Uitvoeringsregeling kansspelheffing

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 08-10-2015 t/m 31-03-2021

Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 27 april 2012, nr. 253887, houdende regels ter uitvoering van de controle en ter vaststelling van bepaalde elementen van de heffingsgrondslag als bedoeld in artikel 6a van het Kansspelenbesluit (Uitvoeringsregeling kansspelheffing)

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. De heffingsgrondslag

Artikel 3

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt het aantal spelersplaatsen van de kansspelautomaten die de vergunninghouder in opstelling heeft, gesteld op:

    • 90% van het totale aantal spelersplaatsen van het totale aantal casino-automaten dat de vergunninghouder in eigendom heeft;

    • 90% van het totale aantal spelersplaatsen van het totale aantal halautomaten dat de vergunninghouder in eigendom heeft;

    • 85% van het totale aantal spelersplaatsen van het totale aantal horeca-automaten dat de vergunninghouder in eigendom heeft.

Artikel 4

  • 1 Voor de houder van de op grond van artikel 27h, eerste lid, van de wet verleende vergunning, wordt het aantal speeltafels en het aantal aan die tafels gekoppelde spelersterminals als bedoeld in artikel 33e, tweede lid, onder b, van de wet, gesteld op het gemiddelde van het aantal speeltafels en het aantal aan die tafels gekoppelde spelersterminals die deze vergunninghouder op de laatste dag van alle even maanden gedurende het kalenderjaar in opstelling heeft.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt het aantal speeltafels die de vergunninghouder in opstelling heeft, gesteld op 90% van het totale aantal speeltafels dat de vergunninghouder in eigendom heeft, en het aantal aan die tafels gekoppelde spelersterminals.

Hoofdstuk 3. Aangifte en aanslagen

Artikel 5

  • 1 Het uitnodigen tot het doen van aangifte geschiedt door het toezenden van een aangifteformulier of door het toezenden van een verwijzing naar het webadres waarop het aangifteformulier beschikbaar is gesteld.

  • 2 Uit het aangifteformulier blijkt in ieder geval:

    • a. de wijze van het doen van aangifte;

    • b. een omschrijving van de gevraagde gegevens of bescheiden;

    • c. de termijn, bedoeld in artikel 6, eerste lid, waarbinnen aangifte moet worden gedaan.

  • 3 Het aangifteformulier of de verwijzing naar het webadres waarop het aangifteformulier beschikbaar is gesteld, kunnen langs elektronische weg worden toegezonden.

Artikel 6

  • 1 De aangifte wordt gedaan binnen zes weken na toezending van het aangifteformulier of de verwijzing naar het webadres waarop het aangifteformulier beschikbaar is gesteld, tenzij de raad van bestuur onder door hem te stellen voorwaarden uitstel heeft verleend van het doen van aangifte.

  • 2 Indien het aangifteformulier of de verwijzing naar het webadres waarop het aangifteformulier beschikbaar is gesteld, langs elektronische weg is toegezonden, wordt de aangifte gedaan door de gevraagde gegevens of bescheiden langs elektronische weg toe te zenden, tenzij de raad van bestuur onder door hem te stellen voorwaarden toestaat de aangifte op andere wijze toe te zenden.

Artikel 7

  • 1 Na aanvang van het kalenderjaar kunnen één of meer voorlopige aanslagen worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat kalenderjaar vermoedelijk zal worden vastgesteld, na verrekening van reeds opgelegde voorlopige aanslagen.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid kan de bepaling van het bedrag waarop de aanslag over het kalenderjaar vermoedelijk zal worden vastgesteld, geschieden op grond van de gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de aanslag over het voorafgaande kalenderjaar en de gegevens die zijn ontvangen ten behoeve van het toezicht op de naleving van de voorschriften, gesteld bij of krachtens Titel VA van de Wet op de kansspelen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven