Beleidsregel ontheffingsregeling voor een Commercial Cruising Vessel

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 06-04-2004 t/m heden

Beleidsregel ontheffingsregeling voor een Commercial Cruising Vessel

Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie,

Gelet op artikel 5, tweede lid, van de Schepenwet;

Besluit:

Artikel 1

Dat voor een zeeschip schip, waarvan de lengte als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van Bijlage I, van het Schepenbesluit, 12 meter of meer bedraagt en waarvan de gemeten tonnage 500GT of minder is en uitsluitend bestemd is om bedrijfsmatig passagiers te vervoeren voor recreatieve doeleinden en dit schip of:

  • a. een zeilschip is als genoemd in artikel 1, eerste lid, van het Schepenbesluit met ten hoogste 36 passagiers of:

  • b. een motor schip is (uitsluitend dan wel hoofdzakelijk voortbewogen door mechanische voortstuwing) met ten hoogste 12 passagiers,

ontheffing verleend kan worden van de eisen als bedoeld in de artikelen 3, eerste lid, 33, 45, eerste tot en met vierde lid, 46, 50, 52, 59, 62, 64, 167 t/m 171, van het Schepenbesluit 1965, indien voldaan wordt aan de eisen gesteld in de `Voorschriften voor Commercial Cruising Vessels'.

Artikel 2

  • 1 Het voldoen aan de in artikel 1, bedoelde voorwaarde voor ontheffing kan worden aangetoond indien:

    • a. voor het schip een klassencertificaat is afgegeven door Register Holland te Enkhuizen of door een klassenbureau als bedoeld in artikel 6 van het Schepenbesluit 1965, indien dat klassenbureau beschikt over specifieke klassenregels voor het in artikel 1 bedoelde type schip en:

    • b. Register Holland of het onder lid a, genoemde klassenbureau een verklaring af geeft dat het schip voldoet aan de `Voorschriften voor Commercial Cruising Vessels'.

  • 2 Klassenregels als bedoeld in het eerste lid, onder a, hebben in ieder geval betrekking op de constructie, werktuigkundige installaties, de elektrische installaties en, indien van toepassing, tuigage van zeilschepen.

Artikel 3

  • 1 Indien de aanvrager van een ontheffing, als bedoeld in artikel 2, de bedoelde voorwaarde voor ontheffing wenst aan te tonen dient het klassencertificaat als bedoeld in artikel 2, onder a, met de klassenverklaring als bedoeld in artikel 2 onder b, tezamen met aanvraag voor ontheffing bij het Hoofd van de Scheepvaartinspectie te worden ingediend.

  • 2 Het klassencertificaat bevat ten minste:

    • a. voldoende gegevens om het schip uniek te kunnen identificeren;

    • b. voldoende gegevens om te kunnen verifiëren of aan de ontheffingsvoorwaarden is voldaan.

  • 3 Een klassencertificaat is voor de toepassing van deze beleidsregel slechts geldig, indien de door het klassenbureau bepaalde geldigheidsduur van het certificaat niet is verstreken.

  • 4 Het Hoofd van de Scheepvaartinspectie kan verlangen dat tezamen met het klassencertificaat ook een afschrift van de toegepaste klassenregels wordt ingediend.

Artikel 4

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: `Beleidsregel ontheffingsregeling voor een Commercial Cruising Vessel'.

Het

Hoofd van de Scheepvaartinspectie

,

H.G.H. ten Hoopen

Naar boven