Besluit bevoegdheid verloskundigen BES

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Besluit bevoegdheid verloskundigen BES

Artikel 1

  • 1 Tot de uitoefening van de praktijk als verloskundige zijn bevoegd:

    • a. zij, die de hoedanigheid van verloskundige hebben verkregen op de wijze zoals voorgeschreven in de terzake in Nederland geldende wettelijke bepalingen;

    • b. zij, die beschikken over getuigschriften die in bijlage V, onder 5.5.2 van de Richtlijn nr 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties zijn genoemd;

    • c. zij, die beschikken over een getuigschrift genoemd in de bijlage bij dit besluit, voor zover het getuigschrift is behaald als gevolg van een opleiding die is begonnen na de desbetreffende daarbij genoemde referentiedatum en indien zij is afgegeven door de daartoe bevoegde opleidingsinstelling;

    • d. zij, die op aanvrage van Onze Minister een verklaring hebben gekregen, inhoudende dat zij op basis van de door hen genoten opleiding vakbekwaam worden geacht om de verloskunst uit te oefenen.

Artikel 2

  • 1 Onze Minister kan zich voor het afgeven van de in artikel 1, onderdeel d, bedoelde verklaring laten adviseren door een bij ministeriële regeling aangewezen commissie.

  • 2 Bij de aanvrage bedoeld in artikel 1, onderdeel d, worden de bij ministeriële regeling aangewezen gegevens overgelegd.

Artikel 6

Het is aan een verloskundige als in artikel 1 bedoeld, verboden de praktijk als verloskundige uit te oefenen alvorens:

  • 1°. hare akte van bevoegdheid, door den Directeur van het departement van Volksgezondheid voor gezien is geteekend;

  • 2°. in handen van den betrokken gezaghebber den volgende eed (belofte) te hebben afgelegd:

    «Ik zweer (beloof), dat ik de verloskunst volgens de daar op wettelijk vastgestelde bepalingen naar mijn beste weten en vermogen zal uitoefenen en dat ik aan niemand zal openbaren wat in die uitoefening als geheim mij is toevertrouwd of te mijner kennis is gekomen, tenzij mijne verklaring als getuige of deskundige in rechten of ik anderszins tot het geven van mededeeling door een algemeene verordening verplicht worde.

    Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat beloof ik)».

Artikel 7

De verloskundigen zijn bevoegd:

  • a. de zwangeren in de tweede helft van de zwangerschap raad of bijstand te geven met betrekking tot de zwangerschap;

  • b. bij het waarnemen van afwijkingen over te gaan tot het nemen van maatregelen, indien deze bij ministeriële regeling zijn aangegeven;

  • c. tot het verleenen van verloskundigen raad of bijstand, het aanwenden van den katheter hieronder begrepen, bij ongestoord verloopende baringen.

Zoodra de verloskundige bemerkt, dat het verrichten van eenige verloskundige kunstbewerking noodig is of zal worden, draagt zij zorg, dat ten spoedigste de hulp van een geneeskundige wordt ingeroepen.

Artikel 8

Zoodra de verloskundige bemerkt, dat in verband met de baring het toedienen van eenig geneesmiddel noodig is of zal worden, draagt zij zorg, dat ten spoedigste de hulp van een geneeskundige wordt ingeroepen. Indien een geneeskundige niet aanwezig is op een tijdstip waarop de toediening van één van de bij ministeriële regeling aan te wijzen geneesmiddelen moet plaats vinden, gaat de verloskundige zelve tot de toediening van het geneesmiddel over.

Artikel 9

De verloskundigen zijn bevoegd de kraamvrouwen gedurende tien dagen of zooveel langer als voor het herstel noodig is te behandelen.

Bij de waarneming van afwijkingen zijn zij verplicht de hulp van een geneeskundige in te roepen.

Artikel 9a

De verloskundige, die na 23 juli 1951 in Nederland een geldig diploma als zodanig heeft behaald, of die een aantekening op haar diploma heeft gekregen ingevolge de Beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 12 juli 1951, Afdeling Volksgezondheid 1, No. 13150 (Ned. Stcrt. 1951, nr. 135), bezit naast de bevoegdheid tot het verrichten van de handelingen als in de artikelen 7, 8 en 9 van dit besluit bedoeld, daarenboven nog de bevoegdheid tot:

  • a. het geven van raad of bijstand aan zwangeren in de eerste helft der zwangerschap, met dien verstande, dat zij bevoegd is tot het nemen van maatregelen ter voorkoming van afwijkingen, daaronder begrepen het door middel van de aderprik afnemen van bloed voor onderzoek;

  • b. het hechten van inscheuringen van beperkte omvang volgens bij ministeriele regeling vast te stellen regels;

Artikel 10

De verloskundigen geven een door Onze Minister aangewezen ambtenaar. alle door hen verlangde inlichtingen in den vorm en binnen den tijd, door hen vastgesteld.

Van al hare verrichtingen houden zij een dagboek aan, waarvan de inrichting door een door Onze Minister aangewezen ambtenaar wordt vastgesteld.

Artikel 11

Overtreding van enige bepaling van dit besluit wordt gestraft met een geldboete van ten hoogste de eerste categorie.

Artikel 12

Degene die tot het moment van inwerkingtreding van dit besluit op grond van de tot dan toe geldende wet- en regelgeving beschikte over de bevoegdheid de verloskundige praktijk uit te oefenen en die niet voldoet aan de eisen genoemd in artikel 1 van dit besluit, mag na de inwerkingtreding van dit besluit, tot een bij ministeriële regeling nader te bepalen datum, de verloskundige praktijk blijven uitoefenen.

Bijlage Titels van diploma’s, certificaten en andere titels in de verloskunde

Land

Titel van de kwalificatie

Toekennende instantie

Beroepstitel

Referentiedatum

Ísland

1. Embættispróf í ljósmóđurfræđi

2. Próf í ljósmæđrafræđum

1. Háskóli Íslands

2. Ljósmæđraskóli Íslands

Ljósmóđir

1 Januari 1994

Liechtenstein

The diplomas, certificates and other titles awarded in another State to which this Directive applies and listed in the present Annex

Competent authorities

Hebamme

1 Mei 1995

Norge

Vitnemål for bestått jordmorutdanning

Høgskole

Jordmor

1 Januari 1994

Zwitserland

Sage-femme diplômée, Diplomierte Hebamm, Levatrice diplomata

Conférence des directeurs contonaux des affaires sanitaires

Sage-femme, Hebamme, Levatrice

1 Juni 2002

Naar boven