Beschikking instelling taskforce aanpak kinderporno en kindersekstoerisme

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 18-11-2009 t/m heden

Beschikking van de minister van Justitie van 6 november 2009, nr. 5627198/09, houdende instelling van de taskforce aanpak kinderporno en kindersekstoerisme

De Minister van Justitie,

Besluit als volgt:

Artikel 1

Er is een taskforce bestrijding vervaardigen, verspreiden en downloaden van kinderpornografisch materiaal en bestrijding kindersekstoerisme.

Artikel 2

De taskforce levert een bijdrage aan het bereiken van de volgende doelstellingen:

  • het reduceren van het vervaardigen, verspreiden en downloaden van kinderpornografisch beeldmateriaal en het bestrijden van kindersekstoerisme;

  • het bevorderen van de verandering in de aanpak van kinderporno bij de politie en openbaar ministerie zoals voorzien in het landelijk verbeterprogramma politie en op basis van de versterkte coördinatie van kinderporno bij het OM;

  • het volgen van de resultaten van de proeftuin kinderpornografie en het tot een oplossing brengen van de knelpunten die zich hierin voordoen;

  • het bevorderen van de samenwerking met private partijen, zoals onder andere in de ICT dienstverlening, om de verspreiding en het downloaden van kinderpornografische afbeeldingen te verstoren in Nederland;

  • het bevorderen van de ontwikkeling en het toepassen van innovatieve opsporingsmethoden;

  • het bevorderen van een bewustwordingsproces van de risico’s die kleven aan het gebruik van internet.

Artikel 3

De taskforce bestaat uit de daarvoor aangewezen partijen die betrokken zijn bij de problematiek van de kinderpornografie en die een bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen en aanpakken daarvan. De partijen die aan de taskforce deelnemen, doen dat met behoud van hun eigen verantwoordelijkheid.

Artikel 4

De taskforce heeft als taken:

  • het signaleren van knelpunten bij de aanpak van het vervaardigen, verspreiden en downloaden van kinderpornografie en bestrijding kindersekstoerisme, het oplossen dan wel het adresseren daarvan;

  • het ondersteunen van de programmatische aanpak met behulp van het barrièremodel;

  • het volgen van een aantal voorbeeldzaken en het uitwisselen van best practices;

  • het opstellen van een agenda waarin de aan te pakken knelpunten, te bereiken doelstellingen, te behalen resultaten, te ondernemen activiteiten en de verantwoordelijkheden van de diverse partijen daarvoor worden beschreven;

  • het informeren van de Minister van Justitie over de voortgang van de werkzaamheden van de taskforce, jaarlijks voor 1 september.

De taskforce stimuleert de oplossing van knelpunten op bovengenoemde deelaspecten vanuit de eigen verantwoordelijkheid van de deelnemers en met oog voor de maatschappelijke noodzaak tot een gemeenschappelijke aanpak van het fenomeen.

Artikel 5

De taskforce wordt ingesteld voor een periode van 3 jaar. De taskforce zal twee en een half jaar na oprichting zijn werkzaamheden evalueren en hierover aanbevelingen doen aan de Minister van Justitie. Deze zal bezien of het voortbestaan van de taskforce noodzakelijk is.

Artikel 7

In de taskforce worden benoemd:

  • mevrouw M.J. Horstman, plv. hoofd-officier van het parket Dordrecht.

  • de heer F.J. Heeres, portefeuillehouder op het thema kinderporno vanuit de Raad van Hoofdcommissarissen, voorzitter van de taskforce.

  • mevrouw P.M. Zorko, plv. Korpschef en directeur recherche van het Korps landelijke politiediensten.

  • Mevrouw C.E. Dettmeijer-Vermeulen, Nationaal Rapporteur mensenhandel en kinderpornografie.

  • de heer A. Vergeer, directeur internet en telefonie van de KPN.

  • de heer R. Blankestein, security manager van UPC.

  • de heer A. IJzerman, directeur van de Directie Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding van het ministerie van Justitie.

  • de heer A.F. Gaastra, directeur van de Directie Politie van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • Mw. M. Van den Heuvel, Plaatsvervangend Directeur Mensenrechten, Emancipatie, Goed Bestuur en Humanitaire Hulp en tevens Hoofd Afdeling Mensenrechten van het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Artikel 9

Dit besluit wordt geplaatst in de Nederlandse Staatscourant en treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening.

Den Haag, 6 november 2009

De

Minister

van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin

Naar boven