Wet van 9 februari 2012 tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
en de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met de invoering van de mogelijkheid
tot het stellen van prejudiciële vragen aan de civiele kamer van de Hoge Raad (Wet
prejudiciële vragen aan de Hoge Raad)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering en de Wet op de rechterlijke organisatie aan te passen in verband
met de invoering van mogelijkheid tot het stellen van prejudiciële vragen aan de civiele
kamer van de Hoge Raad;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: