Wijzigingswet Wet op de jeugdzorg (verwijsindex risicojongeren)

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-08-2016.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 15-02-2014 t/m heden

Wet van 4 februari 2010 tot wijziging van de Wet op de jeugdzorg in verband met de introductie van een verwijsindex om vroegtijdige en onderling afgestemde verlening van hulp, zorg of bijsturing ten behoeve van risicojongeren die bepaalde risico’s lopen te bevorderen (verwijsindex risicojongeren)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat alle jeugdigen alle kansen moeten krijgen om onbedreigd op te groeien tot volwassenen en dat het in verband daarmee wenselijk is de Wet op de jeugdzorg te wijzigen in verband met de ingebruikneming van een landelijke elektronische verwijsindex van jeugdigen waarin jeugdigen kunnen worden gemeld die bepaalde risico’s lopen, en waarmee de samenwerking tussen de bij jeugdigen beroepsmatig betrokkenen kan worden verbeterd, met als doel vroegtijdige en onderling afgestemde verlening van hulp, zorg of bijsturing ten behoeve van jeugdigen om belemmeringen in hun ontwikkeling naar volwassenheid te voorkomen, te beperken of weg te nemen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van het in artikel I, onderdeel B, opgenomen Hoofdstuk IA, paragraaf 4, van de Wet op de jeugdzorg aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van dat hoofdstuk in de praktijk. Onverminderd het bepaalde in de eerste volzin zendt Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport binnen twee jaar na de inwerkingtreding aan de Staten-Generaal een verslag over het gebruik van de verwijsindex door meldingsbevoegden als bedoeld in artikel 2b van de Wet op de jeugdzorg.

Artikel III

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan, verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 4 februari 2010

Beatrix

DeMinistervoorJeugd en Gezin,

A. Rouvoet

Uitgegeven de tweede maart 2010

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven