Circulaire Arbeidsvoorwaarden personenchauffeurs

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 04-08-2009 t/m heden

Circulaire Arbeidsvoorwaarden personenchauffeurs

Inleiding

In deze circulaire wordt een toelichting gegeven op de nieuwe normen in het Arbeidstijdenbesluit voor personenchauffeurs en op de afspraken die met de centrales van overheidspersoneel voor personenchauffeurs zijn gemaakt over de toepassing van die nieuwe normen en over verruiming van de gemiddelde werkweek, het afschaffen van geconsigneerde pauzes en de compensatie voor het verlies van de consignatievergoeding.

Normen in het Arbeidstijdenbesluit

Op 3 juli 2009 is het Besluit houdende wijziging van het Arbeidstijdenbesluit in verband met personenchauffeurs (Staatsblad 2009, nr. 279) in werking getreden en daarmee een nieuwe paragraaf aan het Arbeidstijdenbesluit toegevoegd, met uitzonderingsbepalingen specifiek voor bepaalde personenchauffeurs. De definitie van deze personenchauffeurs in het Arbeidstijdenbesluit luidt: ‘de persoon die als chauffeur uitsluitend of nagenoeg uitsluitend is belast met het vervoer van doorgaans dezelfde persoon per auto.’

Het gewijzigde Arbeidstijdenbesluit maakt het mogelijk desgewenst de week op/week af roosters, die vooral bij de chauffeurs van bewindspersonen worden gehanteerd, te handhaven. Zonder deze wijziging zouden dergelijke roosters in strijd zijn met de bepalingen uit de Arbeidstijdenwet.

Het toepassen van de uitzonderingsbepalingen in het Arbeidstijdenbesluit is niet verplicht, maar uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling, zoals een rechtspositieregeling. In de Sectorcommissie overleg rijkspersoneel is overeenstemming bereikt om de toepassing van de uitzonderingsbepalingen mogelijk te maken. U kunt deze bepalingen uiteraard slechts toepassen op de personenchauffeurs, zoals bedoeld in het Arbeidstijdenbesluit. Voor chauffeurs die niet uitsluitend of nagenoeg uitsluitend dezelfde personen vervoeren, zoals de poolchauffeurs, geldt deze uitzonderingsmogelijkheid niet. Voor hen zijn de bepalingen uit de Arbeidstijdenwet en -besluit onverkort van toepassing.

In de toelichting op het gewijzigde Besluit treft u nadere informatie aan over de wijzigingen in het Arbeidstijdenbesluit. In de volgende tabel worden de verschillen tussen de algemene bepalingen uit de Arbeidstijdenwet en de nieuwe uitzonderingsbepalingen voor de personenchauffeurs verkort weergegeven:

Algemene bepalingen

Uitzonderingen personenchauffeurs

In elke periode van 14 aaneengesloten dagen wordt ten hoogste 7 maal arbeid verricht

Per periode van 24 uren geldt een minimale rusttijd van 11 uren.

Per periode van 24 uren geldt een minimale rusttijd van 8 uren.

Per aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren mag de rusttijd 1 maal worden ingekort tot ten minste 8 uren.

Per aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren mag de rusttijd 3 maal worden ingekort tot ten minste 6 uren.

Per dienst wordt ten hoogste 12 uren arbeid verricht

Er is geen maximum gesteld aan het aantal uren arbeid per dienst.

Per week wordt gedurende ten hoogste 60 uren arbeid verricht.

Er is geen maximum gesteld aan het aantal uren arbeid per week.

Diverse beperkingen voor het werken in nachtdiensten.

NB: Een nachtdienst is een dienst waarin meer dan een uur arbeid wordt verricht tussen 00.00 uur en 06.00 uur.

Geen beperkingen, behalve:

In elke periode van 16 aaneengesloten weken wordt ten hoogste 36 maal arbeid verricht in een nachtdienst die eindigt na 02.00 uur.

De ATW biedt ruimte via collectieve regeling af te wijken.

Diverse bepalingen rondom consignatiedienst.

De uitzonderingen hebben betrekking op consignatiedienst tijdens nachtdienst.

NB: Zie ook verderop in deze circulaire

De dagelijkse rijtijd bedraagt niet meer dan 9 uren per dag. Deze rijtijd mag 2 maal in elke periode van 7 dagen worden verlengd tot 10 uren per dag.

