Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 april 2012, nr. IVV/OOG/2012/6311, houdende nadere regels in verband met aanpassing van de hoogte van de uitkering aan het woonland (Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid)

Artikel 1. Woonlandfactor

Het percentage, bedoeld in de artikelen 12, tweede lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, 17, derde lid, 18, vierde lid, 29, derde lid, 29a, zesde lid, en 67, negende lid, van de Algemene nabestaandenwet, 2, elfde en twaalfde lid, van de Wet op het kindgebonden budget en 62, tweede lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, voor een woonland anders dan:

  • a. Nederland,

  • b. een van de andere lidstaten van de Europese Unie,

  • c. een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en

  • d. Zwitserland;

    bedraagt het in de bijlage bij deze regeling opgenomen percentage.

Artikel 2. Hoogte kindgebonden budget bij aanspraak voor meer dan een kind

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt voor wat betreft de artikelen I, II, III en IV van de Wet woonlandbeginsel in de sociale zekerheid in werking op het tijdstip waarop de respectievelijke artikelen of onderdelen daarvan in werking treden.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 april 2012

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp

Bijlage als bedoeld in artikel 1 van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012

In de tabel zijn de woonlandfactoren opgenomen zoals deze van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2021. Hierbij wordt opgemerkt dat soms een woonlandfactor verandert ten gevolge van een wijziging in een bilateraal socialezekerheidsverdrag. Deze wijzigingen hebben rechtstreekse werking. Dit betekent dat ze worden toegepast zonder dat daarvoor de tabel hoeft te worden gewijzigd. Bij de eerstvolgende herziening van de tabel met woonlandfactoren worden dergelijke wijzigingen alsnog in de tabel verwerkt.

*: Wanneer in de tabel een * is opgenomen bij een land geldt dat, met uitzondering van de kinderbijslag en het kindgebonden budget, voor dat land een woonlandfactor van toepassing is van 100% vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen dat land en Nederland.

**: Wanneer in de tabel ** is opgenomen bij een land geldt dat voor dat land een woonlandfactor van toepassing is van 100% vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen dat land en Nederland.

Land

Woonlandfactor 2021

Afghanistan

30%

Albanië

50%

Algerije

40%

Andorra

90%

Angola

60%

Antigua en Barbuda

90%

Argentinië*

60%

Armenië

40%

Aruba

80%

Australië**

100%

Azerbeidzjan

40%

Bahama’s

100%

Bahrein

60%

Bangladesh

50%

Barbados

100%

Belarus

40%

Belize*

80%

Benin

50%

Bhutan

40%

Bolivia

50%

Bonaire

70%

Bosnië en Herzegovina**

50%

Botswana

50%

Brazilië

70%

Brunei Darussalam

60%

Burkina Faso

50%

Burundi

40%

Cambodja

40%

Canada**

100%

Centraal-Afrikaanse Republiek

60%

Chili*

70%

China

70%

Colombia

50%

Comoren

50%

Congo, Democratische Republiek

60%

Congo, Republiek

70%

Costa Rica

70%

Cuba

60%

Curaçao

90%

Djibouti

70%

Dominica

80%

Dominicaanse Republiek

50%

Ecuador*

60%

Egypte*

30%

El Salvador

50%

Equatoriaal-Guinea

60%

Eritrea

50%

Eswatini1

60%

Ethiopië

40%

Fiji

50%

Filipijnen*

50%

Gabon

60%

Gambia

40%

Georgië

40%

Ghana

50%

Grenada

70%

Guatemala

60%

Guinee

40%

Guinee-Bissau

50%

Guyana

60%

Haïti

60%

Honduras

50%

Hong Kong SAR, China*

90%

India

40%

Indonesië**

40%

Irak

60%

Iran

60%

Israël**

100%

Ivoorkust

50%

Jamaica

60%

Japan*

100%

Jemen

50%

Jordanië*

50%

Kaapverdië

60%

Kameroen

50%

Kazachstan

50%

Kenia

50%

Kirgizië

30%

Kiribati

80%

Koeweit

80%

Kosovo

50%

Laos

40%

Lesotho

50%

Libanon

60%

Liberia

50%

Libië

60%

Macau SAR

80%

Madagaskar

40%

Malawi

40%

Maldiven

60%

Maleisië

50%

Mali

50%

Marokko2

50%

Marshalleilanden

100%

Mauritanië

40%

Mauritius

60%

Mexico

60%

Micronesia

100%

Moldavië

40%

Monaco*

100%

Mongolië

40%

Montenegro**

50%

Mozambique

50%

Myanmar

50%

Namibië

70%

Nauru

70%

Nepal

40%

Nicaragua

40%

Nieuw-Zeeland**

100%

Niger

60%

Nigeria

50%

Noord-Macedonië*

40%

Oeganda

40%

Oekraïne

30%

Oezbekistan

30%

Oman

70%

Pakistan

40%

Palau

100%

Panama*

60%

Papoea-Nieuw-Guinea

70%

Paraguay*

50%

Peru

60%

Qatar

80%

Russische Federatie

50%

Rwanda

40%

Saba

70%

Saint Kitts en Nevis

80%

Saint Lucia

90%

Saint Vincent en de Grenadines

70%

Salomonseilanden

100%

Samoa

60%

San Marino

100%

Sao Tomé en Principe

60%

Saoedi-Arabië

60%

Senegal

50%

Servië**

50%

Seychellen

70%

Sierra Leone

40%

Singapore

80%

Sint Eustatius

80%

Sint-Maarten (Frans gedeelte)

100%

Sint Maarten (Nederlands gedeelte)

70%

Soedan

30%

Somalië

50%

Sri Lanka

40%

Suriname**

50%

Syrië

50%

Tadzjikistan

30%

Taiwan

80%

Tanzania

50%

Thailand*

50%

Timor-Leste

50%

Togo

50%

Tonga

80%

Trinidad en Tobago

70%

Tsjaad

50%

Tunesië**

40%

Turkije3

40%

Turkmenistan

50%

Tuvalu

100%

Uruguay*

90%

Vanuatu

100%

Venezuela

60%

Verenigde Arabische Emiraten

70%

Verenigd Koninkrijk4

100%

Verenigde Staten**

100%

Vietnam

40%

Westelijke Jordaanoever en Gaza

60%

Zambia

50%

Zimbabwe

70%

Zuid-Afrika**

60%

Zuid-Korea**

90%

Zuid-Soedan

50%

1 Voorheen Swaziland.

2 Voor Marokko gelden de verdragsrechtelijke afspraken over de woonlandfactor zoals vastgelegd in het op 4 juni 2016 getekende Protocol tot wijziging van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, zoals gewijzigd en ondertekend op 30 september 1996 en op 24 juni 2002 (Trb.  2016/67).

3 Met betrekking tot Turkije geldt voor Anw- en WGA-vervolguitkeringen die worden geëxporteerd op grond van het Associatieraadsbesluit een woonlandfactor van 100% evenals voor de Turkse gerechtigden op kinderbijslag voor kinderen in Turkije onder de reikwijdte van de uitspraak CRvB van 14 februari 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:510).

4 Voor het Verenigd Koninkrijk geldt dat een woonlandfactor van 100% van toepassing is als het overgangsrecht van het terugtrekkingsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk of het bilaterale sociale zekerheidsverdrag tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk van toepassing is.

Naar boven