Wet op het accountantsberoep

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-02-2019 t/m 21-10-2019

Wet van 13 december 2012, houdende bepalingen over het accountantsberoep, de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants en de Commissie eindtermen accountantsopleiding (Wet op het accountantsberoep)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op de Registeraccountants en de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten te vervangen door de Wet op het accountantsberoep, waarin het Nederlands Instituut van Registeraccountants en de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten worden samengevoegd tot één Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Definities

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:

Hoofdstuk 2. De nederlandse beroepsorganisatie van accountants

§ 2.1. Instelling en taken

Artikel 2

  • 1 Er is een Nederlandse beroepsorganisatie van accountants. De beroepsorganisatie is een openbaar lichaam als bedoeld in artikel 134 van de Grondwet.

  • 2 De beroepsorganisatie is gevestigd te Amsterdam.

  • 3 Accountants zijn lid van de beroepsorganisatie, tenzij artikel 39, tweede lid van toepassing is en de accountant een wens tot lidmaatschap niet schriftelijk aan het bestuur kenbaar heeft gemaakt.

Artikel 3

De beroepsorganisatie heeft de volgende taken:

  • a. bevorderen van een goede beroepsuitoefening door accountants, onder meer door het vaststellen van beroepsreglementering;

  • b. behartigen van de gemeenschappelijke belangen van accountants;

  • c. zorg dragen voor de eer van de stand van de accountants; en

  • d. zorg dragen voor de praktijkopleiding, bedoeld in artikel 47.

Artikel 4

De beroepsorganisatie heeft een ledenvergadering, een bestuur, een voorzitter, ledengroepen en een bureau.

§ 2.2. De ledenvergadering

Artikel 5

  • 1 De ledenvergadering stelt verordeningen vast.

  • 2 De ledenvergadering houdt toezicht op het bestuur. De ledenvergadering kan bestuursleden, met uitzondering van de afgevaardigden, bedoeld in artikel 17, derde lid, in hun functie schorsen of ontslaan, indien zij het vertrouwen in hun wijze van taakvervulling heeft verloren of wegens andere gegronde redenen.

Artikel 6

Het bestuur roept de ledenvergadering zo dikwijls als het zulks nodig acht, doch minstens een keer per jaar bijeen of op verzoek van ten minste één procent van de leden.

Artikel 7

  • 1 De ledenvergadering is openbaar.

  • 2 De deuren worden gesloten, wanneer ten minste een vijfde van de aanwezige leden daar om verzoekt of de voorzitter het nodig acht, tenzij de ledenvergadering anders beslist.

  • 3 Het personeel dat in dienst is bij de beroepsorganisatie kan een besloten vergadering bijwonen, tenzij de ledenvergadering anders beslist.

  • 4 Het verslag van een besloten vergadering wordt niet openbaar gemaakt, tenzij de ledenvergadering anders beslist.

Artikel 8

  • 1 De ledenvergadering neemt beslissingen bij meerderheid van stemmen. Blanco stemmen worden hierbij geacht niet te zijn uitgebracht.

  • 2 Bij staking van stemmen over personen beslist het lot.

  • 3 Stemmingen over personen zijn geheim.

Artikel 9

  • 1 Een stemming in een bijeenkomst van de ledenvergadering is nietig, indien niet meer dan de helft van de stemmen is uitgebracht van de ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigden.

  • 2 Bij stemming over personen worden blanco stemmen, voor de toepassing van dit artikel meegerekend.

Artikel 10

  • 1 Ieder lid kan één stem uitbrengen.

  • 2 Tenzij bij verordening anders is bepaald, kan een lid aan een ander lid schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Een lid kan voor ten hoogste drie andere leden een stem uitbrengen. Leden van het bestuur kunnen niet als gevolmachtigde optreden.

§ 2.3. Het bestuur

Artikel 11

  • 1 Het bestuur bestuurt de beroepsorganisatie en beheert het accountantsregister en het vermogen van de beroepsorganisatie.

  • 2 Het bestuur vertegenwoordigt de beroepsorganisatie in en buiten rechte.

Artikel 12

  • 1 Het aantal leden van het bestuur wordt door de ledenvergadering bepaald, doch bedraagt ten minste zeven.

  • 2 Het bestuur bestaat uit personen die door de ledenvergadering worden benoemd en uit afgevaardigden uit de ledengroepbesturen. Het bestuur bestaat voor de meerderheid uit personen die door de ledenvergadering worden benoemd.

  • 3 Jaarlijks treedt een deel van de bestuursleden die zijn benoemd door de ledenvergadering af volgens een door de ledenvergadering vast te stellen rooster. Het rooster wordt zodanig ingericht, dat voor zover mogelijk telkens hetzelfde aantal bestuursleden aftreedt.

  • 4 Bestuursleden worden benoemd voor vier jaren. In afwijking hiervan treedt een bestuurslid dat is benoemd ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats af, op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd had moeten aftreden.

  • 5 Een afgetreden bestuurslid is niet terstond herbenoembaar, tenzij hij is benoemd voor een tussentijds opengevallen plaats.

  • 6 Het bestuur bevordert dat het bestuur een evenwichtige afspiegeling van de accountantsberoepsgroep vormt, waarin de verschillende categorieën accountants naar de aard van hun werkzaamheden in het bestuur zijn vertegenwoordigd.

Artikel 13

  • 1 Het bestuur neemt beslissingen en besluiten bij meerderheid van stemmen.

  • 2 De leden van het bestuur stemmen zonder last.

  • 3 Een stemming in een bestuursvergadering is nietig, indien niet ten minste de helft van het aantal zittinghebbende leden die zich niet van medestemmen moeten onthouden, eraan heeft deelgenomen.

  • 4 In een bestuursvergadering onthouden de leden van het bestuur zich van stemmen over aangelegenheden die specifiek betrekking hebben op:

    • a. henzelf;

    • b. hun echtgenoten of geregistreerde partners;

    • c. hun bloed- of aanverwanten tot de derde graad;

    • d. degenen met wie zij in de uitoefening van een beroep voor gemene rekening of onder gemeenschappelijke naam optreden;

    • e. hun werknemers;

    • f. hun werkgevers;

    • g. hun opdrachtgevers;

    • h. degenen, op wie de in de uitoefening van hun beroep verrichte werkzaamheden rechtstreeks betrekking hebben.

§ 2.4. De voorzitter

Artikel 14

De voorzitter van het bestuur, dan wel bij zijn afwezigheid de plaatsvervangend voorzitter, bekleedt tijdens de bestuurs- en ledenvergaderingen het voorzitterschap.

Artikel 15

De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter worden jaarlijks door de ledenvergadering uit het bestuur benoemd.

§ 2.5. Ledengroepen

Artikel 16

  • 1 Een ledengroep is een bij verordening ingesteld verband van leden van de beroepsorganisatie die zijn verenigd naar de aard van hun werkzaamheden of hun functie als accountant.

  • 2 Ieder lid van de beroepsorganisatie die actief deelneemt aan het arbeidsproces, is tevens lid van een ledengroep.

Artikel 17

  • 1 Een ledengroep heeft een bestuur, bestaande uit ten minste vijf personen uit de ledengroep.

  • 2 Het ledengroepbestuur heeft als taak:

    • a. het behartigen van de belangen van de ledengroep;

    • b. het adviseren van het bestuur over kwesties die de ledengroep aangaan.

  • 3 De ledengroep benoemt uit het ledengroepbestuur een afgevaardigde die zitting heeft in het bestuur van de beroepsorganisatie, tenzij bij verordening anders is bepaald.

  • 4 Een ledengroep houdt toezicht op haar ledengroepbestuur. De ledengroep kan ledengroepbestuursleden in hun functie schorsen of ontslaan, indien zij het vertrouwen in hun wijze van taakvervulling heeft verloren of wegens andere gegronde redenen.

  • 5 Leden van het ledengroepbestuur worden door de ledengroep benoemd voor een periode van vier jaar. In afwijking hiervan treedt een bestuurslid dat is benoemd ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats af, op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd had moeten aftreden.

  • 6 Een afgetreden bestuurslid is niet terstond herbenoembaar, tenzij hij is benoemd voor een tussentijds opengevallen plaats.

§ 2.6. Het bureau

Artikel 18

  • 1 De beroepsorganisatie beschikt over een bureau dat de organen van de beroepsorganisatie ondersteunt bij de uitvoering van hun taken.

  • 2 Het bureau staat onder leiding van een directie.

  • 3 Het personeel dat werkzaam is bij de beroepsorganisatie wordt door het bestuur van de beroepsorganisatie in dienst genomen op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

Hoofdstuk 3. Verordeningen en overige besluiten

Artikel 19

  • 1 De ledenvergadering kan verordeningen vaststellen die zij nodig acht ter vervulling van de taken, genoemd in artikel 3.

  • 2 De ledenvergadering stelt in ieder geval verordeningen vast met betrekking tot:

    • a. gedrags- en beroepsregels ten behoeve van een goede uitoefening van de werkzaamheden van accountants;

    • b. de onafhankelijkheid, het stelsel van kwaliteitsbeheersing en de integere bedrijfsvoering van accountantsorganisaties;

    • c. behandeling van klachten over accountants;

    • d. de werkwijze van de verschillende organen van de beroepsorganisatie;

    • e. het instellen en opheffen van de ledengroepen, alsmede de organisatie en werkwijze van de ledengroep en het ledengroepbestuur;

    • f. het in dienst nemen van het personeel dat werkzaam is bij het bureau;

    • g. de bijdragen van de leden, bedoeld in artikel 30, eerste lid;

    • h. de tarieven die in rekening worden gebracht voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 30, tweede lid;

    • i. de vergoeding van de kosten, bedoeld in artikel 38, eerste lid;

    • j. de praktijkopleiding en het daarbij behorende examen, bedoeld in artikel 47, eerste lid;

    • k. de beroepsprofielen behorend bij de accountantstitels, genoemd in artikel 41, eerste lid;

    • l. de inrichting, de wijze van afname en de hoogte van de examengelden van het examen, bedoeld in artikel 54, eerste lid, onderdeel c, en de voorwaarden voor het verkrijgen van vrijstellingen van onderdelen daarvan;.

    • m. de inhoud van het examen ten behoeve van de verklaring van vakbekwaamheid, bedoeld in artikel 54, eerste lid, onderdeel d;

    • n. het instellen, opheffen en beheer van eventuele fondsen in het belang van de beroepsgroep.

  • 3 De ledenvergadering kan bij verordening de bevoegdheid tot het stellen van nadere voorschriften delegeren aan het bestuur.

  • 4 Verordeningen en de daarop berustende nadere voorschriften bevatten geen verplichtingen of voorschriften die niet strikt noodzakelijk zijn voor verwezenlijking van het doel dat met de verordening wordt beoogd en beperken niet onnodig de marktwerking.

  • 5 Verordeningen en de daarop berustende bepalingen zijn slechts verbindend ten aanzien van accountants en organen van de beroepsorganisatie, tenzij bij wet anders is bepaald.

Artikel 20

Het bestuur, de ledengroep en het ledengroepbestuur kunnen nadere voorschriften stellen over hun werkwijze, voor zover daarin niet bij of krachtens een ander wettelijk voorschrift is voorzien.

Artikel 21

  • 1 De bevoegdheid tot het maken van verordeningen en nadere voorschriften blijft ten aanzien van onderwerpen waarin door een wet, algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling is voorzien, gehandhaafd, voor zover de verordeningen daarmee niet in strijd zijn.

  • 2 De bepalingen van verordeningen en nadere voorschriften in wier onderwerp door een wet, algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling wordt voorzien, zijn van rechtswege vervallen.

Artikel 22

  • 1 Het bestuur, een ledengroepbestuur of ten minste honderd leden gezamenlijk, kunnen een voorstel voor een verordening indienen.

  • 2 Het bestuur legt ontwerpverordeningen ten minste twee maanden voorafgaand aan de datum waarop de ledenvergadering plaatsvindt op elektronische wijze ter inzage.

  • 3 Een ieder kan gedurende vier weken na de publicatie van een ontwerpverordening bij het bestuur een zienswijze indienen. Het bestuur brengt de naar voren gebrachte zienswijzen ter kennis van de leden.

Artikel 23

  • 1 Bekendmaking van verordeningen en nadere voorschriften geschiedt door plaatsing in de Staatscourant.

  • 2 Verordeningen of nadere voorschriften treden niet eerder in werking dan de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin deze zijn gepubliceerd.

Artikel 24

De beroepsorganisatie werkt samen met de Autoriteit Financiële Markten, voor zover dat noodzakelijk is ten behoeve van de uitoefening van het toezicht ingevolge de Wet toezicht accountantsorganisaties.

Artikel 25

  • 1 De beroepsorganisatie kan, in afwijking van artikel 2:5 van de Algemene wet bestuursrecht, vertrouwelijke gegevens of inlichtingen verkregen bij de uitoefening van de ingevolge deze wet opgedragen taken, verstrekken aan:

    • a. de Autoriteit Financiële Markten;

    • b. een organisatorisch verband van marktpartijen, dat zich ten doel stelt een doeltreffende bijdrage te leveren aan de uitvoering door de Autoriteit Financiële Markten van het toezicht op de naleving van de Wet toezicht accountantsorganisaties en daartoe met de Autoriteit Financiële Markten een convenant heeft afgesloten;

    • c. de accountantskamer; of

    • d. het College van Beroep voor het bedrijfsleven;

    voor zover de verstrekking nodig is voor de vervulling van hun taak ingevolge de Wet toezicht accountantsorganisatie, of de Wet tuchtrechtspraak accountants.

  • 2 Indien de beroepsorganisatie vertrouwelijke gegevens of inlichtingen op grond van het eerste lid heeft verstrekt aan een in dat lid bedoelde instantie en die instantie verzoekt om die gegevens of inlichtingen te mogen gebruiken voor een ander doel dan waarvoor zij zijn verstrekt, willigt de beroepsorganisatie dat verzoek slechts in:

    • a. indien het beoogde gebruik niet in strijd is met het eerste lid; of

    • b. voor zover die instantie op een andere wijze dan in deze wet voorzien, met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke procedures, voor dat andere doel de beschikking over die gegevens of inlichtingen zou kunnen verkrijgen.

Hoofdstuk 4. De financiën van de beroepsorganisatie

Artikel 26

De beroepsorganisatie draagt alle kosten en is gerechtigd tot alle baten, uit de uitvoering van deze wet voortvloeiende.

Artikel 27

Het boekjaar van de beroepsorganisatie loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 28

Vóór de aanvang van het boekjaar stelt de ledenvergadering de begroting van de beroepsorganisatie vast. Het bestuur dient daartoe een ontwerpbegroting in, vergezeld van de nodige toelichting. Het ontwerp wordt door het bestuur, ten minste twee weken vóór de behandeling daarvan door de ledenvergadering, op elektronische wijze bekendgemaakt.

Artikel 29

  • 1 Voor elk boekjaar benoemt de ledenvergadering een accountant die is belast met de controle op de financiële verantwoording, alsmede een plaatsvervanger voor deze.

  • 2 De accountant, bedoeld in het eerste lid, brengt binnen dertien weken na afloop van het betrokken boekjaar een verslag uit aan het bestuur.

  • 3 Binnen zes maanden na afloop van het boekjaar doet het bestuur aan de ledenvergadering rekening en verantwoording over zijn in het boekjaar gevoerde bestuur, onder overlegging van een balans en staat van baten en lasten met toelichting en met een verklaring van een accountant daarover. De balans, de staat van baten en lasten, de toelichting en de verklaring worden door het bestuur, ten minste twee weken vóór behandeling daarvan door de ledenvergadering, aan de leden toegezonden.

  • 4 De ledenvergadering stelt de rekening vast en verleent décharge aan het bestuur, behoudens in geval van later gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden.

Artikel 30

  • 1 De beroepsorganisatie kan van haar leden jaarlijks bijdragen heffen. De hoogte van de bijdrage kan voor verschillende categorieën van leden verschillend worden vastgesteld.

  • 2 De beroepsorganisatie kan de kosten van de werkzaamheden die zij verricht ter beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant in rekening brengen bij haar leden of de kantoren waarbij deze leden werkzaam zijn.

Artikel 31

Het bestuur kan de krachtens deze wet aan de beroepsorganisatie verschuldigde bedragen bij dwangbevel invorderen.

Hoofdstuk 5. Bestuurlijk toezicht op de beroepsorganisatie

Artikel 32

Het bestuur verstrekt Onze Minister desgevraagd alle inlichtingen over zaken die de beroepsorganisatie betreffen.

Artikel 33

  • 1 Het bestuur zendt de vastgestelde begroting voor aanvang van het boekjaar aan Onze Minister.

  • 2 Het bestuur zendt een verslag over de werkzaamheden van de beroepsorganisatie in het afgelopen boekjaar, tezamen met de jaarrekening en de daarbij behorende accountantsverklaring voor 1 augustus van het jaar volgend op het boekjaar aan Onze Minister.

