Directe belastingen, internationale inlichtingenuitwisseling; Litouwen

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 05-07-2012 t/m heden

Directe belastingen, internationale inlichtingenuitwisseling; Litouwen

De staatssecretaris van Financiën maakt het volgende bekend.

Op 5 juli 2012 is tussen de Staatsbelastinginspectie onder het Ministerie van Financiën van de Republiek Litouwen en het Directoraat-generaal Belastingdienst van Nederland een nieuw Memorandum van Overeenstemming gesloten over de uitwisseling van inlichtingen op het gebied van de directe belastingen. Het Memorandum vervangt het in 2003 gesloten Memorandum van Overeenstemming tussen de bevoegde autoriteiten van Litouwen en Nederland inzake de stroomlijning en intensivering van wederzijdse bijstand op het gebied van directe belastingen ( Staatscourant 8 oktober 2004, 194 ), dat met het nieuwe Memorandum wordt ingetrokken.

Het Memorandum geeft categorieën weer voor de automatische uitwisseling van fiscale inlichtingen, zoals over bezit en waarde van onroerende zaken, dividenden, royalty’s, inkomsten uit lonen, salarissen en andere soortgelijke beloningen, directeursbeloningen, inkomsten van artiesten en sportbeoefenaars, inkomsten uit pensioenen, soortgelijke beloningen en lijfrenten, betalingen aan studenten voor studie en opleiding en overige inkomsten. Daarnaast bevat het Memorandum bepalingen over tijdelijke automatische inlichtingenuitwisseling bij bijvoorbeeld incidentele doelgroepacties, alsmede richtlijnen voor de aanwezigheid van ambtenaren van de ene Staat op het grondgebied van de andere Staat ten behoeve van een boekenonderzoek en voor het uitvoeren van o.a. gelijktijdige belastingcontroles.

Memorandum van Overeenstemming tussen de Staatsbelastinginspectie onder het Ministerie van Financiën van de Republiek Litouwen en het Directoraat-generaal Belastingdienst van Nederland inzake de uitwisseling van inlichtingen op het gebied van de directe belastingen

Preambule

De Staatsbelastinginspectie onder het Ministerie van Financiën van de Republiek Litouwen en het Directoraat-generaal Belastingdienst van Nederland, hierna te noemen de ‘Partijen’,

Onder verwijzing naar de bepalingen van de Richtlijn van de Raad nr. 77/799/EEG van 19 december 1977 inzake wederzijdse bijstand door de bevoegde autoriteiten van de Lidstaten op het gebied van de directe belastingen en heffingen op verzekeringspremies,

En het Verdrag tussen de Republiek Litouwen en het Koninkrijk der Nederlanden tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen van 16 juni 1999.

En gelet op:

  • De Richtlijn van de Raad nr. 2011/16/EU van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen,

  • De wens van beide Partijen om het huidige Memorandum van Overeenstemming tussen de bevoegde autoriteiten van Litouwen en Nederland inzake de stroomlijning en intensivering van wederzijdse bijstand in zaken van directe belastingen van 2003, te herzien,

  • De wens van beide Partijen om de wederzijdse bijstand tussen Litouwen en Nederland te verbeteren en te intensiveren en om inlichtingen automatisch uit te wisselen,

Zijn het volgende overeengekomen:

Algemene bepalingen

Artikel 1. Bevoegde autoriteiten

  • 1 Voor de toepassing van dit Memorandum van Overeenstemming zijn de bevoegde autoriteiten:

    in Litouwen:

    De Staatsbelastinginspectie onder het Ministerie van Financiën;

    in Nederland:

    Belastingdienst / Oost / Central Liaison Office Almelo.

  • 2 Partijen zullen elkaar via briefwisseling op de hoogte stellen van de naam en adresgegevens van de betreffende bevoegde vertegenwoordigers en van eventuele latere wijzigingen daarin.

Uitwisseling van inlichtingen

Artikel 2. Automatische uitwisseling van inlichtingen

  • 1 De bevoegde autoriteiten van Litouwen en Nederland verstrekken elkaar automatisch inlichtingen over ingezetenen van de andere Staat met betrekking tot:

    • a) Bezit en waarde van onroerende zaken (Organisatie van Economische Samenwerking en Ontwikkeling (hierna: OESO) code 6);

    • b) Dividenden, indien beschikbaar (OESO code 10);

    • c) Royalty’s, indien beschikbaar (OESO code 12);

    • d) Inkomsten uit lonen, salarissen en andere soortgelijke beloningen (OESO codes 14 en 15);

    • e) Directeursbeloningen (OESO code 16);

    • f) Inkomsten van artiesten en sportbeoefenaars (OESO code 17);

    • g) Inkomsten uit pensioenen, soortgelijke beloningen en lijfrenten, indien beschikbaar (OESO codes 18 en 19);

    • h) Betalingen aan studenten voor studie en opleiding, indien beschikbaar (OESO code 20);

    • i) Overige inkomsten (OESO code 21).

  • 2 De in het eerste lid bedoelde inlichtingen worden periodiek verstrekt en ten minste eenmaal per kalenderjaar, bij voorkeur voor 1 augustus.

  • 3 Indien mocht blijken dat de gegevens die in het kader van de automatische uitwisseling zijn verstrekt onjuist of onvolledig zijn, zijn de bevoegde autoriteiten gehouden hierover zo spoedig mogelijk met elkaar contact op te nemen.

