Besluit vaststelling beleidsregels en subsidieplafond subsidiëring Subsidieregeling [...] Zaken 2006 (Fonds Economische Opbouw Uruzgan)

[Regeling vervallen per 01-01-2014.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 25-09-2010 t/m 31-12-2013

Besluit van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 10 september 2008, nr. EFV-016/08, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Fonds Economische Opbouw Uruzgan)

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Voor subsidieverlening op grond van artikel 8.3 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 in het kader van het Fonds voor Economische Opbouw Uruzgan, gelden voor het tijdvak van 1 oktober 2008 tot en met 31 december 2013 de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 Aanvragen voor subsidie in het kader van het Fonds Economische Opbouw Uruzgan worden ingediend in de periode vanaf 1 oktober 2008 tot en met 31 december 2010.

  • 2 Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend aan de hand van het door de Aanvrager daartoe ingevulde aanvraagformulier1.

  • 3 De aanvraag wordt voorzien van de op het aanvraagformulier gevraagde bescheiden.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Voor subsidieverlening in het kader van het Fonds Economische Opbouw Uruzgan geldt voor de periode van 1 oktober 2008 tot en met 31 december 2013 een subsidieplafond van € 10 miljoen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

  • 1 De verdeling van het subsidieplafond vindt plaats op volgorde van binnenkomst van volledige aanvragen.

  • 2 Aanvragen worden getoetst aan de criteria die in de bijlage bij dit besluit zijn neergelegd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het geplaatst wordt en vervalt met ingang van 1 januari 2014.

Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voor Ontwikkelingssamenwerking,
namens deze:
de

Directeur-Generaal Internationale Samenwerking

,

R.J. Treffers

Bijlage

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a. Onderneming: een rechtspersoon waarbinnen een economische activiteit wordt verricht met winstoogmerk

  • b. Samenwerkingsverband: een verbintenis van ten minste twee, niet in een groep verbonden natuurlijke personen of rechtspersonen, waartoe ten minste één Afghaanse partij en één partij gevestigd in de Europese Unie, die elk een onderscheidende inbreng hebben;

  • c. Aanvrager: een onderneming gevestigd in de Europese Unie, welke deel uitmaakt van het Samenwerkingsverband en minstens twee jaar bestaat op het moment van indiening van de aanvraag.

  • d. Project: een geheel van activiteiten gericht op duurzame economische opbouw van Uruzgan, waarvan de projectduur minimaal één en maximaal drie jaar bedraagt, niet zijnde fundamenteel onderzoek, investeringen in onroerend goed, garanties, leningen en kredieten.

Artikel 2 Subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

1. Subsidie kan slechts worden verleend aan de Aanvrager, op wie na verlening van de subsidie als subsidieontvanger alle aan de subsidie verbonden verplichtingen rusten, onverschillig welk van de partijen in het Samenwerkingsverband feitelijk is belast met de uitvoering van de daarop betrekking hebbende werkzaamheden.

2. De subsidie bedraagt 80 procent van de subsidiabele projectkosten, maar niet minder dan € 125.000 en niet meer dan € 2.000.000 per aanvraag.

3. De eigen bijdrage van de deelnemers in het Samenwerkingsverband bedraagt 20 procent. Deze eigen bijdrage kan ook geheel of gedeeltelijk in natura geleverd worden, via kosteloze levering van goederen of inzet van personen.

4. De verlening van de subsidie vindt plaats op volgorde van binnenkomst van volledige aanvragen die overeenkomstig de maatstaven, neergelegd in de beleidsregels, voor subsidieverlening in aanmerking komen.

Artikel 3 Projectbudget

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

1. Voor de budgettering van de projectkosten dient de project budget calculation tool gebruikt te worden, te vinden op www.evd.nl/FEOU. Er dient onderscheid gemaakt te worden tussen:

  • a. kosten voor projectmanagement

  • b. kosten voor training en kennis overdracht

  • c. kosten overige technische assistentie

  • d. kosten voor hardware en gerelateerde diensten

  • e. een post onvoorzien met een maximum van 5% van bovengenoemde kosten. Deze post kan na verlening alleen aangesproken worden na expliciete goedkeuring van de EVD.

2. Naast bovengenoemde kosten zijn de premiekosten voor een verzekering bij MIGA SIP2 volledig subsidiabel. Voor de aanvraag voor MIGA SIP wordt de Aanvrager na de subsidieverlening door de EVD begeleid. De vergoeding voor de premiekosten is additioneel aan het maximum van € 2.000.000.

3. De volgende elementen komen niet voor subsidie in aanmerking:

  • a. kosten die vóór verlening van de subsidie door één of meer van de partijen in het Samenwerkingsverband gemaakt zijn

  • b. kosten voor het opstellen van de aanvraag

  • c. kosten voor verbruiksgoederen

  • d. (kosten voor) werkkapitaal

  • e. operationele kosten

  • f. kosten voor de aanschaf, huur of lease van land en/of gebouwen

4. BTW komt niet voor subsidie in aanmerking.

5. Invoerrechten, zoals bepaald door de Afghaanse overheid komen wel voor subsidie in aanmerking.

Artikel 4 Aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

1. Een aanvraag om subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van een daartoe door de Minister vastgesteld formulier, dat beschikbaar is gesteld op www.evd.nl/FEOU

2. Een aanvraag wordt schriftelijk in drievoud ingediend (1 origineel en 2 kopieën) bij de EVD op het volgende adres:

EVD – FEOU

Postbus 20105

2500 EC Den Haag

Tevens wordt 1 elektronische versie ingediend op een CD ROM of per email aan FEOU@info.evd.nl

3. Voor zover de subsidieaanvraag strekt tot bekostiging van activiteiten verricht door andere deelnemers aan het Samenwerkingsverband dan de subsidieaanvrager zelf, blijkt daarvan uit de subsidieaanvraag, onder aanduiding van de desbetreffende partijen en de daarmee gemoeide bedragen.

4. De aanvraag omvat een omschrijving van de wijze waarop elk van de partijen bijdraagt aan de werkzaamheden en van de wijze waarop de besluitvorming is georganiseerd.

5. De aanvraag omvat een ondertekend cooperation agreement tussen partijen waarin de samenwerking tussen de deelnemers in het Samenwerkingsverband is geregeld. Op grond hiervan wordt na subsidieverlening tussen de deelnemers aan het Samenwerkingsverband een formele overeenkomst opgesteld waarin de rolverdeling binnen het Project en de financiële verplichtingen jegens elkaar is vastgelegd.

Artikel 5 Ingangscriteria

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

1. De Minister neemt een aanvraag in behandeling indien:

  • a. Aan het bovenstaande wordt voldaan, en

  • b. Het Project strekt tot of dienstig is aan de economische opbouw van de provincie Uruzgan, en

  • c. Het aanvraagformulier volledig is ingevuld in de Engelse taal, inclusief de vereiste bescheiden, en

  • d. Alle partijen in het Samenwerkingsverband verklaren op de hoogte te zijn van de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen over MVO en de ILO Verklaring over Fundamentele Beginselen en Rechten op het Werk, en volgens deze richtlijnen te handelen.

2. Er wordt geen subsidie verstrekt indien één of meerdere van de partijen van het Samenwerkingsverband:

  • a. failliet is of zich in staat van liquidatie bevindt, voor wiens bedrijf een curator is aangesteld, wiens economische activiteiten zijn opgeschort of zich in een vergelijkbare procedure bevindt onder nationale wetgeving en verordeningen;

  • b. onderwerp is van een procedure waarin zijn faillissement is aangevraagd, surséance van betaling is aangevraagd, of zich in een vergelijkbare positie bevindt onder nationale wetgeving en verordeningen;

  • c. veroordeeld is voor een delict dat zijn zakelijk handelen betreft, waarbij de veroordeling de kracht van ‘res iudicata’ heeft gekregen;

  • d. zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig zakelijk wangedrag of wanbeheer dat is aangetoond door enig bewijsmateriaal dat door de EVD kan worden gerechtvaardigd;

  • e. niet heeft voldaan aan de verplichtingen met betrekking tot het betalen van sociale zekerheidspremies in overeenstemming met de geldende juridische bepalingen van Nederland, het land van de lokale partner of het land van de aanvrager;

  • f. niet heeft voldaan aan de verplichtingen met betrekking tot het betalen van belasting in overeenstemming met de geldende juridische bepalingen van Nederland, het land van de lokale partner of het land van de aanvrager;

  • g. zich schuldig heeft gemaakt aan het geven van een onjuiste voorstelling van zaken en/of bedrog met betrekking tot de informatie die wordt verstrekt op basis van deze Instructies.

  • h. veroordeeld is of vervolgd wordt voor criminele activiteiten, inclusief schending van internationaal geaccepteerde mensenrechten en/of onder sterke verdenking staat van directe of indirecte betrokkenheid bij zulke activiteiten.

3. Voorts wordt er geen subsidie verstrekt indien voor het Project reeds ten laste van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken of het Ministerie van Defensie rechtstreeks of middellijk subsidie is verstrekt;

Artikel 6 Toetsingscriteria

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

De Minister toetst de aanvragen die voldoen aan het bepaalde in artikel 5 aan de volgende criteria:

  • 1. Het Projectscoort tenminste een voldoende op elk van de volgende basiscriteria:

    • a. de kwaliteit en uitvoerbaarheid van het Project en het operationeel plan

    • b. de kwaliteit en financiële draagkracht van de Projectorganisatie

    • c. de subsidiegelden worden efficiënt besteed

  • 2. Het Project voldoet tenminste aan de volgende selectiecriteria:

    • a. het Project sluit aan bij de Afghanistan National Development Strategy (ANDS), te vinden op www.evd.nl/FEOU

    • b. het Project is vraaggestuurd en voorziet in een behoefte waarin niet met Afghaanse of met al aanwezige internationale capaciteit kan worden voorzien

    • c. het Project vindt in Uruzgan plaats of komt substantieel ten goede aan Uruzgan

    • d. het Project heeft geen negatief effect op de positie van vrouwen

    • e. het Project is in overeenstemming met de motie Voordewind inzake kinderarbeid (22 april 2008 kamerstuk 31263, nr. 16)

  • 3. Het Project scoort voldoende op tenminste één van de volgende voorkeurscriteria

    • a. het Project voorziet in een grote mate van duurzame overdracht van kennis en kunde

    • b. het Project creëert duurzame werkgelegenheid

    • c. het Project betreft het opzetten van een succesvol bedrijf

    • d. het Project betreft een haalbaarheidsstudie

Artikel 7 Adviescommissie

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

1. Met het oog op de selectie bedoeld in artikel 6, legt de Minister de aanvragen voor advies voor aan een adviescommissie.

2. De commissie bestaat uit tenminste drie leden. De Minister benoemt de voorzitter, tevens lid, en de overige leden voor een door de Minister te bepalen duur, met dien verstande dat tenminste de helft van de leden, waaronder de voorzitter, niet werkzaam is bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De Minister voorziet in het secretariaat van de commissie.

3. Een lid neemt niet deel aan de commissie, indien hij een persoonlijk belang heeft bij de ingediende aanvraag.

4. De commissie voegt aan haar adviezen een deugdelijke motivering toe.

Artikel 8 Subsidievaststelling, betalingen en voorschotten

[Regeling vervallen per 01-01-2014]

1. De subsidie wordt per resultaat vastgesteld op basis van behaalde resultaten, zoals in de aanvraag benoemd.

2. Voor de kosten voor projectmanagement, training en overige technische assistentie kan een voorschot verleend worden van 50% van de gebudgetteerde kosten van het eerstvolgende resultaat. Tenzij een resultaat langer dan 6 maanden duurt. In dat geval wordt het voorschot in evenredige delen van maximaal zes maanden verdeeld. Na goedkeuring van een tussentijdse zesmaandsrapportage kan een volgend voorschot worden verleend. Een tweede mogelijkheid is een voorschot voor 50% van de kosten voor projectmanagement, training en overige technische assistentie voor het hele project na overhandiging van een bankgarantie voor dit bedrag.

3. Voor de aanschaf van hardware en gerelateerde diensten kan in drie tranches een (voorlopige) betaling worden verkregen. Een eerste voorshot van 30% van het betreffende subsidiebedrag kan worden aangevraagd na overhandiging van de definitieve orderbevestiging. Een tweede voorschot van 50% van het betreffende subsidiebedrag kan worden aangevraagd na overhandiging van de factuur en een bewijs van levering. De laatste 20% wordt uitbetaald nadat de afgesproken prestatie is behaald.

4. Betalingen en eventuele voorschotten worden definitief als het behalen van een resultaat is geverifieerd door de EVD.

  1. Het aanvraagformulier is geplaatst op www.evd.nl/FEOU. ^ [1]
  2. Het Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA) biedt onder haar Small Investment Program (SIP) de mogelijkeheid tot het verzekeren van tastbare goederen tegen schade als gevolg van oorlog en civiele onrust, valuta transfer restricties en onteigening. Zie voor meer informatie: www.miga.org/SIP. ^ [2]
Naar boven