Artikel 34

  • 1 Goedkeuring van Onze Minister behoeven:

    • a. verordeningen over de onderwerpen, genoemd in artikel 19, tweede lid, onderdelen b tot en met n, en onderdeel a, voor zover deze betrekking hebben op het verrichten van wettelijke controles;

    • b. nadere voorschriften die gebaseerd zijn op een verordening als bedoeld in de onderdelen a of b, en betrekking hebben op het verrichten van wettelijke controles;

    • c. overige nadere voorschriften waarvan Onze Minister bij de goedkeuring van de verordening waarop het nadere voorschrift is gebaseerd heeft bepaald dat zij goedkeuring behoeven.

  • 2 Goedkeuring kan alleen worden onthouden wanneer een verordening of een nader voorschrift in strijd is met het recht of het algemeen belang.

  • 3 Goedkeuring van verordeningen of nadere voorschriften vindt plaats voorafgaand aan de bekendmaking van de verordening of het nadere voorschrift in de Staatscourant. Indien een verordening of nader voorschrift goedkeuring behoeft wordt in die regeling het besluit tot goedkeuring vermeld.

Artikel 35

  • 1 Verordeningen en andere besluiten van de beroepsorganisatie kunnen bij koninklijk besluit worden vernietigd.

  • 2 Van een besluit tot schorsing of vernietiging wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Hoofdstuk 6. Het accountantsberoep

§ 6.1. Het accountantsregister

Artikel 36

  • 1 Er is een accountantsregister waarin accountants zijn ingeschreven.

  • 2 In het accountantsregister worden, voor zover van toepassing, de volgende gegevens van de ingeschrevene opgenomen:

    • a. de naam;

    • b. de voornamen;

    • c. de geboortedatum;

    • d. het adres;

    • e. het kantooradres dan wel het adres van de organisatie of instelling waar de accountant werkzaam is;

    • f. de datum van inschrijving;

    • g. de titel, bedoeld in artikel 41;

    • h. de ledengroep waartoe de ingeschrevene behoort;

    • i. indien de opleiding van de ingeschrevene voldoet aan de eindtermen voor het uitvoeren van wettelijke controles: een aantekening daarvan;

    • j. indien een tuchtmaatregel is opgelegd: de opgelegde maatregel en het tijdstip waarop deze is ingegaan en, voor zover van toepassing, het tijdstip waarop deze eindigt;

    • k. de datum van een doorhaling van een ingeschrevene.

  • 3 De vermelding van de tuchtrechtelijke maatregel wordt na tien jaren, gerekend vanaf het tijdstip waarop de tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd, uit het accountantsregister verwijderd.

  • 4 Onverminderd het derde lid wordt een tuchtrechtelijke maatregel tot tijdelijke doorhaling van de inschrijving in het accountantsregister tot vijf jaar na het einde van de maatregel in het accountantsregister vermeld.

  • 5 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over het accountantsregister.

Artikel 37

  • 1 Aan een ieder wordt kosteloos inzage verleend in het accountantsregister. De beroepsorganisatie verstrekt aan een ieder desgevraagd, tegen betaling van de kostprijs, een afschrift uit het accountantsregister.

  • 2 Afschriften uit het accountantsregister worden kosteloos verstrekt aan het Rijk, de provincies en de gemeenten, alsmede aan andere publiekrechtelijke lichamen binnen Nederland en de Europese Unie.

  • 3 Het ter inzage gelegde accountantsregister of het afschrift uit het accountantsregister bevat de gegevens, bedoeld in artikel 36, tweede lid, uitgezonderd onderdeel d.

§ 6.2. Inschrijving in het accountantsregister

Artikel 38

  • 1 Degene die in het accountantsregister wenst te worden ingeschreven, dient daartoe een aanvraag in bij het bestuur. De beroepsorganisatie kan een vergoeding voor de kosten van de inschrijving in rekening brengen bij de aanvrager.

  • 2 Degene die de aanvraag doet verstrekt daarbij de volgende gegevens:

  • 4 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de gegevens die worden verstrekt bij de aanvraag tot inschrijving.

Artikel 39

  • 1 De inschrijving wordt geweigerd indien:

    • a. de aanvrager niet voldoet aan de voorwaarden, gesteld bij of krachtens artikel 38;

    • b. de aanvrager ingevolge een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak in staat van faillissement verkeert of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is;

    • c. de aanvrager ingevolge een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld;

    • d. indien de aanvrager ingevolge een rechterlijke uitspraak is ontzet van het recht het accountantsberoep uit te oefenen;

    • e. er, gelet op de antecedenten van de aanvrager, gegronde vrees bestaat dat de aanvrager zal handelen of nalaten in strijd met wettelijke voorschriften, de accountant betreffende, of dat zijn inschrijving in het accountantsregister op andere wijze de eer van de stand van accountants zal schaden.

