Wijzigingswet Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, enz. (flexibilisering, verduidelijking [...] en rechterlijke ambtenaren in opleiding)

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-07-2010 t/m heden

Wet van 11 december 2008 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten in verband met de flexibilisering en verduidelijking alsmede enkele aanvullingen van de regeling van de rechtspositie van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in verband met flexibilisering, verduidelijking en enkele aanvullingen van de rechtspositieregeling van rechterlijke ambtenaren en rechterlijke ambtenaren in opleiding de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en enige andere wetten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IVa

[Red: Wijzigt de Advocatenwet, de Gerechtsdeurwaarderswet, de Loodsenwet en de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.]

Artikel IVb

[Red: Wijzigt de Algemene wet gelijke behandeling, de Uitvoeringswet grondkamers, de Wet bescherming persoonsgegevens, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de Aanpassingswet invoering bachelor-masterstructuur, de Wet personenvervoer 2000 en de Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004.]

Artikel VIIj

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Wet op de Raad van State (herstructurering Raad van State) en de Wet op de rechterlijke organisatie.]

Artikel VIIn

[Red: Wijzigt de Beroepswet en de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie.]

Artikel VIII

De artikelen 1:1, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en 47, derde en vierde lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, zoals deze luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, blijven van toepassing, indien een schriftelijke beslissing of een handeling van een onafhankelijk bij wet ingesteld met rechtspraak belast orgaan, de voorzitter of een lid van een zodanig orgaan, het bestuur van een zodanig orgaan of de voorzitter van dat bestuur, de Raad voor de rechtspraak, dan wel de procureur-generaal, de plaatsvervangend procureur-generaal of een advocaat-generaal bij de Hoge Raad, waarbij een voor het leven benoemde rechterlijk ambtenaar als zodanig of een nagelaten betrekking of rechtverkrijgende belanghebbende is, voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is genomen of verricht.

Artikel VIIIa

  • 1 De benoemingsbesluiten van degenen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet het ambt vervullen van coördinerend vice-president van, vice-president van, raadsheer in, raadsheer-plaatsvervanger in of gerechtsauditeur bij een gerechtshof onderscheidenlijk coördinerend vice-president van, vice-president van, rechter in, rechter-plaatsvervanger in of gerechtsauditeur bij een rechtbank, worden mede aangemerkt als besluiten tot vaststelling bij welk gerechtshof onderscheidenlijk welke rechtbank zij hun ambt vervullen, bedoeld in artikel 5b, eerste lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

  • 2 De benoemingsbesluiten van degenen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet bij een tot het openbaar ministerie behorend parket het ambt vervullen van hoofdadvocaat-generaal, plaatsvervangend hoofdadvocaat-generaal, advocaat-generaal, plaatsvervangend advocaat-generaal, hoofdofficier, fungerend hoofdofficier, plaatsvervangend hoofdofficier, officier eerste klasse, officier, substituut-officier, plaatsvervangend officier van justitie, officier enkelvoudige zittingen of plaatsvervangend officier enkelvoudige zittingen, worden mede aangemerkt als besluiten tot vaststelling bij welk parket zij hun ambt vervullen, bedoeld in artikel 5b, tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

Artikel X

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, en kan terugwerken tot en met een in dat besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 11 december 2008

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de dertiende januari 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven