Hygiënebesluit vleeskalkoenbedrijven (PPE) 2009

[Regeling vervallen per 01-01-2015.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 18-07-2010 t/m 31-12-2014

Besluit van het Productschap Pluimvee en Eieren van 29 oktober 2009 houdende hygiënemaatregelen voor ondernemers die een vleeskalkoenbedrijf uitoefenen (Hygiënebesluit vleeskalkoenbedrijven (PPE) 2009)

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Dit besluit neemt de terminologie, als omschreven in artikel 1 van de Verordening hygiënevoorschriften kalkoenhouderij (PPE) 2009 (hierna: de Verordening) over, en verstaat daarnaast onder ondernemer: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een vleeskalkoenbedrijf uitoefent.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 2 Indien de in het eerste lid bedoelde uitslag groter dan 1,5 maar kleiner dan of gelijk aan 3,0 is, dan vindt tijdens de volgende leegstandperiode opnieuw een hygiënogram plaats.

  • 3 Indien de in het eerste lid bedoelde uitslag groter is dan 3,0 dan wordt tijdens de volgende leegstandsperiode de stal ontsmet door een professioneel ontsmettingsbedrijf. Na de ontsmetting vindt opnieuw een hygiënogram plaats.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 2 De monstername bedoeld in Bijlage I vindt plaats maximaal 21 dagen voordat dit koppel vleeskalkoenen van het vleeskalkoenbedrijf wordt afgevoerd naar de slachterij.

  • 3 De uitslag van de detectie en de serotypering van de overeenkomstig Bijlage I uitgevoerde monstername is gedurende zes weken geldig vanaf de datum van de uitvoering van de monstername.

  • 4 De ondernemer legt de uitslag van de detectie en de serotypering van de overeenkomstig Bijlage I uitgevoerde monstername alsmede de informatie die hij verkrijgt van de leverancier van de eendagskuikens schriftelijk vast.

  • 5 De ondernemer geeft de uitslag van de detectie en de serotypering van de overeenkomstig Bijlage I uitgevoerde monstername binnen tien werkdagen nadat de uitslag bij de ondernemer bekend is door aan het productschap.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Indien de ondernemer constateert dat de kratten of containers waarin het betreffende koppel vleeskalkoenen wordt vervoerd niet schoon zijn, meldt de ondernemer dit direct aan het productschap.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 De monstername bedoeld in artikel 4, derde lid, onder b. van de Verordening wordt uitgevoerd bij het vleeskalkoenbedrijf waar op grond van de uitslag van de serotypering van de door de ondernemer overeenkomstig Bijlage I uitgevoerde monstername in de voorafgaande twaalf maanden een besmetting met de serotypen Salmonella enteritidis en Salmonella typhimurium bij een koppel vleeskalkoenen is aangetoond.

  • 3 De voorzitter kan jaarlijks vleeskalkoenbedrijven aanwijzen voor de monstername bedoeld in artikel 4, derde lid, onder b. van de Verordening teneinde te verzekeren dat per kalenderjaar bij tien procent van het totale aantal vleeskalkoenbedrijven deze monstername wordt uitgevoerd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien de uitslag van de detectie van de overeenkomstig Bijlage I uitgevoerde monstername aantoont dat een koppel vleeskalkoenen is besmet met Salmonella, laat de ondernemer dit koppel gescheiden van niet besmette koppels vangen en van het bedrijf afvoeren naar de slachterij.

  • 2 De ondernemer maakt schriftelijk afspraken met een vangbedrijf omtrent het gescheiden vangen en afvoeren van het vleeskalkoenbedrijf en heeft deze schriftelijke afspraken op het vleeskalkoenbedrijf aanwezig.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Indien de ondernemer aan een koppel vleeskalkoenen graan voert afkomstig van eigen teelt of rechtstreeks afkomstig van een andere teler, neemt de ondernemer van iedere partij graan een monster overeenkomstig Bijlage II en bewaart dit.

  • 2 Indien bij een koppel vleeskalkoenen een besmetting met Salmonella is aangetoond, zorgt de ondernemer ervoor dat het bewaarde monster graan overeenkomstig Bijlage II door een erkend laboratorium wordt onderzocht op de aanwezigheid van Salmonella.

  • 3 Indien uit het in het tweede lid bedoelde onderzoek blijkt dat het monster graan is besmet met Salmonella, voert de ondernemer de rest van de partij graan niet aan een koppel vleeskalkoenen, tenzij dit zodanig is behandeld dat het niet meer met Salmonella is besmet.

  • 4 Na de in het derde lid bedoelde behandeling onderzoekt een erkend laboratorium het graan ter verificatie opnieuw, overeenkomstig Bijlage II, op de aanwezigheid van Salmonella. Indien het ter verificatie uitgevoerde onderzoek heeft uitgewezen dat het graan niet meer met Salmonella is besmet mag de ondernemer het aan een koppel vleeskalkoenen voeren.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

  • 1 Dit besluit kan worden aangehaald als Hygiënebesluit vleeskalkoenbedrijven (PPE) 2009.

Zoetermeer, 29 oktober 2009

J.J. Ramekers

voorzitter

B.M. Dellaert

secretaris

Bijlage I. Werkvoorschrift voor het nemen van mestmonsters voor Salmonella

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Doel

Dit werkvoorschrift beschrijft de mestmonstername zoals voorgeschreven is in het kader van het onderzoek naar Salmonella bij vleeskalkoenen voor het afleveren aan de slachterij. De monsters worden genomen door of namens de ondernemer. De monstername moet plaatsvinden met behulp van overschoenen.

Monstername met overschoentjes

Benodigdheden

  • -

    2 paar steriele overschoentjes die voldoende absorberend zijn om vocht op te nemen (geen plastic overschoentjes).

    vloeistof (bv. 0,8% keukenzout + 0,1% pepton in steriel of gedeioniseerd water)

  • -

    steriele plastic zakken.

  • -

    etiketten.

  • -

    inzendformulier.

Werkwijze

Aantal, soort en locatie te nemen mestmonsters

  • -

    Er dient per stal tweemaal bemonsterd te worden met een apart paar overschoentjes.

  • -

    Het monster moet evenredig verspreid over de stal verzameld worden. Elk paar overschoentjes moet circa 50% van de ruimte van de stal bestrijken.

Uitvoering monstername

  • -

    Was voor de monstername altijd uw handen.

  • -

    Bevochtig het oppervlak van de overschoentjes met de vloeistof.

  • -

    Trek in de stal over het staleigen schoeisel een paar overschoentjes aan.

  • -

    Loop een ronde door de stal waarbij ongeveer 50% van het staloppervlak meegenomen wordt.

  • -

    Doe de overschoentjes bij het verlaten van de stal in een steriele plastic zak.

  • -

    Per stal dienen twee paar overschoentjes te worden ingestuurd. De werkwijze moet dus worden herhaald.

  • -

    Per stal mogen de overschoenen in één pot of zak naar het erkende laboratorium worden gestuurd.

  • -

    Sluit iedere zak direct na het vullen zorgvuldig.

  • -

    Voorzie de zak van een etiket met de volgende gegevens: monsterdatum, stalnummer en KIP-nummer.

In koppels van minder dan honderd vleeskalkoenen, waarbij het niet mogelijk is overschoenen te gebruiken omdat de stallen niet toegankelijk zijn, mogen deze vervangen worden door handmonsters, waarbij de overschoen over een handschoen wordt gedaan en over met verse feces verontreinigde oppervlakken wordt gewreven of, als dit niet uitvoerbaar is, door middel van swabs. Dit dient in overleg met het productschap te worden besloten.

Monstername met wattenstaafjes

Benodigdheden

  • -

    wattenstaafjes/swabs (steriel).

  • -

    steriele plastic potten zonder binnendeksel of plastic zakken.

  • -

    etiketten.

  • -

    inzendformulier.

Werkwijze

Aantal, soort en locatie te nemen mestmonsters

  • -

    Er dienen 30 monsters per stal genomen te worden met behulp van wattenstaafjes. Bij voorkeur moeten dit verse blindedarm-mestmonsters zijn. Indien deze niet of onvoldoende aanwezig zijn moet dit vervangen/aangevuld worden door cloacamonsters.

  • -

    De monsters dienen evenredig verspreid over de stal verzameld te worden.

  • -

    Op deze wijze kan een Salmonella besmetting bij tenminste 10% van de dieren met 95% zekerheid worden aangetoond.

Uitvoering monstername

  • -

    Was voor de monstername altijd uw handen.

  • -

    Neem met behulp van een wattenstaafje het blindedarm-mestmonster (ca. 1 gram mest) of cloaca monster (daarbij dient het wattenstaafje duidelijk zichtbaar besmeurd te worden).

  • -

    Zet het wattenstaafje in een plastic pot (per pot 15 wattendragers bij elkaar).

  • -

    Breek het met de handen aangeraakte eind van het staafje af zonder het deel in de pot aan te raken.

    Verzamel op deze wijze 2 potten à 15 monsters.

Wanneer gebruik wordt gemaakt van individueel in buisjes verpakte swabs, worden deze gewoon teruggeplaatst in de buisjes. Deze dienen in het laboratorium tot twee monsters te worden verwerkt.

  • -

    Sluit iedere pot direct na het vullen zorgvuldig.

  • -

    Voorzie de pot van een etiket met de volgende gegevens: monsterdatum, stalnummer en KIP-nummer.

Inzendformulier

  • -

    Elke inzending moet vergezeld gaan van minimaal de volgende gegevens: de monsterdatum, het stalnummer en de afzender (KIP-nummer).

Verzending monsters

  • -

    De monsters worden binnen 24 uur nadat zij genomen zijn verzonden naar een erkend laboratorium.

  • -

    De monsters moeten zo zijn verpakt dat onderweg geen lekkage kan optreden en zo geadresseerd dat voor de transporteur en de ontvanger geen verwarring ontstaat.

Laboratorium

Monsters dienen te worden gedetecteerd op Salmonella en bij een positieve uitslag te worden geserotypeerd op alle serotypen Salmonella. Detectie en serotypering geschieden volgens een door het bestuur van het productschap vastgestelde PVE branchemethode.

Bijlage II. Werkvoorschrift voor de bemonstering van graan ten behoeve van onderzoek op aanwezigheid van Salmonella

[Regeling vervallen per 01-01-2015]

Van ieder partij graan die op het vleeskalkoenbedrijf wordt opgeslagen, afkomstig van eigen teelt of rechtstreeks van een andere teler, dient een monster te worden bewaard wanneer de partij wordt opgeslagen. Indien bij een koppel vleeskalkoenen een Salmonella besmetting wordt geconstateerd en de oorzaak van de besmetting onbekend is, dient het bewaarde monster graan op de aanwezigheid van Salmonella te worden onderzocht.

Monstername

  • -

    Zorg voor deugdelijk bemonsteringsgereedschap (schepjes, monsterboren, emmertjes, zakjes) en gebruik steriele monsterzakken.

  • -

    Reinig gebruikt gereedschap voor en na elke monstername.

  • -

    Ga uit van schone, droge bemonsteringsmaterialen die het onderzoeksresultaat niet beïnvloeden. Zorg ook voor schone handen.

  • -

    Zorg voor een representatief monster uit de partij. Neem hiertoe meerdere ondermonsters (minimaal 5), verspreid over verschillende delen van de partij. Bij het lossen/laden van de partij verdient het aanbeveling om de ondermonsters gedurende deze totale lostijd/laadtijd te verzamelen.

  • -

    Zorg ervoor dat het totaal van de ondermonsters een voldoende hoeveelheid oplevert (minimaal 500 gram).

  • -

    Bemonster altijd in duplo.

  • -

    Zorg voor goede bewaaromstandigheden (droog, donker) en een goede sluiting van de monsterzak

  • -

    Zorg voor een duidelijke identificatie op het monster. Minimaal dient vastgelegd te worden:

    • datum bemonstering

    • naam product

    • partijgrootte

    • herkomst (eigen teelt, andere eigenaar)

    • plaats bemonstering (bij meerdere partijen per pluimveebedrijf)

Onderzoek

  • -

    Indien bij een koppel kalkoenen een Salmonella besmetting is gevonden, dient het graan te worden onderzocht op de aanwezigheid van Salmonella.

  • -

    Stuur de genomen monsters die achtergehouden zijn bij opslag in naar een van de Labcode erkende laboratoria (Een lijst is beschikbaar bij het Productschap Diervoeder)

  • -

    De uitslag van het onderzoek dient bij de kalkoenhouder bekend te zijn. In geval van een Salmonella besmetting dient dit door de ondernemer, of door het laboratorium onder verantwoordelijkheid van de ondernemer, te worden doorgegeven aan het productschap.

Naar boven