Artikel 3. Incidentele doelgroepacties

De bevoegde autoriteiten kunnen bij briefwisseling met elkaar overeenkomen andere categorieën dan de hierboven genoemde automatisch met elkaar uit te wisselen voor een bepaalde periode.

Artikel 4. De aanwezigheid van belastingambtenaren van de ene Staat op het grondgebied van de andere Staat

  • 1 Op verzoek van de bevoegde autoriteit van een van de Staten, kan de bevoegde autoriteit van de andere Staat belastingambtenaren van eerstgenoemde Staat toestaan om aanwezig te zijn op de plaats van de uitvoering van de voor hen van belang zijnde onderdelen van een belastingonderzoek in de Staat waaraan het verzoek is gericht.

  • 2 Een verzoek om de aanwezigheid van belastingambtenaren van de ene Staat bij de uitvoering van een onderzoek op het grondgebied van de andere Staat toe te staan, wordt in bijzondere gevallen gedaan. Het gaat hierbij in het bijzonder om:

    • a. gevallen waarin aanwijzingen bestaan voor grensoverschrijdende onregelmatigheden of het ontgaan van belasting;

    • b. complexe gevallen die de aanwezigheid van de belastingambtenaren wenselijk maken;

    • c. gevallen waarin termijnoverschrijding dreigt en waarin de aanwezigheid van de belastingambtenaren het onderzoek kan bespoedigen;

    • d. onderzoeken in het kader van een overeengekomen bilateraal of multilateraal onderzoek.

  • 3 Een verzoek tot aanwezigheid van belastingambtenaren wordt schriftelijk ingediend door de bevoegde autoriteit van de verzoekende Staat. In het verzoek wordt de wenselijkheid van de aanwezigheid van belastingambtenaren onderbouwd en wordt een korte omschrijving van de zaak gegeven. De bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat neemt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek, een beslissing op het verzoek.

  • 4 Indien een verzoek tot aanwezigheid van belastingambtenaren is aanvaard, zendt de bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat zo spoedig mogelijk een bericht aan de bevoegde autoriteit van de verzoekende Staat over de autoriteit of de ambtenaar die is aangewezen het onderzoek uit te voeren. De bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat informeert de bevoegde autoriteit van de verzoekende Staat eveneens over de vereiste procedures en voorwaarden voor de uitvoering van het onderzoek. Alle beslissingen betreffende de uitvoering van het belastingonderzoek worden genomen door de aangezochte Staat.

  • 5 De bevoegde autoriteit van de aangezochte Staat kan het verzoek afwijzen onder opgave van de redenen van deze beslissing.

Diverse bepalingen

Artikel 5. Diverse bepalingen

  • 1 Indien noodzakelijk plegen de bevoegde autoriteiten overleg over de wijze waarop de verplichtingen die dit Memorandum meebrengt, worden uitgevoerd.

  • 2 De in artikel 2 van dit Memorandum bedoelde inlichtingen worden waar mogelijk elektronisch via het Common Communication Network (hierna: CCN) mail in het standaard OESO opmaakformaat (meest recente versie), op papier, dan wel in enig ander opmaakformaat dat de bevoegde autoriteiten zijn overeengekomen, verstrekt.

  • 3 De uit te wisselen inlichtingen bevatten, indien beschikbaar, tevens de fiscale nummers en/of gegevens ten behoeve van de persoonlijke identificatie. Dit heeft betrekking op gegevens die afkomstig zijn uit beide Staten.

Slotbepalingen

Artikel 6. Inwerkingtreding. Wijzigingen. Beëindiging

  • 1 Dit Memorandum van Overeenstemming treedt in werking op de datum van ondertekening en kan op ieder tijdstip worden gewijzigd na schriftelijke overeenstemming tussen de Partijen.

  • 2 Dit Memorandum van Overeenstemming wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Het kan worden beëindigd door een schriftelijke kennisgeving door één van de Partijen en houdt zes maanden na ontvangst van deze kennisgeving op van kracht te zijn.

  • 3 Vanaf de datum van inwerkingtreding van dit Memorandum van Overeenstemming is het Memorandum van Overeenstemming tussen de bevoegde autoriteiten van Litouwen en Nederland inzake de stroomlijning en intensivering van wederzijdse bijstand op het gebied van directe belastingen van 2003, ingetrokken.

Artikel 7. Citeertitel

Dit Memorandum van Overeenstemming kan worden aangehaald als ‘Memorandum van Overeenstemming tussen Litouwen en Nederland inzake de uitwisseling van inlichtingen op het gebied van de directe belastingen’.

Artikel 8. Evaluatie

Dit Memorandum van Overeenstemming zal vijf jaar na de datum van inwerkingtreding worden geëvalueerd. Vragen met betrekking tot dit Memorandum kunnen echter te allen tijde op verzoek van een van de bevoegde autoriteiten in behandeling worden genomen.

Gedaan in Oslo op 5 juli 2012 in twee originele exemplaren, elk in de Litouwse, Nederlandse en Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

In geval van verschil in interpretatie is de Engelse tekst beslissend.

Voor de Staatsbelastinginspectie onder het Ministerie van Financiën van de Republiek Litouwen,

Modestas Kaseliauskas.

Voor het Directoraat-generaal Belastingdienst van Nederland,

H. Blokpoel.

Naar boven