Wijzigingswet Advocatenwet, enz. (versterking cassatierechtspraak)

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-07-2012 t/m heden

Wet van 15 maart 2012 tot wijziging van de Advocatenwet, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten ter versterking van de cassatierechtspraak (versterking cassatierechtspraak)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de cassatierechtspraak te versterken en daartoe de Advocatenwet, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

  • 1 De advocaat die op de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A en B, kantoor houdt in het arrondissement ’s-Gravenhage, is, voor zover de advocaat als advocaat bij de Hoge Raad optreedt, tot uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van deze onderdelen uit dien hoofde advocaat bij de Hoge Raad, en daarna uitsluitend voor zaken die op dat moment aanhangig zijn bij de Hoge Raad en waarin hij in eigen naam optreedt.

  • 2 Het college van afgevaardigden kan de inwerkingtreding van de regels voor het optreden van een advocaat bij de Hoge Raad in strafzaken en belastingzaken op een later tijdstip dan bedoeld in artikel V vaststellen, met dien verstande dat dit tijdstip niet later ligt dan uiterlijk een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 15 maart 2012

Beatrix

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

F. Teeven

Uitgegeven de drieëntwintigste maart 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven