Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de prei- en schorseneerteelt

[Regeling vervallen per 28-06-2012.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 29-03-2012 t/m 27-06-2012

Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 21 maart 2012, nr. 265270, houdende een tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bescherming van de teelt van prei en schorseneer (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de prei- en schorseneerteelt)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 53 van Verordening (EG) 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

Een tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de wet en artikel 53, eerste lid, van de verordening wordt verleend voor het gebruik van de onkruidbestrijdingsmiddelen Certis Chloor IPC 40% en Brabant Chloor IPC (toelatingsnummer 3992N respectievelijk 5134N) ter bescherming van de teelt van prei en schorseneer tegen diverse onkruiden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

De vrijstelling bedoeld in artikel 2 is slechts van toepassing indien de voorschriften en beperkingen die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 28 juni 2012.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de prei- en schorseneerteelt.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
namens deze:

J.P. Hoogeveen,

directeur-generaal.

Bijlage Wettelijk gebruiksvoorschrift en gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

Algemeen

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

Deze vrijstelling staat het gebruik van de onkruidbestrijdingsmiddelen Certis Chloor IPC 40% en Brabant Chloor IPC met toelatingsnummer 3992N respectievelijk 5134N toe ter bescherming van de prei- en schorseneerteelt tegen diverse onkruiden, indien het hierna volgende wettelijke gebruiksvoorschrift en gebruiksaanwijzing in acht wordt genomen.

Wettelijk gebruiksvoorschrift

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

  • Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de teelt van prei en schorseneren.

  • Om niet tot de doelsoorten behorende planten te beschermen is toepassing van het middel uitsluitend toegestaan indien gebruikt wordt gemaakt van driftarme spuitdoppen of luchtondersteuning.

  • Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

Veiligheidstermijn

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

  • In prei is gebruik slechts toegestaan tot 8 weken voor de oogst.

Gebruiksaanwijzing

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

Algemeen

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

  • Dit middel is een herbicide dat voornamelijk systemisch werkt na opname door de ondergrondse delen van de onkruiden. Het is derhalve van belang het middel toe te passen op onkruidvrije grond. Net doorbrekende onkruiden worden echter als regel ook nog gedood, althans voor zover deze tot de gevoelige soorten behoren.

  • Het middel is werkzaam tegen een aantal eenjarige onkruiden zoals duist, straatgras, muur, hennepnetel, veelknopigen, spurrie, witte krodde en paarse dovenetel.

  • Composieten (klein kruiskruid, gewone melkdistel, kamille en andere) en kleefkruid zijn ongevoelig; ook overblijvende onkruiden worden niet bestreden.

  • Bij voorkeur toepassen op vochtige grond en niet te hoge temperatuur, dus bij voorkeur in het najaar of voorjaar.

  • Als bij toepassing voor het planten of enkele dagen voor opkomst van het gewas toch al jong onkruid aanwezig is kan een voor dat doel in die teelt toegelaten bladherbicide aan de spuitoplossing worden toegevoegd.

  • Niet gecombineerd spuiten met insecten- of schimmelbestrijdingsmiddelen.

Toepassingen

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

Prei

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

  • Op zaaibedden voor opkomst of zeer jong gewas (4–8 cm lengte). Voorts kan op productievelden kort na uitplanten worden gespoten.

Schorseneren

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

  • Voor of tot ca. een maand na opkomst van het gewas (op lichte zandgrond niet voor opkomst).

  • Dosering: 2 liter per ha (20 ml per are), tenzij anders is vermeld.

  • Indien nodig de toepassing na 5-10 dagen herhalen.

  • Op lichte humusarme zandgrond in het totaal maximaal 4 liter per ha, op zware grond in het totaal maximaal 5 à 6 liter per ha gebruiken.

  • De maximale hoeveelheden die toegepast mogen worden gelden per jaar.

  • Toepassen in tenminste 500 liter per ha spuitvloeistof.

Waarschuwing:

[Regeling vervallen per 28-06-2012]

  • Niet spuiten in de omgeving van direct oogstbare gewassen.

  • Voorkom drift, vooral naar zeer gevoelige gewassen zoals vlas, blauwmaanzaad, granen en graszaad (in of tegen de bloei), komkommer, tomaten, meloen en augurk.

  • Teneinde schade aan deze gewassen zoveel mogelijk te vermijden, in geen geval bespuitingen uitvoeren op percelen, die binnen 200 meter van deze gewassen zijn verwijderd.

Naar boven