  • 2 Het eerste lid, onderdeel e, is niet van toepassing op een aanvrager, die beschikt over een verklaring van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 54, eerste lid, indien hij zonder zich in Nederland te vestigen onderzoeken als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bij wijze van dienstverlening wil verrichten, mits hij bevoegd is tot het wettelijk voorgeschreven onderzoek van jaarrekeningen in een lidstaat van de Europese Unie, anders dan Nederland, of in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132).

Artikel 40

  • 1 Binnen acht weken nadat de aanvraag tot inschrijving in het accountantsregister is ontvangen neemt de beroepsorganisatie een besluit.

  • 2 De aanvrager wordt binnen drie werkdagen na het besluit tot inschrijving door het bestuur ingeschreven in het accountantsregister.

§ 6.3. Bepalingen betreffende accountants

Artikel 41

  • 1 Degene die is ingeschreven in het register, is gerechtigd tot het voeren van de titel Registeraccountant, afgekort RA of Accountants-Administratieconsulent, afgekort AA. De titel wordt bij het besluit tot inschrijving verleend.

  • 2 Het is degene die niet in het accountantsregister is ingeschreven verboden om anders dan in besloten kring de titels, genoemd in het eerste lid, of de benaming accountant zonder nadere toevoeging dan wel in samenstelling of afkorting te voeren, dan wel zich zodanig te gedragen, dat daardoor bij het publiek redelijkerwijs de indruk kan zijn gewekt, dat hij tot het voeren van die benaming gerechtigd is.

  • 3 In afwijking van het tweede lid is het degene die in een dienstbetrekking werkzaam is onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van een accountant, toegestaan de benaming adjunct-accountant, assistent-accountant of een andere soortgelijke benaming te voeren.

Artikel 42

  • 1 Ten aanzien van de uitoefening van zijn beroep is de accountant onderworpen aan tuchtrechtspraak op grond van de Wet tuchtrechtspraak accountants ter zake van:

    • a. enig handelen of nalaten in strijd met het bij of krachtens deze wet bepaalde; en

    • b. enig ander dan in onderdeel a bedoeld handelen of nalaten in strijd met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

  • 2 De tuchtrechtspraak wordt uitgeoefend in eerste aanleg door de accountantskamer en in hoger beroep, tevens in hoogste ressort, door het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Artikel 43

  • 1 Het bestuur haalt een inschrijving in het accountantsregister door:

  • 2 Doorhaling van de inschrijving leidt tot verlies van de betrekkingen binnen de beroepsorganisatie waarvoor het lidmaatschap een vereiste is.

Artikel 44

Het bestuur draagt zorg voor het bekendmaken van elke doorhaling van een inschrijving in het accountantsregister. Dit geschiedt in ieder geval, voor zover mogelijk, door een mededeling aan de betrokkene en een elektronische publicatie.

Artikel 45

  • 2 Indien de inschrijving is doorgehaald op grond van artikel 43, eerste lid, onderdeel c, is herinschrijving mogelijk wanneer de aanvrager het bewijs overlegt, dat deze grond heeft opgehouden te bestaan.

  • 3 Indien de inschrijving is doorgehaald ter uitvoering van een tuchtrechtelijke maatregel is herinschrijving niet mogelijk gedurende de termijn waarvoor de tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd.

  • 4 Indien de inschrijving is doorgehaald op grond van artikel 43, eerste lid, onderdeel f, is inschrijving weer mogelijk nadat de aanvrager de verschuldigde bijdragen alsnog heeft betaald, alsmede de kosten voor de invordering en de wettelijke rente.

Hoofdstuk 7. De opleiding tot accountant

Artikel 46

De opleiding tot accountant omvat bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen vakgebieden en voldoet aan de eindtermen, bedoeld in artikel 49, tweede lid, onderdeel a, die voor controles van financiële verantwoordingen van belang zijn.