De rijtijd wordt onderbroken als door vermoeidheid van de chauffeur de verkeersveiligheid in het gedrang komt.

Per periode van 7 dagen geldt een maximale rijtijd van 56 uren.

Gemiddelde werkweek

In het Besluit personenchauffeurs Rijksdienst is de arbeidsduur voor de personenchauffeur met een volledige arbeidsduur vastgesteld op gemiddeld 45 uur per week. Dat aantal uren kwam overeen met de maximale arbeidsduur volgens de toen geldende Arbeidstijdenwet.

Met de centrales van overheidspersoneel is overeengekomen om deze arbeidsduur te wijzigen in 48 uur. De arbeidsduur wordt daarmee weer in overeenstemming gebracht met de maximale gemiddelde arbeidstijd per 16 weken volgens de (inmiddels gewijzigde) Arbeidstijdenwet.

De in artikel 6 van het Besluit personenchauffeurs Rijksdienst opgenomen aanvulling op het salaris wordt hierdoor gebaseerd op 52/156e (was 39/156e) maal het salaris (berekend naar 36 uur en hoogstens op basis van het maximum van schaal 4) vermenigvuldigd met de factor 1,5.

Aanspraak op vakantie

Door de wijziging van de arbeidsduur bij een volledige werktijd van gemiddeld 45 uur in gemiddeld 48 uur per week, heeft de personenchauffeur in afwijking van artikel 22, vierde lid van het ARAR, aanspraak op 220,8 uur vakantie per jaar (165, 6 uur x 48/36), eventueel te verhogen met de aanspraak op leeftijdsafhankelijke vakantie-uren.

Geconsigneerde pauzes

In het besluit personenchauffeurs Rijksdienst is opgenomen, dat een toelage voor bereikbaarheid en beschikbaarheid wordt verstrekt, als de chauffeur gedurende de pauzes is geconsigneerd. Door die geconsigneerde pauzes kon de arbeidsduur van 45 uur met 10 uur uitgebreid worden tot 55 uur.

De consigneerde pauzes zijn in strijd met de bepalingen uit de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit omdat de gemiddelde arbeidstijd per 16 weken daardoor hoger is dan 48 uur. Daarom is besloten om het gebruik van consignatie-uren af te schaffen en de formele arbeidstijd (zie hiervoor) op te rekken.

Compensatieregeling

Het relatief beperkte inkomensverschil dat per saldo ontstaat door de hogere aanvulling op het salaris en het vervallen van de toelage voor geconsigneerde pauzes, dient voor de personenchauffeurs te worden gecompenseerd met een bruto toelage die tot de bezoldiging en het pensioengevend inkomen wordt gerekend. Over deze compensatie wordt ook de aanspraak op vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering berekend. Het recht op deze compensatie wordt vastgelegd in het wijzigingsbesluit van het Besluit personenchauffeurs, waarmee de in deze circulaire genoemde afspraken worden geformaliseerd.

Deze compensatie is niet van toepassing op personenchauffeurs die voorheen geen toelage voor geconsigneerde pauzes genoten.

De toelage bedraagt 2,66% van het salaris, echter hoogstens berekend over het maximum van schaal 4. Voor zover deze berekening in individuele situaties niet tot overbrugging van het inkomensverschil leidt, bijvoorbeeld door afspraken over een minder aantal dan tien uren geconsigneerde pauze, dient u het percentage aan te passen.

Overige arbeidsvoorwaarden

In het onderzoek naar de arbeidsvoorwaarden van personenchauffeurs is vastgesteld, dat er verschillen bestaan tussen de departementen ten aanzien van de toepassing van vooral enkele secundaire arbeidsvoorwaarden in de onkostensfeer van de chauffeurs. Met de centrales van overheidspersoneel is afgesproken, dat eerst nader onderzocht zal worden in hoeverre harmonisatie kan plaatsvinden.

Ik verzoek u de nodige voorbereidingen te treffen om uiterlijk met ingang van 1 januari 2010 uitvoering te geven aan de inhoud van deze circulaire.

P-Direkt zal de aanpassing van de systemen per 1 januari 2010 gerealiseerd hebben. Omdat er materieel geen verandering van het inkomen ontstaat, is het desgewenst wel mogelijk om al eerder gebruik te maken van de nieuwe normen voor personenchauffeurs in het Arbeidstijdenbesluit.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor deze:
de

directeur-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk

,

J.J.M. Uijlenbroek

Naar boven