EGF regeling

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 juli 2009, nr R&P/RA/2009/16207 tot openstelling van de mogelijkheid projectvoorstellen in te dienen in het kader van het Europees Globaliseringsfonds (EGF)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006, zoals gewijzigd door Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees parlement en de Raad van 18 juni 2009;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • De Minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • De verordening: Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006, zoals gewijzigd door Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees parlement en de Raad van 18 juni 2009;

  • EGF: Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering;

  • aanvrager: rechtspersoon die in aanmerking wil komen voor een financiële bijdrage uit het EGF en daartoe een projectvoorstel indient bij de Minister.

Artikel 2. Projectvoorstel

  • 1 Een rechtspersoon die in aanmerking wil komen voor een financiële bijdrage uit het EGF, kan een projectvoorstel indienen bij de Minister, binnen maximaal vier weken na afloop van de referentieperiode. De Minister kan besluiten dat van deze termijn wordt afgeweken.

  • 2 De Minister kan ondersteuning bieden bij de uitwerking van het projectvoorstel.

  • 3 Wanneer het projectvoorstel past binnen de doelstelling van het EGF en voldoet aan de daaraan in de verordening gestelde voorwaarden, kan de Minister besluiten het voorstel conform de daaraan gestelde voorwaarden in te dienen bij de Europese Commissie.

Artikel 3. Convenant

De Minister dient slechts een projectvoorstel in bij de Europese Commissie nadat hij een convenant heeft afgesloten met de aanvrager, waarin afspraken over de samenwerking en de wijze van uitvoering van de beheers- en controle activiteiten worden vastgelegd.

Artikel 4. Verlening en voorschot

  • 1 Wanneer de Europese Commissie het projectvoorstel goedkeurt, verleent de Minister de aanvrager subsidie ter hoogte van het door de Europese Commissie toegekende bedrag, onder de voorwaarden gesteld bij en krachtens de verordening, en de voorwaarden genoemd in het convenant als bedoeld in artikel 3.

  • 2 De Minister verstrekt het volledige van de Europese Commissie ontvangen bedrag als voorschot op de projectsubsidie aan de aanvrager, tenzij er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat het project niet volledig overeenkomstig de aanvraag zal worden uitgevoerd.

Artikel 5. Tussenrapportage

Gedurende de looptijd van het project kan de Minister verzoeken om een tussenrapportage over de voortgang van het project.

Artikel 6. Controle

De aanvrager richt de nodige beheers- en controle systemen in conform de eisen die worden gesteld bij en krachtens de Verordening en het in artikel 3 bedoelde convenant, en werkt volledig mee aan de controle door de Minister op de naleving daarvan.

Artikel 7. Verzoek tot vaststelling van de subsidie

  • 1 Uiterlijk zes weken na afloop van het project dient de aanvrager bij de Minister een verzoek in tot vaststelling van de subsidie. Dit verzoek bestaat uit een eindverslag over de uitvoering van de projectactiviteiten en een einddeclaratie van de kosten.

  • 2 Uiterlijk zes maanden na afloop van het project dient de Minister bij de Europese Commissie een verslag in over de uitvoering van de financiële bijdrage, samen met een verklaring waarin de uitgaven worden verantwoord conform de in de Verordening gestelde eisen.

  • 3 Indien de Minister tot het oordeel komt dat bepaalde kosten in de einddeclaratie van de aanvrager niet subsidieabel zijn onder de voorwaarden van de verordening deelt hij dit aan de aanvrager mee met het verzoek de einddeclaratie op dit punt te wijzigen.

  • 4 Met betrekking tot projectvoorstellen die bij de Minister zijn ingediend voor 1 juni 2011 dient de aanvrager, in afwijking van het eerste lid, uiterlijk drie maanden na afloop van het project bij de Minister een verzoek in tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 8. Vaststelling

De Minister stelt de aanvrager zo snel mogelijk op de hoogte van de beslissing van de Europese Commissie waarin de financiële bijdrage van het EGF wordt afgesloten, en stelt op basis daarvan de subsidie vast.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 juli 2009

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner

Naar boven