Artikel 47

  • 1 Gedurende ten minste drie jaar wordt als onderdeel van de opleiding tot accountant een praktijkopleiding gevolgd waarvoor de beroepsorganisatie zorg draagt. De praktijkopleiding wordt afgesloten met een examen. Indien het examen met goed gevolg is afgelegd, geeft de beroepsorganisatie daarvan een getuigschrift af.

  • 2 De verordening over de praktijkopleiding en het daarbij behorende examen, bedoeld in artikel 19, tweede lid, onderdeel j, bevat regels over:

    • a. de toelatingseisen voor de praktijkopleiding;

    • b. de inhoud van het examen, de wijze waarop het examen wordt afgenomen en de personen die bevoegd zijn het examen af te nemen;

    • c. de voorwaarden voor de toelating tot het afleggen van het examen;

    • d. de voorwaarden voor het verkrijgen van vrijstelling van bepaalde onderdelen van het examen;

    • e. de hoogte van de examengelden en te wiens laste deze komen.

Artikel 48

De beroepsorganisatie beoordeelt aan de hand van de vastgestelde eindtermen, bedoeld in artikel 49, tweede lid, en de verstrekte getuigschriften van opleidingen of degene die een praktijkopleiding wil volgen voldoet aan de toelatingseisen daarvoor.

Artikel 49

  • 1 Er is een Commissie eindtermen accountantsopleiding.

  • 2 De commissie heeft tot taak:

  • 3 De commissie maakt de vastgestelde eindtermen bekend door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 50

  • 1 De opleidingsinstituten wier opleiding op grond van artikel 49, tweede lid, onderdeel b, is aangewezen en de betrokkenen bij de praktijkopleiding, verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die de commissie voor haar taakuitvoering nodig heeft.

  • 4 De commissie kan een aanwijzing geven ten aanzien van de uitvoering van de praktijkopleiding indien uit een toetsing als bedoeld in artikel 49, tweede lid, onderdeel c, blijkt dat de praktijkopleiding niet voldoet aan de eindtermen die gelden voor de praktijkopleiding.

Artikel 51

  • 1 De commissie heeft ten hoogste acht leden waaronder de voorzitter.

  • 2 Benoeming van de leden geschiedt voor een periode van ten hoogste vijf jaar. Bij de benoeming bepaalt Onze Minister wie de voorzitter is. De leden zijn eenmaal herbenoembaar.

  • 3 Schorsing en ontslag vinden slechts plaats wegens ongeschiktheid of onbekwaamheid voor de vervulde functie dan wel wegens andere zwaarwegende in de persoon van de betrokkene gelegen redenen. Ontslag vindt voorts plaats op eigen verzoek.

Artikel 52

  • 1 De commissie stelt een bestuursreglement vast.

  • 2 In het bestuursreglement worden regels vastgesteld omtrent het aanvaarden van een nevenfunctie anders dan uit hoofde van het lidmaatschap van de commissie.

Artikel 53

  • 1 De commissie brengt jaarlijks de kosten van de werkzaamheden die zij verricht in verband met de uitoefening van haar taak op grond van deze wet in rekening bij de beroepsorganisatie, voor zover deze kosten niet ten laste komen van de Rijksbegroting.

  • 2 De kosten worden gebaseerd op de begroting waarmee Onze Minister heeft ingestemd. Alvorens de begroting aan Onze Minister wordt voorgelegd stelt de commissie het bestuur van de beroepsorganisatie ten minste drie weken in de gelegenheid, een zienswijze te geven over het ontwerp van begroting. Een uitgebrachte zienswijze wordt meegezonden met de begroting aan Onze Minister.

  • 3 Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid.

Artikel 54

  • 1 De commissie geeft een verklaring van vakbekwaamheid af aan degene die:

    • a. beschikt over een bewijsstuk waaruit blijkt dat hij als wettelijke auditor als bedoeld in artikel 2, onderdeel 2, van richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006, betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, tot wijziging van de Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 84/253/EEG van de Raad (PbEU 2006, L 157/87), is toegelaten tot het verrichten van controles als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, van voornoemde richtlijn, in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte; of

    • b. beschikt over een in een ander land dan genoemd in onderdeel a, verkregen diploma of soortgelijk bewijsstuk, waaruit naar het oordeel van de commissie eenzelfde niveau van vakbekwaamheid blijkt als in Nederland, welke blijkt uit het met goed gevolg hebben voltooid van de opleiding tot accountant; en

    • c. met goed gevolg een examen heeft afgelegd waarbij de kennis van de betrokkene van het Nederlandse recht wordt getoetst; en

    • d. met goed gevolg een examen heeft afgelegd waarbij de kennis van de betrokkene van de voor de accountants geldende gedrags- en beroepsregels wordt getoetst.

  • 2 De verklaring is gericht op inschrijving in het accountantsregister als Registeraccountant dan wel Accountants-Administratieconsulent, of in het openbaar register, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Wet toezicht accountantsorganisaties als externe accountant die een wettelijke auditor is als bedoeld in artikel 27 van die wet afhankelijk van de bevoegdheden die in het buitenland aan het bewijsstuk verbonden zijn en, indien het een diploma of soortgelijk bewijsstuk als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b betreft, de eindtermen die daaraan ten grondslag liggen.

  • 3 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over het examen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c.

Hoofdstuk 8. Overige bepalingen

§ 8.1. Strafbepalingen

Artikel 55

  • 1 Met het toezicht op de naleving van artikel 41, tweede lid, van deze wet, zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen personen.

  • 2 Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 56

§ 8.3. Intrekking en wijziging van wetten

§ 8.4. Overgangsbepalingen

Artikel 70

  • 1 De beroepsorganisatie is de rechtsopvolger onder algemene titel van het Nederlands Instituut van Registeraccountants en de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten.

  • 2 Het personeel dat op de datum van inwerkingtreding van deze wet in dienst is bij het Nederlands Instituut van Registeraccountants of de Nederlandse Orde van Accountant-Administratieconsulenten, treedt met ingang van die datum, met behoud van rechten, in dienst bij het bureau van de beroepsorganisatie.

Artikel 71

  • 1 Binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze wet belegt het bestuur van de beroepsorganisatie een ledenvergadering waarin in ieder geval de volgende besluiten worden genomen:

    • a. het benoemen van de bestuursleden;

    • b. het vaststellen van de begroting.

  • 2 In afwijking van artikel 12, vierde lid, kunnen de door de gezamenlijke ledenvergadering benoemde bestuursleden voor een kortere periode dan vier jaar worden benoemd, in verband met het op te stellen rooster, bedoeld in dat artikel.

  • 3 Tot de benoeming van de bestuursleden, bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt het bestuur van de beroepsorganisatie gevormd door de gezamenlijke bestuursleden van het opgeheven Nederlands Instituut van Registeraccountants en de opgeheven Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten.

  • 4 Het bestuur neemt beslissingen ten aanzien van de werkwijze van de ledenvergadering, bedoeld in het eerste lid, waarin bij of krachtens de wet niet is voorzien.

  • 5 De verordeningen en nadere voorschriften van het Nederlands Instituut van Registeraccountants en de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten blijven op de beroepsorganisatie, de Registeraccountants, respectievelijk de Accountants-Administratieconsulenten en de accountantsorganisaties van kracht tot drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet, tenzij de ledenvergadering, respectievelijk het bestuur deze heeft ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 72

Degenen die op het moment van de inwerkingtreding van deze wet zijn ingeschreven in de registers, bedoeld in artikel 55, eerste lid, van de Wet op de Registeraccountants of artikel 36, eerste lid van de Wet op de Accountant-Administratieconsulenten, zoals die artikelen luidden op het moment van inwerkingtreding van artikel 58 van deze wet, worden vanaf dat moment geacht op overeenkomstige wijze te zijn ingeschreven in het accountantsregister. Artikel 36, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 73

De Wet op de Registeraccountants, de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten en de daarop berustende bepalingen, blijven van kracht op handelingen en gedragingen van natuurlijke en rechtspersonen, die hebben plaatsgevonden voorafgaand aan het intrekken of vervallen van die bepalingen.

Artikel 74

  • 1 Indien de inwerkingtreding van deze wet gedurende een boekjaar van het Nederlands Instituut van Registeraccountants of de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten plaatsvindt, dan gaat de contributieverplichting van de leden van de op te heffen openbare lichamen voor het resterend deel van het boekjaar voor een evenredig deel over op de leden van de beroepsorganisatie.

  • 2 Het boekjaar van het Nederlands Instituut van Registeraccountants loopt van 1 januari tot en met 31 december.

§ 8.5. Slotbepalingen

Artikel 75

  • 1 De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 13 december 2012

Beatrix

De Minister van Financiën,

J. R. V. A. Dijsselbloem

Uitgegeven de eenentwintigste december 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven