Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2020

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 april 2012, nr. IVV/OOG/2012/6311, houdende nadere regels in verband met aanpassing van de hoogte van de uitkering aan het woonland (Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid)

Artikel 1. Woonlandfactor

Het percentage, bedoeld in de artikelen 12, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, 17, derde lid, 18, vierde lid, 29, derde lid, 29a, zesde lid, en 67, negende lid, van de Algemene nabestaandenwet, 2, elfde en twaalfde lid, van de Wet op het kindgebonden budget en 62, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, voor een woonland anders dan:

  • a. Nederland,

  • b. een van de andere lidstaten van de Europese Unie,

  • c. een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en

  • d. Zwitserland;

    bedraagt het in de bijlage bij deze regeling opgenomen percentage.

Artikel 2. Hoogte kindgebonden budget bij aanspraak voor meer dan een kind

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt voor wat betreft de artikelen I, II, III en IV van de Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid in werking op het tijdstip waarop de respectievelijke artikelen of onderdelen daarvan in werking treden.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 april 2012

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp

Bijlage als bedoeld in artikel 1 van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012

In de tabel zijn de woonlandfactoren opgenomen zoals deze van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2020. Hierbij wordt opgemerkt dat soms een woonlandfactor verandert ten gevolge van een wijziging in een bilateraal socialezekerheidsverdrag. Deze wijzigingen hebben rechtstreekse werking. Dit betekent dat ze worden toegepast zonder dat daarvoor de tabel hoeft te worden gewijzigd. Bij de eerstvolgende herziening van de tabel met woonlandfactoren worden dergelijke wijzigingen alsnog in de tabel verwerkt.

*: Wanneer in de tabel een * is opgenomen bij een land geldt dat, met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget, voor dat land een woonlandfactor van toepassing is van 100% vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen dat land en Nederland.

**: Wanneer in de tabel ** is opgenomen bij een land geldt dat voor dat land een woonlandfactor van toepassing is van 100% vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen dat land en Nederland.

Land:

Woonlandfactor 2020:

Afghanistan

40%

Albanië

40%

Algerije

30%

Andorra

90%

Angola

70%

Antigua en Barbuda

80%

Argentinië*

80%

Armenië

50%

Aruba

80%

Australië**

100%

Azerbeidzjan

30%

Bahama’s

100%

Bahrein

60%

Bangladesh

50%

Barbados

100%

Belarus

40%

Belize*

70%

Benin

50%

Bhutan

40%

Bolivia

60%

Bonaire

70%

Bosnië en Herzegovina**

50%

Botswana

60%

Brazilië

80%

Brunei Darussalam

50%

Burkina Faso

40%

Burundi

50%

Cambodja

40%

Canada**

100%

Centraal-Afrikaanse Republiek

70%

Chili

70%

China

60%

Colombia

50%

Comoren

60%

Congo, Democratische Republiek

60%

Congo, Republiek

40%

Costa Rica

80%

Cuba

60%

Curaçao

70%

Djibouti

50%

Dominica

80%

Dominicaanse Republiek

50%

Ecuador*

70%

Egypte

30%

El Salvador

60%

Equatoriaal-Guinea

50%

Eritrea

50%

Ethiopië

50%

Fiji

70%

Filipijnen*

50%

Gabon

50%

Gambia

50%

Georgië

50%

Ghana

60%

Grenada

80%

Guatemala

70%

Guinee

50%

Guinee-Bissau

50%

Guyana

70%

Haïti

50%

Honduras

60%

Hong Kong SAR*

90%

India

40%

Indonesië**

40%

Irak

40%

Iran

40%

Israël**

100%

Ivoorkust

50%

Jamaica

70%

Japan*

100%

Jemen

50%

Jordanië*

60%

Kaapverdië

60%

Kameroen

50%

Kazachstan

40%

Kenia

60%

Kirgizië

40%

Kiribati

90%

Koeweit

50%

Kosovo

50%

Laos

40%

Lesotho

50%

Libanon

70%

Liberia

70%

Libië

40%

Macau SAR

80%

Madagaskar

40%

Malawi

40%

Maldiven

80%

Maleisië

40%

Mali

50%

Marokko1

50%

Marshalleilanden

100%

Mauritanië

40%

Mauritius

60%

Mexico

60%

Micronesia

100%

Moldavië

50%

Monaco*

100%

Mongolië

40%

Montenegro**

50%

Mozambique

40%

Myanmar

50%

Namibië

60%

Nauru

70%

Nepal

40%

Nicaragua

50%

Nieuw-Zeeland**

100%

Niger

50%

Nigeria

40%

Noord-Macedonië*

40%

Oeganda

40%

Oekraïne

40%

Oezbekistan

30%

Oman

50%

Pakistan

40%

Palau

100%

Panama*

70%

Papoea-Nieuw-Guinea

70%

Paraguay*

50%

Peru

60%

Qatar

60%

Russische Federatie

50%

Rwanda

50%

Saba

80%

Saint Kitts en Nevis

80%

Saint Lucia

80%

Saint Vincent en de Grenadines

70%

Salomonseilanden

100%

Samoa

80%

San Marino

90%

Sao Tomé en Principe

70%

Saoedi-Arabië

50%

Senegal

50%

Servië

50%

Seychellen

60%

Sierra Leone

40%

Singapore

70%

Sint Eustatius

80%

Sint-Maarten (Frans gedeelte)

100%

Sint Maarten (Nederlands gedeelte)

80%

Soedan

70%

Somalië

50%

Sri Lanka

40%

Suriname**

40%

Swaziland

50%

Syrië

50%

Tadzjikistan

30%

Taiwan

80%

Tanzania

40%

Thailand*

50%

Timor-Leste

40%

Togo

50%

Tonga

80%

Trinidad en Tobago

60%

Tsjaad

40%

Tunesië**

40%

Turkije2

50%

Turkmenistan

50%

Tuvalu

100%

Uruguay*

90%

Vanuatu

100%

Venezuela

60%

Verenigde Arabische Emiraten

70%

Verenigd Koninkrijk (Isle of Man en Kanaaleilanden)**

100%

Verenigde Staten**

100%

Vietnam

40%

Westelijke Jordaanoever en Gaza

80%

Zambia

50%

Zimbabwe

70%

Zuid-Afrika**

60%

Zuid-Korea**

90%

Zuid-Soedan

50%

1 Voor Marokko gelden de verdragsrechtelijke afspraken over de woonlandfactor zoals vastgelegd in het op 4 juni 2016 getekende Protocol tot wijziging van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, zoals gewijzigd en ondertekend op 30 september 1996 en op 24 juni 2002 (Trb.  2016/67).

2 Met betrekking tot Turkije geldt voor Anw- en WGA-vervolguitkeringen die worden geëxporteerd op grond van het Associatieraadsbesluit een woonlandfactor van 100% evenals voor de Turkse gerechtigden op kinderbijslag voor kinderen in Turkije onder de reikwijdte van de uitspraak CRvB van 14 februari 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:510).

Naar boven