Richtlijn voor strafvordering en feitomschrijvingen luchtvaartwetgeving 2008

[Regeling vervallen per 01-01-2011.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2010

Richtlijn voor strafvordering en feitomschrijvingen luchtvaartwetgeving 2008

Achtergrond

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Deze richtlijn vervangt vanwege een aantal wijzigingen in het Luchtverkeersreglement1 en de Wet Luchtvaart2 het in 2005 gepubliceerde Transactiebeleid inzake luchtvaartwetgeving.

Verder zijn de in de feitenlijst vermelde tarieven in overeenstemming gebracht met de tariefsverhoging die per 1 april 2008 heeft plaatsgehad voor de overige feitgecodeerde feiten.

Samenvatting

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Deze richtlijn heeft uitsluitend betrekking op feiten, die niet voor een bestuursrechtelijke afdoening in aanmerking komen, dan wel waarbij verwacht mag worden dat het bestuursrechtelijke optreden niet het gewenste resultaat zal opleveren.

De feitgecodeerde strafbare feiten in deze richtlijn kunnen in principe door middel van een OM-transactie worden afgedaan. In de praktijk geeft de Dienst Luchtvaartpolitie van het Korps Landelijke Politiediensten uitvoering aan de opsporing van de in deze richtlijn genoemde feitgecodeerde strafbare feiten. De landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie van het parket Haarlem, nevenvestiging Schiphol, is verantwoordelijk voor de coördinatie van de vervolging van luchtvaartzaken.

Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

  • luchtvaartongeval: elk voorval dat samenhangt met het gebruik van een luchtvaartuig en plaatsvindt tussen het tijdstip waarop een persoon zich aan boord begeeft met het voornemen een vlucht uit te voeren en het tijdstip waarop alle personen die zich met dit voornemen aan boord hebben begeven, zijn uitgestapt, en waarbij:

    • 1°. een persoon dodelijk of ernstig gewond raakt als gevolg van het zich in het luchtvaartuig bevinden, direct contact met een onderdeel van het luchtvaartuig, inclusief de onderdelen die van het luchtvaartuig zijn losgeraakt of directe blootstelling aan de uitlaatstroom van de reactoren, behalve wanneer de letsels een natuurlijke oorzaak hebben, door de persoon zelf of door anderen zijn toegebracht, of wanneer de letsels verstekelingen treffen die zich buiten de normale voor passagiers en het personeel bedoelde ruimten ophouden, of

    • 2°. het luchtvaartuig schade of een structureel defect oploopt, waardoor afbreuk wordt gedaan aan zijn soliditeit, prestaties of vluchtkenmerken en die normaliter ingrijpende herstelwerkzaamheden of vervanging van het getroffen onderdeel noodzakelijk zouden maken, behalve wanneer het gaat om motorstoring of motorschade en de schade beperkt is tot de motor, de motorkap of motoronderdelen, dan wel om schade die beperkt is tot de propellers, de vleugelpunten, de antennes, de banden, de remmen, de stroomlijnkappen of tot deukjes of gaatjes in de vliegtuighuid, of

    • 3°. het luchtvaartuig vermist wordt of volledig onbereikbaar is.

  • incident: voorval, dat geen ongeval is, en dat samenhangt met het functioneren van een luchtvaartuig en afbreuk doet of zou kunnen doen aan een veilige vluchtuitvoering.

  • ernstig incident: incident dat zich voordoet onder omstandigheden die erop wijzen dat bijna een luchtvaartongeval heeft plaatsgevonden.

Pre-opsporing

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Met het toezicht op de naleving van de Luchtvaartwetgeving zijn de Divisie Luchtvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat en de Dienst Luchtvaartpolitie van het Korps Landelijke Politiediensten belast.

Bestuursrechtelijke sancties worden namens de Minister van Verkeer en Waterstaat opgelegd door de Divisie Luchtvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. De Koninklijke Marechaussee kan namens de Minister van Justitie bestuursdwang toepassen op basis van art. 37t Luchtvaartwet (handhaving beveiliging burgerluchtvaart).

De luchtvaartwetgeving biedt in principe voldoende ruimte om door middel van bestuursrechtelijke handhaving tegen de exploitant van een luchtvaartterrein en/of tegen de eigenaar van een luchtvaartuig op te treden.

Deze richtlijn heeft uitsluitend betrekking op feiten die niet voor een bestuursrechtelijke sanctie in aanmerking komen, dan wel waarbij verwacht mag worden dat bestuurlijke handhaving niet het gewenste resultaat zal opleveren. Tussen de diverse handhavende instanties en het OM worden afspraken gemaakt wie in welke gevallen handhaaft.

Opsporing

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Met de opsporing van strafbare feiten zijn in principe alle bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren belast. In de praktijk echter geeft de Dienst Luchtvaartpolitie uitvoering aan de opsporing van overtredingen uit de luchtvaartwetgeving.

Alle strafbare feiten in de bijlage van deze richtlijn betreffen zogenaamde OM-feiten. Dit houdt in dat sprake is van niet-politie transigabele feiten; alléén het OM mag transacties aanbieden. De transactiebedragen zijn afgestemd op de doorsnee, voor transactie vatbare, overtredingen en misdrijven.

Na constatering van een overtreding van de in de bijlage bij deze richtlijn genoemde feiten kan door de Luchtvaartpolitie een (verkort) proces-verbaal worden opgemaakt dat elektronisch wordt aangeboden aan het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB). Het CJIB zendt, bij feiten waar een tarief is ingevuld, een transactievoorstel aan de verdachte. Indien de verdachte aan het transactievoorstel voldoet, is de zaak daarmee afgedaan. Bij niet-betaling zal het CJIB de zaak elektronisch overdragen aan de landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie.

Als op de plaats van het tarief een * (asterisk) is vermeld is geen tarief vastgesteld omdat de overtreding aan de hand van het proces-verbaal individueel moet worden beoordeeld. In die gevallen draagt het CJIB de zaak ook over aan de landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie.

Indien zich specifieke omstandigheden voordoen en een verkort proces-verbaal niet passend is, bijvoorbeeld bij recidive of bij ernstig gevaar, dan kan de Luchtvaartpolitie in overleg met de landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie besluiten hiervan af te zien. In dergelijke gevallen kan de verdachte worden gedagvaard en kan ter terechtzitting een ontzegging worden geëist van de bevoegdheid tot het verrichten van werkzaamheden als boordpersoneel aan boord van een luchtvaartuig of het geven van luchtverkeersdienstverlening.

Indien sprake is van een luchtvaartongeval of ernstig incident kan nooit worden volstaan met een verkort proces-verbaal omdat de verdachte in die gevallen in principe wordt gedagvaard.

Vervolging

[Regeling vervallen per 01-01-2011]

Landelijk gezien is het aantal luchtvaartzaken gering en is de afdoening hiervan, gelet op de specifieke kennis, niet eenvoudig van aard.

De landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie is verantwoordelijk voor de coördinatie van de vervolging van luchtvaartzaken.

Bij feiten waar geen tarief is vastgesteld of wanneer niet wordt ingegaan op het transactievoorstel wordt de zaak door het CJIB aan de landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie aangeleverd.

De landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie beoordeelt alle luchtvaartzaken en voorziet deze van een afdoeningsadvies – een transactievoorstel en/of een dagvaarding – ten behoeve van het plaatselijke arrondissementsparket.

De eis ter terechtzitting wordt vastgesteld aan de hand van het bij de feitcode behorende tarief + 20%.

Door tussenkomst van de landelijk coördinerend luchtvaartofficier van justitie wordt beoogd eenheid te brengen in het opsporings- en vervolgingsbeleid van het OM bij overtredingen van de luchtvaartwetgeving.

  1. Besluit van 29 november 2006, houdende wijziging van het Luchtverkeersreglement in verband met diverse technische aanpassingen (Stb. 2006, 654), dat op grond van Stb. 2007, 37 in verband met Stb. 2007, 38 in werking is getreden op 2 februari 2007; Besluit van 3 maart 2008, houdende nadere regels inzake de certificering van luchtvaartnavigatiediensten en het verlenen van erkenningen tot het verrichten van inspecties en onderzoeken hieromtrent in het kader van de uitvoering van vier EG-verordeningen betreffende een gemeenschappelijk Europees luchtruim (Besluit luchtvaartnavigatiediensten) (Stb. 2008, 88), dat op grond van Stb. 2008, 175 in verband met Stb. 2007, 405 in werking is getreden op 28 mei 2008. ^ [1]
  2. Wet van 27 september 2007 tot wijziging van de Wet luchtvaart en de Wet op het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut ter uitvoering van vier EG-verordeningen in verband met het totstandkomen van een gemeenschappelijk Europees luchtruim (Stb. 2007, 405), welke op grond van Stb. 2008, 175 in werking is getreden op 28 mei 2008. ^ [2]
Naar boven