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 05-01-2013 t/m 15-10-2019

Verordening van het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten van 7 november 2012, houdende regels terzake van de aan de ondernemers die het voetverzorgingsbedrijf uitoefenen op te leggen bestemmingsheffing voor het jaar 2013 (Verordening bestemmingsheffing voetverzorgingsbedrijf 2013)

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;

Gelet op artikel 95, tweede lid en artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

Gezien het advies van de Commissie textielreinigingsbedrijf;

Besluit:

§ 1. Begripsbepaling en toepassingsgebied

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

In deze verordening wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Deze verordening is van toepassing op de ondernemers die een onderneming drijven waarin het textielreinigingsbedrijf wordt uitgeoefend.

§ 2. De heffing

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 Aan de ondernemers die op of na de dag van inwerkingtreding van deze verordening een onderneming drijven waarin het voetverzorgingsbedrijf wordt uitgeoefend, wordt voor het jaar 2013 een heffing opgelegd ten behoeve van projecten op het gebied van opleiding, ondernemerschap en onderzoek.

  • 2 De heffing wordt vastgesteld op grondslag van het aantal vestigingen waarin door de ondernemer het voetverzorgingsbedrijf wordt uitgeoefend. De heffing bedraagt € 12 voor iedere vestiging waarin het voetverzorgingsbedrijf wordt uitgeoefend.

  • 3 In afwijking van het tweede lid bedraagt de heffing, indien de ondernemer het bedrijf uitsluitend anders dan in een vestiging uitoefent, € 12 per onderneming.

§ 3. Vermindering van heffing

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

  • 1 Bij cumulatie van onderhavige bestemmingsheffing met een of meer andere aan het Hoofdbedrijfschap Ambachten te betalen bestemmingsheffingen, wordt de heffing tot nihil verminderd, indien de uitoefening van het voetverzorgingsbedrijf kan worden aangemerkt als een nevenactiviteit ten opzichte van die andere bedrijfsuitoefening of bedrijfsuitoefeningen waarvoor een bestemmingsheffing is opgelegd.

  • 2 De vermindering wordt alleen toegepast ten aanzien van de onderneming waarin één persoon alle bedrijven uitoefent waarvoor bestemmingsheffingen zijn opgelegd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Vermindering als bedoeld in artikel 4 wordt slechts verleend op aanvraag. De aanvrager toont ten genoegen van de voorzitter aan dat aan de in het betreffende artikel genoemde voorwaarden wordt voldaan. Een aanvraag wordt binnen 6 weken nadat de heffing is opgelegd bij de voorzitter ingediend.

§ 4. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

De voorzitter neemt de besluiten op grond van de artikelen 3 en 4.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 16-10-2019]

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing voetverzorgingsbedrijf 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie worden geplaatst.

Den Haag, 7 november 2012

E.H.M. Bakker-Derks

voorzitter

J.W. Nelson

secretaris

Naar boven