Wet AWBZ-zorg buitenland

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Wet van 2 februari 2012, houdende wijziging van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en de Wet toelating zorginstellingen in verband met het regelen van de voorwaarden voor aanspraken op langdurige zorg buiten Nederland en de financiering van deze aanspraken (Wet AWBZ-zorg buitenland)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nadere regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop aanspraken op langdurige zorg in het buitenland gerealiseerd kunnen worden en de financiering van deze aanspraken transparant te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

Indien vóór de inwerkingtreding van deze wet een overeenkomst als bedoeld in artikel 15 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten is gesloten met een buiten het grondgebied van het Europese deel van Nederland gevestigde rechtspersoon die voldeed aan artikel 1, eerste lid, onderdeel e, onder 2°, van die wet zoals dat onderdeel luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, en die rechtspersoon niet voldoet aan dat onderdeel zoals dat luidt vanaf de inwerkingtreding van deze wet, wordt die rechtspersoon gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze wet geacht een instelling te zijn in de zin van dat onderdeel, zoals dat luidt vanaf de inwerkingtreding van deze wet, en blijft de overeenkomst gedurende die periode van kracht, of zoveel korter als de resterende duur van de overeenkomst korter dan een jaar was.

Artikel IV

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld en waarbij artikel IIA, onderdelen C en D, terugwerkt tot en met 1 januari 2011.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 2 februari 2012

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

Uitgegeven de negenentwintigste februari 2012

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven