Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2009

[Regeling materieel uitgewerkt per 14-02-2010.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 16-11-2008 t/m heden

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 1 juli 2008, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Tuinbouw ressorterende ondernemers in de sector boomkwekerijproducten op te leggen heffing (Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2009)

Het bestuur van het Productschap Tuinbouw,

gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en

gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw;

gehoord de Commissie voor boomkwekerijproducten, d.d. 8 mei 2008;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 3 In deze verordening wordt verder verstaan onder:

    a. voorzitter:

    de voorzitter van het productschap;

    b. boomkwekerijproducten:

    winterharde en half-winterharde houtgewassen, welke niet vervroegd of verlaat zijn, alsmede delen daarvan en voorts vaste planten en wortelstokken;

    c. kweken van boomkwekerijproducten:

    het ter verkrijging van een oogst van boomkwekerijproducten brengen, hebben of houden in al dan niet overdekte grond van boomkwekerijproducten of van zaden, stekken of ander plantmateriaal daarvan, alsmede het ter bevordering van het verkrijgen van een oogst van boomkwekerijproducten verrichten van alle wijzen van behandelen, bewerken, beschermen, bewaren en verzorgen van boomkwekerijproducten, respectievelijk de zaden, stekken of ander plantmateriaal daarvan;

    d. ondernemer:

    de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin het kweken van of de handel in boomkwekerijproducten wordt uitgeoefend, met uitzondering van hovenierswerkzaamheden en het uitoefenen, anders dan als verzenddetaillist, van de binnenlandse kleinhandel;

    e. verkoopbedrag:

    het bruto verkoopfactuurbedrag (eindbedrag van de factuur) waarover de BTW wordt berekend;

    f. inkoopbedrag:

    het bruto inkoopfactuurbedrag, (eindbedrag van de factuur) waarover de BTW wordt berekend;

    g. heffingsgrondslag:

    het verschil tussen het verkoopbedrag van de in 2009 verhandelde en afgeleverde boomkwekerijproducten, verminderd met het inkoopbedrag van de in 2009 ingekochte boomkwekerijproducten. Op dit verschil kunnen in mindering worden gebracht:

    • 1. de vrachtkosten

    • 2. de daadwerkelijk niet ontvangen bedragen die afgeschreven zijn in de administratie;

    h. jaarmutatie:

    jaarmutatie consumentenprijsindices alle huishoudens in de maand januari 2008.

§ 2. Heffingsplicht

Artikel 2

  • 1 De ondernemer is heffing verschuldigd ten behoeve van de algemene kosten van het productschap, alsmede ten behoeve van promotie- en marketingactiviteiten, economische aangelegenheden, kwaliteitsen milieuaangelegenheden, technisch onderzoek en voorlichting.

  • 2 De heffing als bedoeld in het eerste lid wordt opgelegd bij wege van een aanslag, met inachtneming van het in de volgende artikelen bepaalde.

§ 3. Grondslag en hoogte

Artikel 3

  • 1 De heffing die de ondernemer is verschuldigd, bestaat uit een basisheffing van € 60, vermeerderd met de som van het bedrag dat wordt verkregen na toepassing van de hierna genoemde heffingspercentages over de hierna genoemde heffingsgrondslagen.

    a. tot en met € 900.000

    : 0,52%;

    b. van € 900.000 tot en met € 1.800.000

    : 0,4%;

    c. vanaf € 1.800.000

    : 0,24%,

    met dien verstande dat de maximaal te betalen heffing € 12.523,- bedraagt en jaarlijks wordt aangepast met de jaarmutatie per januari.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid wordt, indien de betrokken ondernemer in 2009 geen boomkwekerijproducten heeft ingekocht, het inkoopbedrag in dat jaar geacht nul te zijn geweest.

§ 4. Oplegging en inning

Artikel 4

Indien en voor zover de ondernemer boomkwekerijproducten heeft verhandeld en door de veiling bedragen zijn ingehouden met toepassing van het bepaalde in de Verordening PT vakheffing bloemkwekerijproducten 2009, worden deze bedragen aangemerkt als voorschotten op de ingevolge artikel 2 verschuldigde heffing.

Artikel 5

Indien uit de ter beschikking gekomen gegevens blijkt dat de verstrekking van de gegevens, of een ambtshalve schatting, niet in overeenstemming is met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd.

Artikel 6

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld.

  • 2 Deze gegevens mogen slechts worden gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap.

De verordening en de daarbij horende toelichting wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Zoetermeer, 1 juli 2008

A. Bruggeman

vice-voorzitter

C. Kuijvenhoven

secretaris

Naar boven