Erkenningsregeling permanente educatie Wft

[Regeling vervallen per 01-01-2010.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-06-2008 t/m 31-12-2009

Erkenningsregeling permanente educatie Wft

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. besluit: Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft;

  • b. PE-onderwijsprogramma: onderwijsprogramma voor permanente educatie;

  • c. PE-toets: toets voor permanente educatie;

  • d. PE-instituut: instituut dat als zodanig is erkend tot het afnemen van PE-onderwijsprogramma’s waarmee de vakbekwaamheid wordt aangetoond;

  • e. PE-toetstermen: criteria waaraan de vakbekwaamheid van een persoon wordt getoetst om te kunnen vaststellen of deze voldoet aan de toetstermen voor permanente educatie;

  • f. CDFD: College Deskundigheid Financiële Dienstverlening, zoals ingesteld bij Instellingsbesluit College Deskundigheid Financiële Dienstverlening.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1

Onze Minister besluit tot erkenning tot PE-instituut op schriftelijke aanvraag, indien de aanvrager heeft aangetoond te kunnen voldoen aan al de gestelde voorwaarden genoemd in artikel 4, voorzover het in die leden bepaalde op de aanvrager van toepassing is.

  • 2 Onze Minister kan aan een erkenning voorschriften en voorwaarden verbinden.

  • 3 Onze Minister kan een erkenning intrekken:

    • a. op verzoek van het erkende PE-instituut;

    • b. indien het PE-instituut niet voldoet aan een voorschrift of voorwaarde verbonden aan de erkenning; of

    • c. indien het PE-instituut niet langer voldoet aan artikel 4 of niet voldoet aan artikel 5.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Het PE-instituut beschikt over:

    • a. aantoonbare en actuele ervaring met het op zorgvuldige en betrouwbare wijze vervaardigen en verzorgen van cursussen en het beoordelen van individuele kandidaten;

    • b. gekwalificeerde docenten in inhoudelijk, onderwijskundig en toetstechnisch opzicht en maakt daar bij de uitvoering van PE-onderwijsprogramma’s ook uitsluitend gebruik van;

    • c. een registratie waaruit de vakbekwaamheid van de docenten voor een PE-onderwijsprogramma blijkt;

    • d. een evaluatiesysteem voor het afgenomen PE-onderwijsprogramma;

    • e. een adequaat kwaliteitsborgingssysteem.

  • 2 Het PE-instituut biedt een PE-onderwijsprogramma meerdere malen in Nederland aan waarbij kandidaten die beschikken over het betreffende diploma, bedoeld in artikel 6 van het besluit, worden toegelaten.

  • 3 Het PE-instituut stemt in met een door het CDFD te organiseren controle.

  • 4 Het PE-instituut verzorgt het PE-onderwijsprogramma met een toetsend element dat alle PE-toetstermen voor de betreffende module afdekt en levert daarbij tevens cursusmateriaal dat als naslagwerk kan dienen voor kandidaten.

  • 5 Het PE-instituut legt een nieuw ontwikkeld PE-onderwijsprogramma ter beoordeling voor aan Onze Minister.

  • 6 Het PE-instituut draagt zorg voor een vakinhoudelijk juiste en objectieve beoordeling van de afgenomen PE-onderwijsprogramma’s.

  • 7 Het PE-instituut neemt de maatregelen die redelijkerwijs nodig zijn om te bevorderen dat PE-onderwijsprogramma’s op een correcte en eerlijke wijze worden afgelegd en draagt zorg voor een vakinhoudelijke juiste en objectieve beoordeling van kandidaten.

  • 8 Het aantal kandidaten per PE-onderwijsprogramma bedraagt maximaal 25 personen.

  • 9 Een PE-instituut beschikt over en handelt in overeenstemming met een PE-reglement waarin ten minste de volgende onderwerpen met betrekking tot het PE-onderwijsprogramma adequaat zijn geregeld:

    • a. wijze van aanmelding van de kandidaten;

    • b. aantal malen per jaar dat gelegenheid wordt gegeven tot het volgen van een PE-onderwijsprogramma;

    • c. wijze van kennisgeving van plaats, datum en tijdstip van de start- en eindtijden van het PE-onderwijsprogramma;

    • d. opbouw, verschillende interactieve onderwijsvormen en uitvoering van PE-onderwijsprogramma’s gericht op actieve participatie van de kandidaten en de wijze van beoordelen van kandidaten ten aanzien van hun inhoudelijke vakbekwaamheid betreffende de PE-toetstermen;

    • e. vaststelling van de identiteit van kandidaten en docenten;

    • f. vaststelling van de presentie van de kandidaten;

    • g. vaststelling van de rechten en plichten van de kandidaten;

    • h. maatregelen om fraude te voorkomen;

    • i. bewaartermijnen voor de gegevens van afgelegde PE-onderwijsprogramma’s wat betreft inhoud en de evaluatie, gegevens van docenten en gegevens van kandidaten;

    • j. interne klachtenprocedure.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Een PE-instituut verstrekt aan Onze Minister twee maanden na de periode, bedoeld in artikel 7 van het besluit, een opgave van het aantal afgenomen PE-onderwijsprogramma’s, de geanonimiseerde klachten over de PE-onderwijsprogramma’s, de slagingspercentages die zijn geregistreerd door het PE-instituut en een analyse daarvan.

  • 2 Een PE-instituut verstrekt aan Onze Minister op diens verzoek de gegevens die Onze Minister nodig acht om te bepalen of wordt voldaan aan artikel 4.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2008.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Deze regeling wordt aangehaald als: Erkenningsregeling permanente educatie Wft.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Financiën,

W.J. Bos

Naar boven