Regeling gebruik burgerservicenummer in de zorg

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 20-04-2018 t/m heden

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 mei 2008, nr. MEVA/ICT-2838255, houdende regels omtrent het gebruik van het burgerservicenummer in de zorg (Regeling gebruik burgerservicenummer in de zorg)

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 3

  • 1 Bij een aanvraag als bedoeld in artikel 3 van het besluit verstrekt een zorgverzekeraar de gegevens en bescheiden bedoeld in het CPS-ZOVAR.

  • 2 Bij een aanvraag als bedoeld in artikel 3 van het besluit verstrekt een zorgaanbieder de gegevens en bescheiden bedoeld in het CPS-UZI-register.

  • 3 Bij een aanvraag als bedoeld in artikel 3 van het besluit verstrekt een indicatieorgaan de gegevens en bescheiden bedoeld in het CPS-UZI-register.

Artikel 4

  • 1 De aanvraag, de toekenning, het beheer, de beveiliging, het gebruik en de intrekking van een toegangsmiddel ten behoeve van een zorgverzekeraar geschiedt overeenkomstig de wijze zoals beschreven in het CPS-ZOVAR.

  • 2 De aanvraag, de toekenning, het beheer, de beveiliging, het gebruik en de intrekking van een toegangsmiddel ten behoeve van een zorgaanbieder geschiedt overeenkomstig de wijze zoals beschreven in het CPS-UZI-register.

  • 3 De aanvraag, de toekenning, het beheer, de beveiliging, het gebruik en de intrekking van een toegangsmiddel ten behoeve van een indicatieorgaan geschiedt overeenkomstig de wijze zoals beschreven in het CPS-UZI-register.

Artikel 5

De Minister publiceert op het internet de gegevens die zijn opgenomen in verstrekte toegangsmiddelen als bedoeld in artikel 18, onderdeel a, van het besluit.

Artikel 6

  • 1 Voor een toegangsmiddel wordt een vergoeding voor drie jaar in rekening gebracht van:

    • a. € 255,– voor een pas;

    • b. € 450,– voor een certificaat.

  • 2 De vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, kunnen periodiek worden geïndexeerd.

  • 3 Restitutie van betaalde vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, is niet mogelijk, tenzij naar het oordeel van Onze Minister sprake is van een omstandigheid die niet kan worden toegerekend aan degene ten behoeve van wie de pas of het certificaat is geproduceerd.

Artikel 7

De geldigheid van het toegangsmiddel is drie jaar gerekend vanaf de datum van uitgifte van het toegangsmiddel.

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de wet in werking treedt.

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gebruik burgerservicenummer in de zorg.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven