Instellingsverordening Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 29-06-2019 t/m heden

Verordening van de Sociaal-Economische Raad van 15 juni 2012 tot instelling van de Commissie klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (Instellingsverordening Commissie Klachtenbehandeling Aanbestellingskeuringen)

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. Raad: de Sociaal-Economische Raad;

  • b. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Sociaal-Economische Raad;

  • c. commissie: de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen, genoemd in artikel 2.

§ 2. Instelling

Artikel 2

Er is een Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen, die belast is met de behandeling van klachten over keuringen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Wet op de medische keuringen.

Artikel 3

  • 1 De commissie bestaat uit vijf leden.

  • 2 Het dagelijks bestuur benoemt:

    • a. drie onafhankelijke leden;

    • b. één lid op voordracht van de daarvoor naar zijn oordeel in aanmerking komende organisaties van ondernemers;

    • c. één lid op voordracht van de daarvoor naar zijn oordeel in aanmerking komende organisaties van werknemers.

  • 3 Voor elk lid kan tevens een plaatsvervanger worden benoemd.

  • 4 Het dagelijks bestuur wijst uit het midden van de onafhankelijke leden de voorzitter aan.

  • 5 De onafhankelijke leden en onafhankelijke plaatsvervangende leden hebben de hoedanigheid van arts of jurist, waarbij een evenwichtige verhouding wordt nagestreefd, met dien verstande dat van de onafhankelijke leden ten minste één lid arts is en ten minste één lid jurist is.

Artikel 4

  • 1 De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie worden benoemd voor een periode van drie jaar. Zij kunnen terstond opnieuw worden benoemd.

  • 2 Op voordracht van de commissie kan het dagelijks bestuur een lid van de commissie, wiens handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengt aan de goede gang van zaken bij de commissie of aan het in haar gestelde vertrouwen, tussentijds ontslaan.

Artikel 5

  • 1 De commissie wordt bijgestaan door een secretariaat.

  • 2 De secretaris van de commissie en de overige leden van het secretariaat worden aangewezen door de algemeen secretaris.

§ 3. Werkwijze en vergoedingen

Artikel 6

De commissie stelt een regeling van werkzaamheden vast, waarin in ieder geval de procedure van klachtbehandeling en advisering wordt geregeld.

Artikel 7

  • 1 De voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie ontvangen voor hun deelname aan commissievergaderingen, vergaderingen van door de commissie ingestelde werkgroepen en hoorzittingen een vacatievergoeding en een vergoeding voor reis- en verblijfkosten.

  • 2 De vacatievergoeding als bedoeld in het eerste lid is gelijk aan de vergoeding die de leden van de Raad, het dagelijks bestuur en de commissies ontvangen op grond van de bij of krachtens de Verordening vergoedingen aan leden van de raad, het dagelijks bestuur en de commissies gestelde regels.

  • 3 Indien de voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie, in hun hoedanigheid van voorzitter, lid of plaatsvervangend lid van de commissie, deelnemen aan andere overleggen en bijeenkomsten dan in het eerste lid bedoeld, ontvangen zij voor die deelname een vaste vergoeding en een vergoeding voor reiskosten.

  • 4 De vaste vergoeding, bedoeld in het derde lid, bedraagt 50 procent van de standaardvacatievergoeding, zoals bedoeld in de Verordening vergoedingen aan leden van de raad, het dagelijks bestuur en de commissies, waarvan de hoogte is vastgesteld door het dagelijks bestuur.

  • 5 De voorzitter, leden en plaatsvervangende leden kunnen voor hun actieve bijdrage aan de behandeling van een bij de commissie ingediende klacht, die zonder hoorzitting wordt afgehandeld, en voor hun actieve bijdrage aan de beantwoording van een aan de commissie voorgelegde vraag, die betrekking heeft op de toepassing van de Wet op de medische keuringen en de daarop berustende bepalingen in relatie tot aanstellingskeuringen, een vaste vergoeding ontvangen.

  • 6 Er wordt geen vaste vergoeding, als bedoeld in het vijfde lid, ontvangen voor de actieve bijdrage aan de afhandeling van een klacht of de beantwoording van een vraag, indien deze bijdrage wordt geleverd gedurende vergaderingen, hoorzittingen, overleggen of bijeenkomsten als bedoeld in het eerste en derde lid.

  • 7 De vaste vergoeding, bedoeld in het vijfde lid, bedraagt per afgehandelde klacht of vraag 25 procent van de standaardvacatievergoeding, zoals bedoeld in de Verordening vergoedingen aan leden van de raad, het dagelijks bestuur en de commissies, waarvan de hoogte is vastgesteld door het dagelijks bestuur.

  • 8 De in dit artikel bedoelde reis- en verblijfkosten worden vastgesteld op grond van de bij of krachtens de Verordening vergoedingen aan leden van de raad, het dagelijks bestuur en de commissies gestelde regels.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 8

Indien het bij koninklijke boodschap van 14 oktober 2011 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de medische keuringen in verband met het opnemen van de mogelijkheid tot onderbrenging van de klachtenbehandeling bij aanstellingskeuringen bij de Sociaal-Economische Raad en enige andere wijzigingen (Kamerstukken 33050) tot wet is of wordt verheven en die wet in werking treedt, treedt deze verordening in werking op het tijdstip waarop de met de wetswijziging verband houdende wijzigingen van het Besluit klachtenbehandeling aanstellingskeuringen in werking treden.

Artikel 9

Deze verordening wordt aangehaald als: Instellingsverordening Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen.

Deze verordening zal in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie worden geplaatst.

Den Haag, 15 juni 2012

A.H.G. Rinnooij Kan

voorzitter

V.C.M. Timmerhuis

algemeen secretaris

Naar boven