Besluit mandaat, volmacht en machtiging voor de directie Algemene Economische Politiek [...] Europa van het Ministerie van Economische Zaken 2010

[Regeling vervallen per 01-05-2011.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 10-03-2010 t/m 30-04-2011

Besluit mandaat, volmacht en machtiging voor de directie Algemene Economische Politiek en het Bureau Europa van het Ministerie van Economische Zaken 2010

De plaatsvervangend secretaris-generaal,

Gelet op artikel 17, tweede lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2010;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-05-2011]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-05-2011]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de plaatsvervangend secretaris-generaal: de plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken;

  • b. de directeuren: de directeur Algemene Economische Politiek en de directeur van het Bureau Europa;

  • c. het MT pSG: het collectief van de onder a en b bedoelde functionarissen en de plaatsvervangers van de onder b bedoelde functionarissen;

  • d. de MT-leden van een directie: de leden van het managementteam van de directie Algemene Economische Politiek en van het Bureau Europa, niet zijnde een directeur;

  • e. bedrag: bedrag exclusief de verschuldigde omzetbelasting (BTW).

§ 2. Taakverdeling

[Regeling vervallen per 01-05-2011]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-05-2011]

Aan de plaatsvervangend secretaris-generaal is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende aangelegenheden:

  • a. onderwerpen waarover binnen het MT pSG geen overeenstemming bestaat;

  • b. personeelsaangelegenheden, met uitzondering van de in artikel 3 en 4 genoemde aangelegenheden;

  • c. het aangaan van financiële verplichtingen ten laste van het budget voor opdrachten en onderzoek en het accorderen van de desbetreffende betalingen;

  • d. aangelegenheden:

    • 1°. ten aanzien waarvan de plaatsvervangend secretaris-generaal in een incidenteel geval aan het MT pSG mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door het MT pSG aan de plaatsvervangend secretaris-generaal ter afhandeling worden voorgelegd.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-05-2011]

  • 1 Aan de directeuren wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein.

  • 2 Aan de directeuren wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers, mandaat en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van vakantie en kort buitengewoon verlof;

    • b. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen buitenland en van de desbetreffende declaraties;

    • c. het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnenland;

    • d. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van personeel conform het door de plaatsvervangend secretaris-generaal vastgestelde opleidingsplan en het accorderen van de desbetreffende betalingen;

    • e. het beslissen over aanvragen die ten laste komen van de ‘aardigheidjes personeel’ en het accorderen van de desbetreffende betalingen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-05-2011]

  • 1 Aan de MT-leden van een directie wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein.

  • 2 Aan de MT-leden van een directie wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers, mandaat en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van vakantie en kort buitengewoon verlof;

    • b. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen buitenland en van de desbetreffende declaraties;

    • c. het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnenland;

    • d. het aangaan van verplichtingen inzake de opleiding van personeel conform het door de plaatsvervangend secretaris-generaal vastgestelde opleidingsplan en het accorderen van de desbetreffende betalingen;

    • e. het beslissen over aanvragen die ten laste komen van de ‘aardigheidjes personeel’ en het accorderen van de desbetreffende betalingen;

  • 3 In uitzondering op het eerste en tweede lid geldt het mandaat, de volmacht en de machtiging aan de MT-leden van een directie niet voor aangelegenheden:

    • 1°. ten aanzien waarvan de directeur in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een MT-lid aan de directeur worden voorgelegd.

§ 3. Vervanging

[Regeling vervallen per 01-05-2011]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-05-2011]

  • 1 De uit dit besluit voor de plaatsvervangend secretaris-generaal voortvloeiende bevoegdheden betreffende de directie Algemene Economische Politiek gaan over op de plaatsvervangend directeur Algemene Economische Politiek en de bevoegdheden betreffende het Bureau Europa op de directeur van het Bureau Europa.

  • 2 De uit dit besluit voor de directeuren voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op hun plaatsvervanger. Bij afwezigheid van zowel de directeur als zijn plaatsvervanger gaan de uit dit besluit voortvloeiende bevoegdheden over op een ander lid van het betrokken managementteam.

§ 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-05-2011]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-05-2011]

Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de secretaris-generaal, de directeur Wetgeving en Juridische Zaken, de directeur Financieel-Economische Zaken, de directeur Bedrijfsvoering, de directeur van de Auditdienst, de Algemene Rekenkamer en aan degenen aan wie krachtens dit besluit mandaat, volmacht en machtiging is verleend.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-05-2011]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2010.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-05-2011]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging voor de directie Algemene Economische Politiek en het Bureau Europa van het Ministerie van Economische Zaken 2010.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 maart 2010

De

plv. secretaris-generaal

,

B. Leeftink

Naar boven